Stadhuis op stelten
Dat het geregeld ‘rommelt’ binnen het Graafse gemeentebestuur weet intussen iedereen wel. Ik bedoel hiermee uitdrukkelijk niet de gemeenteambtenaren die dagelijks goed werk doen om er nog het beste van te maken. Ik doel met name op de burgemeester, de wethouders en een groot deel van de gemeenteraad. Zij maken er geregeld ‘een potje van’. Niet altijd, maar wel heel vaak.
Ofschoon ik de burgemeester als eerste noemde, treft hem misschien wel ‘het minste kwaad’. Hij probeert best vaak te sturen, leiding te geven enzovoorts, maar het lukt hem desondanks menigmaal niet. De wethouders doen natuurlijk ook geregeld hun best, de een wat meer dan de ander, maar ze proberen het wel vaak naar best vermogen te doen.
De ene wethouder kreeg weliswaar nog niet zo lang geleden bijna een motie van wantrouwen aan zijn broek (op één stem na) en vertrok vervolgens naar Waalwijk. Zijn opvolger gaf al meteen na zijn benoeming aan over een paar maanden niet meer terug te willen komen en van een derde gaat het gerucht (van de LPG) dat ze óók geen zin heeft om terug te keren na de verkiezingen.
Verscheidene raadsleden zitten bovendien elkaar voortdurend dwars. De een weet het altijd beter dan een ander, waardoor er van samenwerken nauwelijks sprake is. Ook de samenwerking binnen het Land van Cuijk ligt geregeld op z’n gat. Vaak is juist Grave de aanleiding voor ‘misverstanden’ binnen die club.
Het maakt niet meer uit of u nou vóór of tégen herindeling bent. De Commissaris van de Koning hakt de knoop toch wel door, zoveel is inmiddels wel duidelijk geworden. Het brevet van onvermogen is al door Grave zélf afgegeven. De vraag terzake een zelfstandige gemeente doet er eigenlijk niet meer toe.
En als u zelf nog even ‘wethoudertje wilt spelen’ meldt u zich maar aan bij een van de coalitiepartijen. Een riante afkoopregeling (wachtgeld) ligt al op u te wachten. Ik kan een en ander gerust schrijven, want de burgemeester laat geregeld weten dat hij kritische stukjes over de gemeente Grave niet leest en iedereen aanraadt hetzelfde te doen.
Louis Sparidans