Grave Lokaal

Bastions van gevestigde partijen innemen.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 en 2006 deden bijna vijfhonderd nieuw opgerichte lokale partijen mee. Honderd daarvan kwamen met meer dan tien procent van de stemmen in de gemeenteraad. Een ware landslide, die in Den Haag zou neerkomen op een sprong van nul naar vijftien Kamerzetels.

Hoezo, desinteresse voor politiek bij burgers?

Lokale leiders beschrijft de overstap die vele politici maakten van landelijke naar nieuwe lokale partijen, en laat de oprichters aan het woord.

Hun doel is niets minder dan de vernieuwing van de democratie om zo concrete problemen op te lossen. En daarvoor moesten ze, net als ooit de roemruchte geuzen, de bastions van de gevestigde partijen innemen.

Deze ‘geuzendemocratie’ laat niet alleen zien hoe de veronderstelde kloof tussen bevolking en politiek gedicht kan worden, maar is ook een probaat middel tegen opkomend populisme.

Link van teleurgesteld CDA raadslid/wethouder in rotterdam enz.:

http://www.geuzendemocratie.nl/

Verderop bijdragen van o.a. Marion Leurs die wethouder is in Gulpen-Wittem, Herman Wijdeven uit Mill en dr. Marcel Boogers.

Lokale Leiders

Het boek opent met een voorwoord van dr. Marcel Boogers, Universitair Hoofddocent Tilburgse School voor Politiek en Bestuur, Universiteit van Tilburg,

Nieuwe lokale leiders. Ze voelen zich betrokken bij de plaatselijke samenleving, weten wat er leeft en speelt en zetten zich in voor het bestuur van de gemeente. Maar ze hebben zich afgekeerd van de traditionele politiek. Soms hebben ze hun oude partij verlaten na een conflict, maar veel vaker hebben ze er al meteen voor gekozen om onafhankelijk van een landelijke partij te opereren. Nieuwe lokale leiders zoeken zo naar nieuwe manieren om lokale politiek te bedrijven. Landelijke politieke partijen hebben op dit punt grote problemen.

Het is immers lastig om uit te leggen wat het VVD-, CDA- of PvdA-standpunt is over de omstreden aanleg van een parkeergarage in de binnenstad, terwijl een lokale politieke groepering daar meestal veel minder moeite meer heeft. Lokale meningsverschillen en belangentegenstellingen zijn daarom vaak een splijtzwam voor landelijke politieke partijen: ze kunnen gemakkelijk leiden tot interne conflicten en afsplitsingen. Om dat te voorkomen, gaan landelijke partijen een heldere stellingname over plaatselijke vraagstukken vaak uit de weg.

Problemen die burgers bezighouden worden daarom verdoezeld, hetgeen de afstand tussen bestuur en samenleving vergroot. De afgenomen verbondenheid van kiezers met politieke stromingen in het algemeen, versterkt dit nog eens. Door zich op een pragmatische manier zonder al te veel ideologische ballast te richten op zuiver plaatselijke thema’s, weten nieuwe lokale leiders daarom vaak veel effectiever te opereren dan de plaatselijke voorlieden van landelijke politieke partijen.

Lokale politieke groeperingen worden nogal eens gezien als een bijzonder fenomeen in de lokale politiek. Vanwege hun traditioneel sterke vertegenwoordiging in het katholieke zuiden van het land zijn zij lange tijd beschouwd als een onderdeel van een regionale politieke folklore, dat met de modernisering van het lokaal bestuur wel zou marginaliseren; de afnemende verkiezingsdeelname en verkiezingsresultaten van lokale groeperingen gaven alle aanleiding tot die veronderstelling. Sinds de raadsverkiezingen van 1990 maken lokale politieke groeperingen echter een opmerkelijke groei door in delen van het land waar ze eerder nauwelijks vertegenwoordigd waren. Toch leidde dit er niet toe dat ze door landelijke politieke partijen als volwaardige medespelers werden beschouwd. Lokale partijen zouden de benodigde professionaliteit missen, cliëntelistisch met groepsbelangen omgaan en populistisch inspelen op ‘onderbuikgevoelens’. Dat lokale politieke groeperingen in het kielzog van de Fortuynrevolte in 2002 grote verkiezingszegens boekten, versterkte dat beeld nog eens.

Opnieuw werd de aanwezigheid van lokale politieke groeperingen als iets tijdelijks gezien, dat met het wegebben van de politieke onvrede onder kiezers ook weer snel zou verdwijnen. De uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2006 hebben deze verwachting voorlopig gelogenstraft: hoewel lokale politieke groeperingen enig terrein moesten prijsgeven, bezetten ze gezamenlijk nog steeds de meeste raadszetels.

Ook in andere Europese landen maken lokale politieke groeperingen sinds het begin van de jaren 1990 een opmerkelijke groei door. In België zijn lokale lijsten van oudsher sterk vertegenwoordigd en wordt door landelijke partijen vaak onder lokale vlag aan de verkiezingen deelgenomen. In Duitsland boeken freie Wählergemeinschaften steeds meer winst bij verkiezingen, terwijl lokale lister in Noorwegen en Zweden zich eveneens op een grotere aanhang mogen verheugen. Deze Europese trend lijkt samen te hangen met de val van de Muur in 1989, waardoor klassieke links-rechtstegenstellingen naar de achtergrond zijn verdwenen. Op lokaal niveau konden zuiver lokale tegenstellingen zo een grotere rol gaan spelen, hetgeen lokale politieke groeperingen in de kaart heeft gespeeld.Er is alle reden om te veronderstellen dat lokale politieke groeperingen hun positie in de Nederlandse lokale politiek zullen behouden.

Zoals dit boek laat zien, leveren ze op verschillende manieren een belangrijke meerwaarde aan de plaatselijke politiek. Door zich te profileren op plaatselijke tegenstellingen (die bij partijafdelingen meestal in het interne partijberaad worden gesmoord), bevorderen ze de verschijning van nieuwe wensen en vraagstukken op de politieke agenda.

Verder blijken lokale politieke groeperingen beter in staat om burgers zich te laten kandideren voor het raadslidmaatschap. Door hun ideologische en organisatorische karakter zijn ze beter in staat om de politieke betrokkenheid van burgers te organiseren: niet permanent maar ad hoc, en op basis van belangstelling en expertise in plaats van op partijpolitieke binding.

Tot slot weten lokale politieke groeperingen hun maatschappelijke worteling op een vernieuwende manier vorm te geven: niet via een traditionele ledenorganisatie zoals landelijke politieke partijen, maar met politici en vrijwilligers die in sportkantines, buurthuizen, verenigingsbijeenkomsten en op andere plaatsen het debat met de plaatselijke samenleving aangaan. Op die manier geven lokale politieke partijen vorm aan de vernieuwing van de lokale politiek, waardoor die beter aansluit bij de veranderde plaatselijke samenleving.

Nieuwe lokale leiders nemen hierin vaak het voortouw. Dit boek geeft een goed inzicht in de wijze waarop zij dat doen en biedt daarmee belangrijke lessen voor verdere vernieuwingen.

dr. M.J.G.J.A. Boogers,Universitair Hoofddocent Tilburgse School voor Politiek en Bestuur,Universiteit van Tilburg


Interview met Marion Leurs

Wethouder in Gulpen-Witten voor Balans

Mijn naam is Marion Leurs, ik ben 45 jaar, gehuwd, moeder van een dochter, heb maatschappelijk werk gestudeerd in Sittard, in 1985 afgestudeerd en daarna vertrokken naar Hoogezand-Sappemeer….en daar konden ze me verstaan! Ik heb daar gewerkt in de geestelijke gezondheidszorg, ben in 1986 verhuisd naar Arnhem, daar gewerkt bij de Sociale Dienst …..en snel daarna toch weer terug in het zuiden gekomen. 12 jaar gewerkt bij de gemeente Landgraaf, vervolgens overgestapt naar Brunssum tot 1 april 2005…. want dat was het moment waarop ik wethouder werd te Gulpen-Wittem. Ik heb dus nooit in de gemeenteraad gezeten, het had te maken met het feit dat de wethouder van de lokale partij waar ik toen lid van was besloot om toch zijn maatschappelijke loopbaan elders voort te gaan zetten en dus opstapte.
Ik was op dat moment hoofd Sociale Zaken bij gemeente Brunssum, omdat ik alleen maar een periode van iets meer dan een jaar af moest maken heb ik gevraagd om een terugkeergarantie. Mijn gemeente vond dat aantrekkelijk, want ze zagen het wel zitten dat ik zo ervaring opdeed op andere terreinen en breder inzetbaar zou zijn. Management deed ik natuurlijk al. En omdat het wethouderschap parttime was bleef ik ook 18 uur voor Brunssum werken. Maar ik moet zeggen dat ik in de aanloop naar de verkiezingen van 2006 besmet geraakt ben met het virus dat politiek heet! Bovendien ontstond er in die periode in verband met het vertrek van de vorige wethouder ook een geheel nieuw politiek speelveld……en daarin heb ik in feite mijn eigen partij, Balans, opgericht. Ik wilde vanuit een hele duidelijke keuze 2006 ingaan en ik wilde heel graag ook bij de lijst de vrijheid hebben om mensen te gaan zoeken die ook passen bij het imago en het beeld van Balans dat ik wilde. En dat kan niet echt als je mensen moet meenemen als je gaat fuseren. Wij vonden en vinden ook dat vrouwen en jongeren te weinig in de bestaande partijen voorkomen. We hebben gezegd we gaan bij Balans van meet af aan op zoek naar vrouwen en naar jongeren. Uiteindelijk hadden we op onze kandidatenlijst ongeveer de helft mensen van eerdere lokale partijen van voor de herindeling en de helft echt nieuwe mensen. En natuurlijk de helft mannen en vrouwen en een flinke groep jongeren!
Verzeker de opvolging….
Ik denk dat bij veel partijen verzuimd wordt om te kijken naar opvolging en verjonging en vernieuwing, en als dan een aantal boegbeelden wegvalt dan houdt het op, dan heb je een probleem. Dus ik denk dat het voor ons ook zaak is om daarvoor te zorgen. Ik mag nu het gezicht zijn van de partij samen met de fractievoorzitter, maar het mag niet zo zijn dat de associatie met Balans alleen maar is Marion Leurs of Marion Mordang! (Ook al is het grappig dat ze ons M&M noemen…)
We hebben dan ook bewust een vrij jong raadslid en we gaan die opleiden en begeleiden, laten die gewoon ook onderwerpen zelf uitspitten en uitwerken. Wij blijven investeren in de jongere mensen met een bepaalde potentie, zodat we in ieder geval zorgen dat als we achterom kijken, dat er nog mensen staan en ook bij de volgende lijst zullen ook weer nieuwe jongeren op de lijst staan. We hebben een aantal mensen die bij de vorige verkiezingen nog net geen 18 waren, mochten niet meedoen, en die zijn bij de nieuwe verkiezingen wel 18, en die gaan wij zeker een plekje geven op de lijst, mee laten draaien in het politieke circus om te zorgen dat we ook naar de toekomst toe mensen hebben die beslagen ten ijs komen.
Geen zekerheid op het college….
We hebben zelf altijd gezegd: als we drie zetels halen zijn we dik tevreden, vier was dus super. En er was dus ook geen enkele garantie dat ik weer wethouder zou worden, ik had ook in de raad kunnen zitten. Dat leek me zelfs leuk, ik ben nooit raadslid geweest. Iedereen verklaart mij een beetje voor gek, als je wethouder bent geweest moet je nooit raadslid willen worden zeggen ze. Maar af en toe ben ik zelfs jaloers op iemand van de oppositie, het lijkt me geweldig om een keer het woord te voeren op een aantal dossiers aan de andere kant. En het zou ook zomaar kunnen gebeuren, de coalitie kan stoppen of ik kan zelf moeten vertrekken. We hebben als Balans een heel helder standpunt over de gevolgen van fouten die mensen maken.
Fout is fout…
Dat heeft ook een specifieke reden overigens. We hebben helaas hier een aantal affaires gehad, een burgermeester die moest vertrekken, een oud-burgemeester waar ook wat zaken uitkwamen ….. dus integriteit is in Gulpen-Wittem een heel beladen onderwerp. Daarom is dus binnen onze partij gezegd: wie straks in de raad of als wethouder fouten maakt, wordt daar meteen op aangesproken. Fout is Fout en wie niet integer is moet opstappen, geen gesjoemel, als volksvertegenwoordiger moet je het voorbeeld geven. Het moet dan natuurlijk wel onderzocht worden en objectief zijn vastgesteld, we gaan niet mensen aan de kant schuiven omdat er in het geruchtencircuit allerlei dingen spelen, want dat is ook een beetje gemeentelijk niveau, als je maar vaak genoeg iets roept, na de derde keer gelooft iedereen het, daar distantiëren wij ons nadrukkelijk van. Waar het om gaat is juist dat je meteen zorgt voor duidelijkheid, zodat iedereen weet dat geruchten ook niet zinvol zijn, maar je met bewijzen moet komen.
8,2 voor tevredenheid WMO
…Maar laten we het hebben over positieve zaken, over wat we als lokale partij intussen bereikt hebben in het college met CDA en PvdA. Voor mij geldt daarbij dat er een groot verschil is tussen politiek scoren en echt beleid maken, binnenhalen is één, maar realiseren is twee. Als ik dan kijk naar de specifieke Balanspunten waar we de verkiezingen mee in gingen, zoals onderwijs, zie ik dat we inderdaad behoorlijk extra geld hebben ingezet voor de voor- en vroegschoolse educatie. Voor ons heel belangrijk omdat wij heel erg geloven in het stukje preventie. We gaan ook aan de slag met de bouw van een regionaal centrum voor jeugd, onderwijs, zorg en welzijn in Gulpen-Wittem, daar zit speciaal onderwijs, regulier onderwijs plus een regionaal kerncentrum in, we hebben op dit moment 3 peuterspeelzalen verbouwd en in de school ondergebracht, we hebben afgelopen maandag armoedebeleid teruggebracht op de politieke agenda, ben ik ook heel blij mee, daarvoor zijn ook middelen vrijgemaakt, we hebben een behoorlijke slag geslagen met jeugd- en jongerenbeleid, enzovoort. En dan blijkt uit een tevredenheidsonderzoek WMO dat we een 8,2 krijgen voor de wijze waarop we invulling hebben gegeven aan een nieuwe gemeentelijke taak, wat me des te meer aanspreekt omdat het gaat om zaken die dicht bij de burger zelf liggen.
De volgende slag die we willen maken is recreatie en toerisme, ook in mijn portefeuille. We gaan nu aan de slag met een nieuwe toeristisch-recreatieve visie, want het gaat om een grote markt voor de gemeente, we zitten toch op 740.000 overnachtingen op jaarbasis in Gulpen-Wittem. Daar heeft iedereen mee te maken….en daar willen we ook iedereen bij betrekken.
Blijven praten en luisteren…
Er is immers iets anders wat we met hoofdletters schrijven, net als Fout Is Fout en dat is Mensen Betrekken Bij Plannen, Luisteren Naar De Burger, Geen Schijninspraak. Dat komt allemaal op hetzelfde neer en daar letten we ook ontzettend op. Wij doen rond bepaalde thema’s polls of enquêtes, we hebben bijvoorbeeld een gemeentelijk verkeers- en vervoersplan, daarover hebben we een enquête uitgeschreven. Wat ik in ieder geval als wethouder probeer te doen is zo vroeg mogelijk in het proces de mensen bij elkaar te roepen, bekijken van de knelpunten of problemen. We proberen in ieder geval alle belangen helder te krijgen en uiteindelijk mee te wegen. Als je het algemeen belang wilt dienen kun je niet altijd iedereen tevreden stellen, maar we proberen wel zo veel mogelijk mensen te horen en te luisteren. En ja, ik denk dat wij een wezenlijke bijdrage geleverd hebben dat die burger wat actiever in beeld komt.
Dat doen we ook bestuurlijk en daar krijgen we andere partijen ook in mee. We hebben bijvoorbeeld geen commissies meer, we hebben hier rond-de-tafel gesprekken, dat betekent dat ieder die zich belanghebbende voelt of vindt kan aanschuiven. Een aantal partijen waarvan wij weten dat ze belanghebbend zijn nodigen wij actief uit, maar we zien dat steeds vaker ook burgers of instanties of organisaties inderdaad aanschuiven. Dan kunnen dus raadsfracties gewoon hun vragen stellen naar de opvattingen over een plan om uiteindelijk bij het besluitvormende deel van de raad de zaken mee te wegen. Dat is absoluut een andere manier van werken dan eerst, mensen krijgen nu niet meer achteraf te horen wat we besloten hebben, maar kunnen vanaf het allereerste moment mee doen in de discussie.
Dualisme in de praktijk..
Door zo’n proces ontstaat er ook een natuurlijk tegenwicht voor de toch wat beter geïnformeerde en sterkere positie die je zelf hebt vanuit het college of als wethouder in je eigen partij. Ik moet zeggen, wij worstelen daar ook wel een beetje mee, ik heb zelf eigenlijk het pleidooi gehouden om wat meer op afstand te kunnen en te mogen staan. Maar de fractie vindt het toch van belang dat haar wethouder aanwezig is bij de fractievergadering, kennis neemt van de discussie, daar eventueel nog wat zaken aan toevoegt vanuit het college zodat ze uiteindelijk een goede afweging kunnen maken. Dat heeft natuurlijk het nadeel dat ik toch in de rol van verdediger van het bestuur terechtkom…maar aan de andere kant hoeven ze me helemaal niet uit te nodigen, het is op hun verzoek. En er zijn ook genoeg momenten dat ze zeggen we vinden het prachtig wat het college vindt, maar wij gaan toch voor een andere lijn! En dat doen ze dan ongeacht de vraag of ze daar nu wel of niet een politieke meerderheid voor kunnen krijgen. Maar in de praktijk is het natuurlijk een wisselwerking, het kan op twee manieren goed werken. Nadat het college een standpunt heeft ingenomen ga je de fractie ‘overtuigen’, om het wat minder scherp te verwoorden, je kun het ook ‘bewerken’ noemen. Of je hebt op voorhand geluisterd naar wat je fractie wil, en dat is waarvoor je gaat in het collegedebat! Zolang dat allemaal helder en open gebeurt is er niet zoveel aan de hand. Er zijn natuurlijk een paar punten waar je een akkoord over hebt gesloten, dat doe je niet voor niets, daar kom je niet aan. Maar er zijn ook 1001 onderwerpen die je niet met elkaar besproken hebt. En ze kunnen mij niet als wethouder in het college zetten met politieke handboeien om, dan ga ik er niet zitten, zo simpel is het ook. Bovendien ben ik zelf natuurlijk ook nog eens partijlid, ik neem ook kennis van alle informatie, vragen en commentaren die mensen op de website van Balans plaatsen en die gebruik ik zelf ook om actie te ondernemen in het college. We hebben gemerkt hoe dat direct reageren werkte in campagnetijd en we willen niet terug naar de situatie dat je daarna vier jaar niets meer hoorde uit het gemeentehuis.
……en de herindeling
Een van de punten waar de gemeenteraad nog over nadenkt is met welke partners willen we als gemeente samenwerken. Het zou Valkenburg en Vaals kunnen zijn, maar ze laten nog alle opties open. Het college is daar wel vrij actief mee bezig, we werken samen met Vaals en delen ook personeel, als het gaat om zaken als het inhuren van gezamenlijke beleidsmedewerkers. Een nota voor de drie gemeenten is vrijwel altijd toch voor 80 procent hetzelfde en voor 20 procent lokale inkleuring, dat kan veel efficiënter in de samenwerking. Maar de gemeenteraad wil toch alle opties openhouden. In de vorige verkiezing speelde eigenlijk samenwerking of herindeling niet of nauwelijks, dus ik denk dat het de komende verkiezingen wel een thema zal zijn., ook omdat in Noord- en Midden-Limburg eerder een herindeling gespeeld heeft. Hier is het niet op de politieke agenda geplaatst, maar ik denk dat even inschattend onze burgers geen fusie willen. Nee! Ik geloof zelf ook niet in een bestuur dat heel ver van die burger af staat. En op het moment dat Valkenburg, Vaals en Gulpen-Wittem, betrokken worden bij een herindeling, dan zet je het bestuur toch ook veel verder op afstand, ik denk dat dit iets is wat de burgers van Gulpen-Wittem niet willen. Wat ze wel als meerwaarde kunnen zien en dat kan je ook denk ik uitleggen, is samenvoeging van die ambtelijke organisaties, met name de back offices. De front offices, de loketten voor de burger zelf willen we lokaal handhaven. Maar Vaals heeft 3 kernen, wij hebben er 10, dat verschilt nog al, we zijn natuurlijk op sommige punten heel kwetsbaar, hebben veel solo posities in de ambtelijke ondersteuning, dus wordt hier iemand ziek dan moeten we de burger vertellen dat hij weken moet wachten….en dat wil die burger zeker ook niet. Dus ik denk dat ik de burgers wel kan overtuigen van nut en noodzaak van samenwerking, maar er zijn ook partijen die echt voor een complete herindeling gaan. Dus nogmaals, het zal wel een thema worden waar we niet omheen kunnen.

Interview met Herman Wijdeven

Wethouder in Mil en Sint-Hubert van de 4-Kernen Partij.


Ik ben Herman Wijdeven, intussen 66 jaar, getrouwd, drie kinderen, waarvan eentje in Canada, kleinkinderen en zeer actief in het bestuurlijk leven, niet alleen in de politiek maar ook in andere organisaties zoals: voorzitter van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie Gemeente Mill en Gemeente Grave, hoofd van een bibliotheek, 22 jaar bestuurslid geweest, incl. voorzitter van Muziekschool de Meander, maar ook van een buurtschap, en 22 jaar voetbaltrainer bij de plaatselijke voetbalvereniging, jeugd en vrouwenvoetbal. Van oorsprong ben ik agrariër, ik heb 35 jaar een bedrijf gehad in de intensieve veehouderij. Maar daar ben ik mee gestopt toen ik wethouder werd in 2002. Combineren lukte gewoon niet, ook vanwege het feit dat mijn vrouw vanwege een oogziekte blind zou worden. Wat ondertussen ook gebeurd is, helaas heeft het proces zich voortgezet waardoor ze echt 100% afhankelijk is. En ik had geen hulp, mijn zoon ging naar Canada in 2002.
Politiek ben ik begonnen bij partij Langenboom, waarvoor ik in 1978 als nummer 2 op de lijst stond. We kwamen met twee zetels in de gemeenteraad, maar later ging het mis in de partij, omdat wij met een clubje mensen niets zagen in de manier van politiek voeren die toen nog paste, handjeklap en als jullie dit doen dan doen wij dat. Dat was voor vier nou ja topmensen in Langenboom aanleiding om samen te gaan werken, de directeur van de Rabobank, het hoofd van de Basisschool, de grootste ondernemer Van Schaik Machinehandel, een bedrijf dat over de hele wereld actief is. We wilden met Langenboom echt iets nieuws doen……. met het gevolg dat wij aan de kant werden gezet. Toen ben ik mijn eigen lijst begonnen, lijst Wijdeven, dat was in 1982, met als gevolg dat Langenboom, we hadden zoiets van 2000 inwoners op dat moment, zelfs met drie lijsten meedeed met de verkiezing. We kwamen jammer genoeg 9 stemmen tekort, dus toen heb ik 4 jaar buiten de raad gezeten, maar wel deel uitgemaakt van de commissie Grond en Pachtzaken. Maar die club van ons, die bleef bij elkaar, dat heeft iedereen altijd uniek gevonden, buiten de raad, wel in de commissie, die partij die bleef bij elkaar, de acht mensen van lijst Wijdeven.
Op een gegeven moment zijn we toch maar gaan samenwerken met de Dorpslijst Langenboom en is Lijst Wijdeven opgeheven. Met als gevolg dat we van twee uiteindelijk naar vier zetels in 1990 groeiden van de 13 en de gemeente. Maar toen moesten we ook een wethouder leveren en dat werd meteen intern ruzie. Om een idee te geven, in de verkiezingen was ik openlijk kandidaat gesteld voor het wethouderschap, dat geeft duidelijkheid in een kleine gemeenschap waar je iedereen kent. Maar al tijdens het overwinningsfeest zag ik dat allerlei mensen ineens minder met mij gingen praten en des te meer met elkaar. Ik moet daar bij zeggen dat ik van eerlijkheid houd, ook al is het politiek. Ik zeg gewoon wat ik ergens van vind en ook vind dat ik niet op een gegeven woord terug moet komen, ook al zou dat politiek uitkomen. Hoe dan ook, de volgende ochtend bij de vergadering nam ik nog voor de voorzitter het woord en zei: ‘Ik neem aan dat jullie me nu gaan vertellen dat ik geen wethouder word ..’ Met als eerste reactie daarop: ‘Hoe weet jij dat?’. Lijkt me duidelijk. Overigens ben ik nog wel fractievoorzitter geworden, maar er bleven conflicten en toen onze eigen wethouder de zoveelste keer goed de fout in ging, mij niet had ingelicht over allerlei zaken die in het college waren beklonken, ben ik er uit gestapt. En misschien was dat het wel definitief geweest, als onze toenmalige burgemeester, Daandels, niet tegen me had gezegd dat ik het niet zo af mocht laten lopen, omdat er zo veel mensen waren die wel vertrouwen in me hadden. Wat inderdaad bleek toen ik in 1996 weer als Lijst Wijdeven meedeed, twee zetels haalde. ‘Zie je wel, Herman….het komt allemaal goed, jouw manier van werken wordt een keer beloond, dat had ik je gezegd’.
En inderdaad, sinds die tijd gaat het bergopwaarts. Eerst zijn we gaan samenwerken met de lokale VVD, dat was een stunt, we hebben voor de verkiezingen van 2002 bekend gemaakt dat we in de raad zouden samenwerken en daar wonnen we weer aardig wat stemmen mee. En voor de verkiezingen van 2006 zijn we ook echt samengegaan en hebben samen een nieuwe partij opgericht, de 4 kernen partij. Daarmee is het succes gecontinueerd, ik ben in 2002 wethouder geworden en dat bleef ik. Het mooie is dat ik dus eigenlijk begonnen ben als een soort Langenboomse partij, uit één van de vier kernen en dat de kiezers nu overal vandaan komen, in drie van de vier kerkdorpen zijn we het grootste!
We worden ook erkend als een goede bestuurspartij, maar we staan juist ook bekend om onze openheid, we krijgen heel veel complimenten op dat punt. We zorgen in de coalitie ook soms voor kromme tenen met de algemene beschouwingen, zoals wij het opschrijven. Maar als je goed contact met de mensen wilt houden moet je geen spelletjes spelen. Ik laat me zelf nog steeds heel veel op straat zien, onze leden ook, de meeste raadsleden die zijn bijna overal aanwezig, als er wat te doen is in de gemeente Mill, er zijn minimaal een of twee leden van de partij overal bij, en dat ziet iedereen! En we zijn bezig met vragen waar de mensen ook mee zitten, zoals het behoud van voorzieningen: op het moment heeft het grootste kerkdorp behalve Mill geen winkel, alleen nog een bakkerij. En het gaat om jeugd, om de kansen op woningen voor starters, om de scholen die in de kernen behouden moeten worden, wij hebben meer onze plaatselijke thema’s dan de landelijke partijen. Wie het kleine niet eert…we hebben hier ontzettend grote projecten met recreatie en toerisme. Recentelijk een heel mooi project door de Raad gekregen. Het vormen van een Brede School goed voor 9,25 miljoen euro Een moeizaam traject maar juist door duidelijk te zijn en op alle bijeenkomsten op de scholen geweest te zijn lukt zoiets. Ik ga zelf persoonlijk regelmatig ook de groep hangjongeren opzoeken. Iets wat al tot in het Provinciehuis is door gedrongen. En als voorbeeld wordt gebruikt.
Het is niet eens zozeer dat wij ons in programma onderscheiden van landelijke partijen, het is veel meer hoe je er mee omgaat. Bij dat wat ik net noemde hebben ze toch geen echt gevoel …. Maar het is ook geen automatisme dat je als lokale partij dat gevoel wel hebt, dat moet ik er meteen bij zeggen. De andere lokale partij hier, Algemeen Belang, heeft een periode in het college gezeten, en die houden er naar mijn mening toch een heel andere stijl op na. En daarom zitten ze niet meer in het college ondanks hun overwinning in 2006. Het blijft echt gaan om de manier waarop je iets doet.
De VKP, (4kernenpartij) blijft nog steeds groeien en we hopen dat in 2010 ook positief vertaald te zien bij de verkiezingen.

Bron: bovengenoemde website.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *