Grave Lokaal

Een Belgische professor bekritiseert veranderingen in universitair onderwijs. Koen is ook aan deze universiteit verbonden.

© kos.
DM OPINIE “Het Angelsaksische model heeft ook een prijs”, dat zegt Bart Cammaerts. Cammaerts is professor aan de vermaarde London School of Economics and Political Science.
Ik heb het ontzettende voorrecht om al meer dan 10 jaar onderzoek te doen en les te geven aan een van de meest gerenomeerde universitaire instellingen ter wereld, de London School of Economics and Political Science, beter gekend als LSE. In vergelijking met mijn Belgische confraters moet ik veel minder les geven op jaarbasis en krijg ik behoorlijk meer ruimte en tijd om onderzoek te doen, om te schrijven en om mijn lessen op permanente basis te vernieuwen vanuit mijn onderzoek. Dat is heden ten dagen als academicus een enorme luxe, maar dat heeft ook een prijs.

Na de opeenvolgende liberaliseringen van de inschrijvingsgelden (door zowel Labour als de Tory’s) kost een bachelor gespreid over drie jaar maar liefst 35.000 euro in het Verenigd Koninkrijk. Een masteropleinding aan de LSE kost bovendien zo’n 25.000 euro voor één jaar studie. En dat mag je dan nog gerust verdubbelen als je er vier jaar leven in Londen bijrekent, een van de duurste steden ter wereld. Het gevolg hiervan is dat ik haast uitsluitend lesgeef aan een uitverkoren internationale elite, die het zich kan veroorloven om hoger onderwijs op dat niveau te volgen of die het risico durft te nemen om zich zwaar in de schulden te studeren, een kleine minderheid.

  •  

    België moet het Angelsaksisch model niet achterna hollen, maar er eerder voor zorgen dat de Belgische universiteiten en het onderwijs in het algemeen nog meer kunnen doen om sociale mobiliteit te bevorderen.

Geen recht maar privilege
Dit is een mes dat langs twee kanten snijdt. Zoals ik al aangaf, heeft dit mij enerzijds de vrijheid van onderzoek gegeven en de ruimte om mijn eigen onderzoeksagenda te ontwikkelen, maar anderzijds stemt dit me ook intriest. Ik ben namelijk zelf een typisch product van het Belgische system waar hoger onderwijs omzeggens gratis is (was?). Ik heb mijn studies afgewerkt op een bestaansminimum, of leefloon zoals dat nu heet (een uitzonderingsregeling). Ik heb genoten van een studiebeurs en betaalde haast geen inschrijvingsgeld. Zonder die ‘subsidies’ zou ik nooit afgestudeerd zijn. Ook mijn doctoraat kwam tot stand middels ‘overheidssteun’.

Wat mij echter verontrust is dat dat Belgische systeem, waardoor ik, alsook vele anderen, me hebben kunnen opwerken, meer en meer in vraag wordt gesteld. Vooral dan vanuit Vlaanderen. Volgens sommigen is onderwijs plots geen recht meer, maar eerder een privilege waarvoor betaald moet worden. Ze voeren hiervoor gelijkaardige individualistische argumenten aan als in het Verenigd Koninkrijk enkele jaren geleden. Waarom zou de samenleving – of eerder de beslatingbetaler – moeten bijdragen aan de studies van de dokter, de advocaat, de manager of de academicus als die dan vervolgens later goed hun brood gaan verdienen?

  •  

    Om academisch personeel de kansen te bieden zich volledig te ontplooien en gespecialiseerde expertise uit te bouwen, moet men in onderwijs investeren in plaats van besparen.

Toen New Labour in 2004 het inschrijvingsgeld voor een Bachelor wou verhogen naar 3.800 euro per jaar, stelde Tony Blair tijdens een live discussie op de BBC de naar zijn mening retorische vraag; “Waarom moet de vuilnisman betalen voor de studies van de dokter?” Waarop een jonge vrouw in de studio antwoordde: “Omdat de vuilnisman een hartaanval kan krijgen en hij de dokter dan broodnodig heeft.”

Sociale mobiliteit
Uiteraard zijn de ambities uit de jaren 80-90 met betrekking tot het democratiseringsbeleid van het hoger onderwijs maar erg gedeeltelijk ingelost. En ja, het zogenaamde mattheuseffect (Van Dale: “effect dat aan degene die reeds veel heeft (geld, roem e.d.), nog meer gegeven wordt”), waar de sociologie ons steevast op wijst, is ook van toepassing op het hoger onderwijs. Maar om dat dan als argument te gebruiken om onderwijs te reduceren tot een product en maatregelen te verantwoorden die nog meer ongelijkheid teweeg zullen brengen, is simpelweg pervers.

België moet het Angelsaksisch model niet achterna hollen, maar er eerder voor zorgen dat de Belgische universiteiten en het onderwijs in het algemeen nog meer kunnen doen om sociale mobiliteit te bevorderen en tegelijkertijd het academisch en onderwijzend personeel de kansen te bieden zich volledig te ontplooien, en gespecialiseerde expertise uit te bouwen. Dat impliceert investeren in onderwijs eerder dan erop besparen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *