Grave Lokaal

Verslag van informatieavond over jeugd: JOP en Jongerencentrum

1.    
Opening

Wethouder Gerard Adams heet de
aanwezigen welkom in deze informatiebijeenkomst over jeugd. Het idee is met de
verschillende betrokkenen die vanavond aanwezig zijn in gesprek te gaan over
het besluit van het college tot het plaatsen van een Jongerenontmoetingsplaats
(JOP) en na de pauze over de toekomst van een jongerencentrum. De wethouder
benadrukt dat het goed is dat er ook diverse jongeren aanwezig zijn, zodat er
niet alleen over jongeren, maar vooral ook mét jongeren wordt gesproken.
Om het gesprek in te leiden zal
Menno Roozendaal – de beleidsambtenaar jeugd – een korte presentatie geven.
2.    
JOP
Menno Roozendaal licht toe wat
een JOP is. Een overkapte en verlichte plaats waar jongeren elkaar buiten
kunnen ontmoeten. De insteek is dat de overlast die op diverse andere plaatsen
in Grave wordt ervaren door buurtbewoners, winkeliers en bedrijven kan worden
verminderd c.q. beëindigd. Tevens is het een wens van politie en jongerenwerk
om een JOP te hebben in Grave waar de jongeren naartoe kunnen worden verwezen
wanneer zij elders (vermeende) overlast veroorzaken. Ook jongeren zelf hebben
meermalen aangegeven behoefte te hebben aan een JOP, want “nu worden we overal
weggestuurd maar we moeten toch ergens kunnen staan”.
Het college heeft besloten tot
het plaatsen van een JOP aan de Stoofweg. In het groene gebied richting de Raam
aan de kant van het Merlet College. In het verleden stond hier een
kinderopvangcentrum. Deze plaats is onder meer door de politie geadviseerd
omdat deze in de reguliere surveillance route is mee te nemen.
Het college heeft een
omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van de JOP. De reguliere
behandeltermijn van 8 weken loopt begin augustus af, waarna het mogelijk is dat
de termijn nog eenmaal met 6 weken wordt verlengd. De aanvraag ligt thans ter
inzage. Op het eventuele besluit tot vergunningverlening kan bezwaar worden
gemaakt.
Na plaatsing van de JOP is het
voor de gemeente en haar samenwerkingspartners (boa’s, jongerenwerk, politie)
zaak om in overleg met de jongeren te zorgen voor een goed gebruik van de JOP.
Daarvoor zullen met de jongeren afspraken worden gemaakt, een soort van
huisregels.
Na de korte presentatie is er ruimte tot het stellen van vragen en het
uitwisselen van meningen.
De heer Bongers vraagt of er ook
andere gemeenten zijn met een dergelijke JOP en hoe het bij hen geregeld is.
Ja, er zijn meerdere gemeenten met een JOP. Jongerenwerker Martijn Schmiermann
noemt onder meer de gemeenten Mill & St. Hubert en Cuijk maar ook andere
gemeenten waar in sommige gevallen meerdere JOPs per gemeente zijn gevestigd. In
sommige gevallen heeft een recreatieve voorziening als een skatebaan, een
cruijffcourt of basketbalveld de rol van een JOP. In Grave is ook een
skatevoorziening die als ontmoetingsplaats voor veel jongeren fungeert.
De heer Marcellis geeft aan
betrokken te zijn geweest bij de JOP die enige jaren geleden in Grave heeft
gestaan. Het proces is destijds zorgvuldig geweest met veel overleg met
betrokken partijen en de jongeren. Uiteindelijk heeft dat niet kunnen slagen
omdat de jongeren er te veel rotzooi maakten en het niet langer houdbaar was.
Ondanks dat hij van mening is dat ook jongeren een plek moeten hebben, is hij
sceptisch over de succeskansen van een JOP, want in feite is er permanent toezicht
nodig en dat is haast niet te realiseren.
Een aantal omwonenden en leden
van de wijkraad geven ook aan sceptisch te staan ten opzichte van een JOP. De
kans is toch groot dat het uiteindelijk een bron van overlast wordt. Echter
zijn er nu ook een aantal plekken in de wijk die tot overlast leiden. Zoals het
park achter het zwembad en het tunneltje aan de Raam waar regelmatig jongeren
voor overlast zorgen. Er zijn ook te veel groepen benoemd de voorzitter van de
wijkraad mevrouw Willems. Het onderlinge respect tussen de groepen is er niet
altijd, wie kan er dan gebruik maken van de JOP ?
Vanuit omwonenden wordt aan de
gemeente gevraagd hoe wordt omgegaan met gebruik van alcoholische drank en
drugs in een JOP. De gemeente is heel duidelijk dat hetgeen wettelijk niet is
toegestaan ook niet in een JOP wordt gedoogd. De afgelopen maanden wordt door
de politie en boa’s met regelmaat gecontroleerd en waar nodig drank in beslag
genomen, verwijzingen naar HALT en proces-verbalen uitgedeeld. De jongeren
beamen dit tot hun eigen ergernis.
Ook vanuit de jongeren wordt er
kritisch gekeken naar 1 JOP en naar de locatie. We willen geen permanente
toezicht, want dan gaan we er niet staan. Sowieso niet in de kou. Maar er zijn
te veel groepen en die kunnen niet allemaal bij elkaar in de JOP. Dus bij
voorkeur zouden ze er meerdere hebben. Een overkapping van het bankje bij de
skatebaan zou al fijn zijn. Of een cruijffcourt. Misschien wat meer in Escharen
waar een goed gebruikt voetbalveldje is. Een aantal andere trapveldjes wordt
weer nauwelijks gebruikt. De jongeren vinden het daarnaast niet eerlijk dat zij
worden bevooroordeeld op eventueel verkeerd gedrag van groepen uit het
verleden.
De jongerenwerker geeft aan dat
het hele gebied Wisseveld momenteel een hangplek is van verschillende groepen.
Met name bij de politie leidt dit tot meldingen van overlast. Daarnaast is het
een afgelegen gebied waar het lastig toezicht houden is.
De conclusie van de discussie is
(niet verrassend) dat de belangen en meningen uiteen lopen. Voor de jongeren is
één JOP beter dan géén. Liever hadden ze er meer en ook nog aantrekkelijk
ingericht en aangevuld met recreatieve voorzieningen. De politie en het
jongerenwerk vragen de gemeente al heel wat jaren tot het realiseren van een
JOP. Bij het plaatsen van de JOP zal altijd discussie zijn over de locatie en de
risico’s op overlast. Uiteindelijk is het aan de jongeren zelf om te laten zien
dat zij met deze verantwoordelijkheid kunnen omgaan en een succes maken van de
JOP. De gemeente en haar samenwerkingspartners zijn verantwoordelijk voor een
goed toezicht en contact met onder meer de wijkraad en omwonenden.
3.    
Korte
pauze
Er wordt een korte pauze
ingelast.
4.    
Toekomst
jongerencentrum
Menno Roozendaal licht in een
korte presentatie de chronologie van de discussie over de toekomst van het
jongerencentrum toe.
Bij de begrotingsbehandeling in
november 2012 heeft de raad een amendement aangenomen waarmee besloten werd het
geplande jongerencentrum (in de nieuw te bouwen accommodatie) te schrappen. Overwegende
het geringe bereik/gebruik van het huidige jongerencentrum werd het college
opdracht gegeven met het huidige budget meer jongeren te bereiken.
In april 2013 werd in de
commissie Inwoners & Bestuur een notitie besproken waarin 4 scenario’s voor
de toekomst van het jongerencentrum werden geschetst. In de notitie is ook de
samenhang van het jongerencentrum (accommodatiegebonden jongerenwerk)
beschreven met het ambulante jongerenwerk en ontwikkelingen op het gebied van
de transitie jeugdzorg, maatschappelijke stages, Centrum voor Jeugd en Gezin en
de buurtsportcoach.
In een schema is zichtbaar in
welke mate de 4 scenario’s accommodatiegebonden (jongerencentrum) en ambulant
(op straat, andere activiteiten, accommodaties) van karakter zijn. In de presentatie
worden de scenario’s 2 en 3 nog eens nader in beeld gebracht omdat beiden in de
commissievergadering als meest kansrijk naar voren kwamen. Per direct stoppen
met een jongerencentrum (scenario 1) en een nieuw jongerencentrum realiseren
(scenario 4) bleken in de commissievergadering van april op onvoldoende steun
te kunnen rekenen.
Beide scenario’s gaan uit van
gebruik van Offstreet (huidige jongerencentrum aan de Landbouwstraat) totdat
het gebouw qua onderhoudsstaat langer gebruik niet meer mogelijk maakt. Op dat
moment ontstaat het onderscheid tussen beide scenario’s. In scenario 2 zal de
nadruk volledig komen op het ambulante jongerenwerk. Dat betekent dat er geen
jongerencentrum meer zal zijn, maar de jongerenwerkers vooral op straat actief zijn
en voor activiteiten gebruik zullen maken van bestaande accommodaties en
voorzieningen (o.a. sporthal, zwembad, skatebaan, buitensportaccommodaties,
trapveldjes, jongerenbus). In scenario 3 zal dezelfde ontwikkeling zich
voordoen, maar zal een (kleinschalig) jongerencentrum voor de zogenaamde
huiskamerfunctie overeind blijven.
Na de korte presentatie is er ruimte tot het stellen van vragen en het
uitwisselen van meningen.
De jongeren zijn unaniem in hun
wens dat het jongerencentrum blijft. Zij vinden het prettig elkaar daar te
treffen en zien ook het voordeel van de aanwezigheid van de jongerenwerkers en
de regelmatige bezoeken van andere hulpverleners als jeugdpreventiewerk,
jeugdagent, boa’s en preventiewerker van Novadic-Kentron. Ze ervaren dat niet
als zware toezicht maar voelen daar de vrijheid.
De jongeren zouden graag zien dat
het jongerencentrum vaker geopend is. Op dagen dat het open is, zijn ze in
ieder geval niet op straat en is er dus geen overlast van hen. Misschien wel
van andere groepen, want niet alle jongeren komen in het jongerencentrum. De
jongerenwerker vult aan dat het hier wel de grootste groep betreft die anders
op straat zou verblijven. Als jongerenwerker sta je op een gemiddelde avond met
een stagiair en vrijwilliger vaak wel op zo’n 30 tot 40 jongeren. Dat is flink
aanpoten.
Er wordt geopperd dat ouders
wellicht wat meer kunnen doen om het jongerencentrum draaiende te houden. Dat
is voor de jongeren echter geen serieuze optie. Met vrijwilligers zou misschien
nog een mogelijkheid zijn. De jongerenwerker geeft aan dat het dan wel om
opgeleide vrijwilligers moet gaan die niet uit de groep zelf komen. Want dat is
een moeilijke situatie wanneer er incidenten zijn of jongeren aangesproken
moeten worden.
In scenario 2 zien de jongeren
wel andere accommodaties waar gebruik van kan worden gemaakt. Zo wordt Esterade
genoemd, maar dat lijkt gezien ontwikkelingen met accommodaties geen reële
optie. Ook wordt Maaszicht genoemd. Maar het liefst blijven ze het
jongerencentrum gebruiken. Echter is het jongerencentrum wel toe aan een
opknapbeurt geeft ook de jongerenwerker aan. De gebouwenbeheerder van de
gemeente is reeds met aannemer wezen kijken naar de onderhoudsstaat. Dit kan op
korte termijn al leiden tot noodzakelijk onderhoud om gebruik te kunnen blijven
maken van de accommodatie. Vanuit de wijkraad Estersveld wordt het idee
geopperd bij het opknappen van Offstreet ook andere mogelijkheden te benutten,
zoals de inzet van de jongeren zelf of mensen die tijdelijk werkloos zijn. Deze
suggestie wordt positief ontvangen door de aanwezigen.
De heer Bongers vraagt de
fracties zich duidelijk uit te spreken over de standpunten met betrekking tot
de scenario’s. Hij geeft aan het gevoel te hebben dat de lokale politiek zich
niet echt sterk wenst te maken voor behoud van een jongerencentrum, ook met de
discussie in de commissievergadering in het achterhoofd. Een aantal lokale
politici geeft daarop hun mening op de toekomst van een jongerencentrum. Een
duidelijke voorkeursscenario wordt er nog niet genoemd.
De heer Leurs vraagt wethouder
Adams hoe het zit met de buurtsportcoach. Is het al zeker dat deze komt en
wordt dit meegenomen met het raadsvoorstel in september over het
jongerencentrum ? Wethouder Adams geeft aan dat het in die zin los van elkaar
staat dat voor de buurtsportcoach overleg met Cuijk en Mill & St. Hubert
loopt en dat er ook een financieel plaatje vanwege de cofinanciering aan zit.
Dus daarover komt later dit jaar een voorstel.
De heer Bongers onderstreept
nogmaals dat volgens hem sluiting van het jongerencentrum tot meer problemen op
straat zal leiden. Hulpverleningsinstanties en de jongeren hebben aangegeven
graag een jongerencentrum te behouden. Hij roept de raadsleden op dit mee te
nemen in het bepalen van definitieve standpunten in september.
De heer Leurs geeft de aanwezigen
aan dat er in de besluitvorming nog inspraakmogelijkheden zijn bij de
commissievergadering en de raadsvergadering in september.
5.    
Afsluiting
Wethouder Adams vat nog eens de
discussie over de JOP en de toekomst van het jongerencentrum samen. Het is
duidelijk dat belangen en ideeën uiteen lopen. Het is goed om daarover met
elkaar te spreken. Het is ook fijn dat er zoveel jongeren zich betrokken tonen
en aan de discussie hebben deelgenomen. Met hetgeen vanavond besproken is, zal
het college een voorstel aan de gemeenteraad voorleggen in september.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *