Grave Lokaal

Brieven aan de raad en Leon Kamps.

Geachte raad.
De vernieuwde Raad voor Openbaar Bestuur (ROB) heeft een
drietal rapporten gepresenteerd die, in het kader van verhoudingen tussen
overheid en burger, boekdelen spreken. U zult, als geïnteresseerde
volksvertegenwoordiger, deze rapporten wel kennen: “Loslaten in vertrouwen”,
Vertrouwen op democratie” en “Gij zult openbaren”. Ze handelen in de door de
overheid geconstateerde kloof tussen diezelfde overheid en de
samenleving.
Ook het rapport van de Nationale Ombudsman Mijn
onbegrijpelijke Overheid”
liegt er niet om en is er helder over dat:….’er tussen
overheid en burgers een voortdurende spanning bestaat waarvan de betekenis door
de overheid vaak miskend wordt. Deze spanning heeft als oorzaak dat de overheid
in belangrijke mate van andere waarden uitgaat dan burgers. Voor de overheid
staan “systeemwaarden”* voorop, terwijl voor burgers menselijke waarden
doorgaans zwaarder wegen”…
In het kader van bovenstaande is onze inschatting dat de
affaire Prinses Margriet een voorbeeld is van spanning tussen enerzijds het
ambtelijke en politiek bestuur en anderzijds de burger. Onze mening is dat de
acties/houding van de heer Kamps als voormalig ambtenaar van de gemeente Grave
en nauw betrokken geweest zijnde bij de procedurele gang van zaken ter
legalisering van de Ark twijfelachtig is en vraagtekens oproept. Hij was als
raadslid en nu als commissielid een uitgesproken tegenstander van legalisering.
Naar onze mening is deze politieke houding vooral ingegeven door rancune. Dat
leiden wij af uit het gegeven dat hij koste wat het kost de Prinses Margriet wil
laten stranden. Dat is zijn zaak en lijkt legitiem, maar zijn eng gefocust
 inzicht komt overeen met hetgeen de ROB en de Nationale Ombudsman in hun
uiterst kritieke rapportering menen te moeten concluderen hetgeen wij
onderschrijven en kenbaar willen maken.  
Wij maken u dan ook deelgenoot van ons schrijven (d.d. 23 mei
2013) aan de heer Kamps (zie bijlage 1).  Zijn antwoord kunt u vinden in onze
ingezonden brief in de Arena van 12 juli jl. ( zie bijlage 2). Wij gaan er van
uit  dat een politicus, die via de media de publiciteit zoekt, weerwoord van
kritische burgers mag verwachten en zich daar niet aan kan onttrekken.  De
opgeworpen kritische vragen nopen in ieder geval tot een inhoudelijke
beantwoording, in  eerste aanleg door de heer Kamps zelf, maar anders toch wel
door zijn fractie.
De heer Kamps is niet alleen voorzitter van de
VPGgrave-steunfractie maar ook beëdigd commissielid van de Graafse raad en
prominent lid van de regionale afdeling van de PvdA. Je zou zeggen politiek mans
genoeg om kritische burgers op een fatsoenlijke manier te woord te
staan.
Met vriendelijke groet,
Ben Bongaards.

Wil Baaijens.

Grave, 10 juli 2013

Geachte heer Kamps,

In de Arena van vrijdag 5 juli 2013 geeft u een korte reactie op het politiek commentaar van Freddy Klooté. Het doet ons deugd dat u hier in ieder geval achterwege laat om op pedant neerbuigende toon te spreken over uw collega politici in raad en college maar de reactie is verder heel herkenbaar van uw hand: ‘Het commentaar van Freddy Klooté in De Arena van vorige week bewijst dat Leny van Lieshout gelijk heeft. Vanwege gebrek aan steekhoudende argumenten gaat de heer Klooté maar wat schelden. Triest dat Arena hiervoor het podium biedt.’ Kennelijk plukt u uw bewijzen ergens uit de lucht. De wijze waarop u Klooté’s kritiek denkt te kunnen pareren, zegt immers heel veel over u zelf en uiterst weinig over de geadresseerde. Alsof het moreel verwerpelijk zou zijn om een andere ordening en duiding van feiten te geven dan de uwe.

Voor het overige willen wij echter vooral reageren op uw reactie aan ons adres op een aantal indringende en lastige vragen die wij u gesteld hebben. Boven aangehaalde reactie lijkt namelijk als twee druppels water op de bewoordingen waarin u ons tracht af te serveren als moreel minderwaardig. U mailde ons op 21 juni: ‘ik vind uw stuk zo eenzijdig, suggestief, insinuerend en vol halve waarheden dat ik geen enkele behoefte heb om te reageren. Alles wat u schrijft is voor uw eigen rekening en verantwoording. Ik wens dan ook in de toekomst verschoond te blijven van dit soort mails.’ Van een politicus menen wij te mogen verwachten dat hij inhoudelijk reageert op kritische vragen en niet zijn toevlucht neemt een morele diskwalificatie van de vrager en het gevraagde. Bovendien bestond de brief grotendeels uit vragen en dat maakt de diskwalificatie nog extra ongeloofwaardig.

Daarnaast, en dat is voor ons het belangrijkste, vinden we dat we niet minder dan recht hebben op antwoord op onze vragen en dat het niet aangaat ons af te schepen op de wijze die u voor ogen lijkt te hebben. Uw reactie is zwaar onder de maat en onder de gordel maar wel weer heel goed herkenbaar van andere gelegenheden waarbij u geen antwoord beschikbaar had en op gelijksoortige wijze de vragensteller trachtte onderuit te schoffelen. Kennelijk bent u niet politicus genoeg om te beseffen dat u hiermee op een presenteerblaadje opdist dat u geen verweer hebt.

Vanwege onze ervaring met u hebben wij besloten de complete inhoud van onze brief van 23 mei ter kennis te stellen aan de fractie van VPGrave en de overige Graafse partijen en politici. Met onze vraag daaraan gekoppeld of het aangaat dat een politicus kritische burgers op deze wijze afserveert. We sturen onze brief eveneens ter kennisname aan Arena. We hopen dat het ons lukt om zo de gewenste antwoorden te vinden op onze vragen die u kennelijk niet van zins bent te geven.

Ben Bongaards          Wil Baaijens  


Aan de heer Léon Kamps,
voormalig ambtenaar en raadslid van Grave, lid van de fractie van VPGrave

Grave,  23 mei 2013.

Geachte heer Kamps

U herinnert zich wellicht het briefje dat Henk Bleker de
Angolese jongeman Mauro toeschoof bij Pauw en Witteman. Dit voorval leeft voort
in de titel van een boek van Peter Kee, ‘Het briefje van Bleker.’ In het boek
wordt over de PvdA gezegd: ‘Grote compassie voor de wereld maar weinig oog voor
de mensen in hun naaste omgeving.’ Wij bleven hangen op deze kenschets omdat
deze loepzuiver de houding beschrijft van onze plaatselijke PvdA waarin u een
prominente rol speelt.. 

Met deze brief willen wij, uit politieke nieuwsgierigheid, de
rol onder de loep nemen die u en uw partij gespeeld hebben in de affaire rond
de Prinses Margriet.

Op 22 februari van dit jaar schrijft u in De Gelderlander
als commentaar op de schipbreuk van de ark ‘Prinses Margriet’:
‘Sinds begin deze eeuw liggen er twee
heldere uitspraken van hoogste bestuursrechter, de Raad van State. Deze ark
was/is niet te legaliseren! Het is een gebrek aan bestuurskracht van de
gemeente Grave dat na 10 jaar deze ark nog steeds niet is verwijderd. Dit mag
de meerderheid van de raad zich aantrekken! Ook Grave heeft zich te houden aan
uitspraken van hogere rechters. Grave is qua regelgeving geen eiland en wie dat
denkt, leeft op een eiland!’
Op de website van de Gelderland gebruikt u de trefwoorden:
  • Raad van State/ hoogste bestuursrechter,
  • Bestuurskracht
  • Symboolpolitiek
  •  

Raad van State

U lijkt de spijker op de kop te slaan. Het klinkt imponerend
uit de mond van een politicus die tevens jurist is. Als jurist dient u echter,
ons inziens, te weten dat de Raad van State geen uitspraken doet van een
strekking zoals u suggereert. Een uitspraak van de Raad van State is de
conclusie na marginale toetsing van een overheidsbeslissing. Zij beoordeelt dus
niet de inhoud van een besluit maar geeft antwoord op de vraag of een besluit
(van de gemeente in dezen) op de juiste manier tot stand is gekomen. Als Grave
zich, om uw woorden te gebruiken, had gehouden aan de uitspraak van de Raad van
State, had ons bestuur het euvel kunnen verhelpen waarop het werd aangesproken,
namelijk dat zijn besluit bestuursrechtelijk niet deugde. Vervolgens had ons
gemeentebestuur, een keus kunnen/moeten maken om ofwel het besluit zó aan te passen dat het
bestuursrechtelijk wel door de beugel kon ofwel bij nader inzien de raad moeten
adviseren een besluit te nemen om legalisatie af te wijzen.
Die tussenstap, die
keuze, heeft ons bestuur niet gemaakt. In het hele proces “Prinses Margriet”
hebt u eerst als ambtenaar Ruimtelijke Ordening (was u toen al lid van de PvdA
steunfractie?) en later als (in deze kwestie niet geheel onafhankelijk) raadslid
een belangrijke rol gespeeld. U hebt uitspraken van de Raad van State
consequent, in onze ogen ten onrechte, geïnterpreteerd als inhoudelijke
uitspraken en hebt daarmee bij herhaling de toon gezet tegen de legalisatie van
de ark. Om de zaak dan aan het eind van het liedje voor te stellen als een
onvermijdelijk noodlot, lijkt op politieke manipulatie. In onze optiek hebt u een
spelletje gespeeld met de belangen van mensen.
Uw halve waarheden en het
rondstrooien van onwaarheden door niet met naam genoemde appellanten, zijn de
mensen van de ark duur komen te staan. U wist dat als ambtenaar en u wist dat
als politicus. Voor ons gevoel raakt dat pijnlijk aan de integriteit,
transparantie en de  betrouwbaarheid van
de lokale politiek, om maar niet te spreken van de  onafhankelijke adviserende en uitvoerende rol
van de ambtelijke bureaucratie. Wanneer op deze manier de overheid legitimeert,
dat burgers via de bestuursrechter getrakteerd worden op bestuurstechnische
tegenwerking van een gemeente die haar zaken niet op orde kan houden of wil
brengen.
Bovendien vragen wij ons af of u als raadslid niet kenbaar had moeten
maken dat u in het verleden, als ambtenaar in dienst van de gemeente Grave,
nauw bij deze zaak betrokken bent geweest.  
Bestuurskracht en
vergissingen.

U laakt in uw commentaar de ‘bestuurskracht’ van Grave  Maar spreek dan over ‘onze bestuurskracht’. Hier uw oud-collegae bestuurders/politici de
les lezen, heeft akelig veel weg van de vos die de passie preekt.  Wij zien hier weliswaar ook een vleugje
zelfreflectie in uw gedachtegang, zij het dat u hierbij de begrippen
bestuursmacht en bestuurskracht met elkaar verwart. U schrijft dat Grave, waar
het gaat om regelgeving. geen eiland is. Niets lijkt minder waar… Grave is, in
onze ogen, een eiland van abominabel bestuur, rammelende regelgeving en bestuurders
en politici die spinnen in plaats van besluiten nemen en besluiten eerlijk
uitleggen. Als u spreekt over bestuurskracht dan helpt het u wellicht als wij u
herinneren aan ’t Trefpunt, het Wisseveld, het gesjoemel bij de bouw van het
stadhuis, het MFC, de affaire Litjens, en de teloorgang van de sociale
woningbouw. Bij al deze affaires hebben bestuurders en politici van PvdA-huize
een grote vinger in de pap gehad. Ons oordeel is dat u alle reden hebt, als u
praat over bestuurskracht, eerst bij uzelf te rade te gaan vooraleer u uw
politieke collegae kapittelt. U hebt namelijk op beslissende momenten, als
raadslid, vaak een leidende rol gespeeld, hebt zich ‘vergist’ in de draagwijdte van uw ambtelijk en politiek handelen
maar suggereert desalniettemin dat u een objectief oordeel toekomt. Hoe rijmt u
dat?

In de kwart eeuw geschiedenis van de Prinses Margriet hebt u,
zoals in het bovenstaande benoemd is, 
een toonaangevende rol gespeeld. In eerste instantie was u de ambtenaar
(met een sterke PvdA binding) die er mede voor had moeten zorgen dat de wil van
de gemeenteraad, legalisatie van de ark, loyaal had kunnen worden uitgevoerd.
Uw ‘ambtelijke vergissing’ van
destijds om het compensatiegebied (voor de aanleg van de wildwaterbaan) niet te
laten eindigen vóór de
ligplaats van de boot (weggetje) maar bij de bomvrije, heeft een bepalende
belemmerende rol gespeeld bij beslissingen in beroepszaken. U hebt geen vinger
uitgestoken om die ‘vergissing’ te
herstellen.
Wij menen ons te herinneren dat de PvdA nauw betrokken was bij het project “Wildwaterbaan”,
in het kader waarvan binnen de gemeente Grave een compensatiegebied aangewezen
moest worden. Dat was nodig vanuit het landelijk natuurbeleid.
In de raadsvergadering van 11 oktober 1996, toen de
legalisatie via een artikel 19-procedure soepel gerealiseerd had kunnen worden
door aanpassing van het bestemmingsplan (simpel een bevoegdheid van de raad) werd
de raad op initiatief van een PvdA-raadslid op het verkeerde been gezet. Uw
raadslid drong er op aan ‘de koninklijke weg’ te bewandelen en de kwestie te
regelen in een nieuw bestemmingsplan. Was hier sprake van een welgemeend
politiek advies of van bewuste politieke manipulatie ten nadele van de ark? Aangezien
u, in eerste instantie, enkele jaren als ambtenaar bij de problematiek van de
ark betrokken was geweest, had het u gesierd, wanneer u later, als raadslid,
bij de behandeling van voorstellen rond de Ark een wat terughoudender houding had
ingenomen of uit integriteitsoverwegingen kenbaar had gemaakt dat u als
ambtenaar nauw betrokken was met de ambtelijke bemoeienis in de zaak Prinses
Margriet. Een ‘vergissing’ of
bedenkelijke politieke inschatting van u om dit aspect te veronachtzamen? Er
valt nauwelijks langs op te kijken dat in de zaak ‘Prinses Margriet’ er een
innige samenwerking bestond en bestaat tussen het ambtelijk apparaat en de
appellanten waarvan een oud PvdA raadslid woordvoerder was (is). Tijdens
raadsvergaderingen is dat ook de burgers niet ontgaan. Die kunnen niet anders
concluderen dat van ambtelijke neutraliteit geen sprake is geweest. Bovendien
valt niet te negeren dat, in het verlengde hiervan, ook de provinciale
ambtelijke bureaucratie beïnvloed is en dat er daardoor ook flink wat af te
dingen valt op de zienswijze van de provincie. We zouden hier, in uw trant, een
uitroepteken bij kunnen plaatsen maar houden het op een vraagteken. We hebben
immers niet de behoefte om bezweringsformules uit te spreken maar om wat
kritische vragen te stellen aan uw adres.
We willen nog even terugkomen op de interventie van een PvdA-raadslid in
bovengenoemde raadsvergadering van 11-10-1996 toen de ark met succes
gelegaliseerd dreigde te worden door wijziging van het bestaande
bestemmingsplan. Het gemeentebestuur had dit toen soepel kunnen regelen. Helaas
is dit niet gebeurd maar wel zijn in de daarna gevolgde procedures (opzettelijk?)
fouten gemaakt waar u als ambtenaar en als raadslid mede debet aan was. We
noemen die fouten.
·        
Naar de provincie toe zou er sprake zijn van een aan
te leggen parkeerplaats van 2000 m², terwijl deze door de Ark nooit is gewenst.
Een ‘vergissing’?
·        
Er zou sprake zijn van een bestemmingsvlak voor
horecadoeleinden van 6000m², terwijl hier nooit sprake van is geweest. Een ‘vergissing’?
·        
De grens van de in het streekplan bedoelde GHS (Groene
Hoofdstructuur) werd foutief gelegd  bij
de stadsrand in plaats bij het weggetje tussen Cuijkse Dijk en de Ark. Een ‘vergissing’?
·        
In het nieuwe bestemmingplan werd het weggetje als
‘niet bestaand’ dus als ‘nieuw’ aangeduid, terwijl het weggetje al eeuwen in
gebruikt is. Een ‘vergissing’?
U wist
en weet als raadslid (toentertijd)  en RO-deskundige
van professie exact hoe de  hazen behoren
te lopen. Tegen het licht van de houding van verzet van wethouder Van Geest en
de PvdA-fractie tegen het nog langer gedogen of het legaliseren van de ‘Prinses
Margriet’  is het onderstaande dan ook niet
opzienbarend.
In De
Gelderlander van 11 september 2006 verwoordt u mede het standpunt van wethouder
Van Geest en uw raadsfractie. We citeren de krant:
“Kamps vindt dat de uitspraken van de Raad van
State voor zich spreken. Natuurlijk hoor je van verschillende kanten ‘ach, laat
die ark daar toch liggen’. Maar hij ligt er illegaal. De familie Van Steen
heeft alle mogelijkheden gehad en genomen om via uitspraken de situatie te
legaliseren en dat is niet gebeurd. Daar moet je je dan bij neerleggen. Het
gaat hier ook om de geloofwaardigheid van de politiek.
Er
wordt hier met gebruik van uw woorden wederom een verkeerde voorstelling van
zaken gegeven (vergissing?).  ‘De familie Van Steen heeft alle
mogelijkheden gehad……’. Wij zouden er aan toe willen: ‘behalve die van een
plaatselijke overheid die adequaat, eerlijk en ruimhartig gevolg geeft aan wat
de Raad van State haar opgedragen had te doen, namelijk ervoor zorgen dat haar
besluiten de toets der kritiek in bestuursrechtelijke zin konden weerstaan. In
plaats daarvan heeft ons bestuur, mede op uw instigatie, het oordeel van de
Raad van State geïnterpreteerd als een inhoudelijke uitspraak. De gemeenteraad heeft
zich op het verkeerde been laten zetten, onder meer door u. Iets anders valt er
eigenlijk niet van te maken.
In de
tussentijd was het streekplan aangepast en versoepeld. Recreatief medegebruik in
de Groene Hoofd Structuur (GHS) werden daardoor inpasbaar mits zij kleinschalig
waren. Na een gesprek met de toekomstige exploitanten van de ark ging het
college er in 2006 mee akkoord dat de ark langs deze weg gelegaliseerd zou
worden en heeft het de initiatiefnemers verzocht binnen zes weken een
ruimtelijke onderbouwing aan te leveren.
Moedwillige ambtelijke traagheid
Begin 2007 werd de door het bureau Pouderoyen (door de Ark
betaald) opgestelde ruimtelijke onderbouwing aan het college aangeboden.
Door (moedwillige?)
ambtelijke traagheid duurde het
echter te lang voordat de onderbouwing werd doorgestuurd naar de provincie en
de adviescommissies  Provinciale
Planologische Commissie (PPC) en de commissie Toerisme en Recreatie (T&R).
Deze
laatste commissie bracht, na een bezoek aan de ark, voor de ark positieve
adviezen uit die, samen met de principe-uitspraak van de directie Ruimtelijke
Ordening & Handhaving (RO&H) door de provincie in het voorjaar van 2009 
aan college en raad werden aangeboden. De ambtelijke verwerking van de
onderbouwing alleen al nam dus ruim 2,5 jaar in beslag. Dit voorstel kwam zomer
2009 in de raad aan de orde. De raad ging akkoord met de zienswijze en de
procedure rond de uitwerking van het bestemmingsplan kon van start. Het college
maakte vervolgens bekend dat het bestemmingsplan pas begin 2010, later 2011, zou
worden vastgesteld. Ook hier lijken er weer ambtelijke vertragingstactieken toegepast
te zijn. Uiteindelijk werd het voorontwerp pas eind 2011 ter visie gelegd en werd
het in het vroege voorjaar van 2013 het bestemmingsplan ter goedkeuring aan de
raad aangeboden. In het bestemmingsplan zou de ligging van de Ark wederom
gelegaliseerd moeten worden. VPGrave, stemde tegen. Op de website van de
Gelderlander vernamen wij u commentaar. Overigens uw goed recht.
De
vertragingen zijn fnuikend geweest voor de 
mogelijkheid om alles goed te regelen in het bestemmingsplan. In de
tussentijd was namelijk de Nieuwe Verordening Ruimte (2011) in werking getreden
waardoor er roet in het eten werd gegooid.
Is het erg vergezocht hier een vermoeden van ambtelijke voorkennis aan te
verbinden? Voorkennis van de op handen zijnde (nieuwe) verordening namelijk?
Kan hier sprake zijn van doelbewuste ambtelijke manipulatie om het raadsbesluit
van 2009 de das om te doen?



Weliswaar
kunnen adviezen van ambtelijke diensten (zie boven: PPC, T&R en RO&H)
worden genegeerd maar dat kan niet zonder motivatie. Professor Roel Fernhout
noemt het bestuursrechtelijk onjuist om zulks wel te doen. Is het een vergissing om iets anders te beweren?
Volgens Fernhout is het bovendien niet helder waarom bij kleinschalige
projecten geen gebruik gemaakt kan worden van ‘het meerwaarde-instrument’ of van
ontheffingsregels zoals in de Verordening Ruimte 2012 zijn opgenomen. Met
andere woorden: de mogelijkheden om in het bestemmingsplan van de
ontheffingsmogelijkheden gebruik te maken, zijn niet benut.
Ook
een vergissing ten nadeel van de
ark?
Bovenstaande
zaken zijn u weliswaar niet één op één toe te rekenen; ze zijn wel genomen door
een gemeenteraad waarvan u en/of uw fractie deel uitmaakte (PvdA en VPGrave) en
waarin niet ter sprake is gebracht dat deze bestuurlijke kansen er lagen om de
Prinses Margriet ter wille te zijn.

U en uw fractie waren wel van de partij om de appellante(-)n doorlopend met
alle egards te behandelen. U hebt mede in de kaart gespeeld dat haar/hun
belangen het gewicht hebben gekregen dat ze toegedicht is. U hebt nadrukkelijk
nooit enig vraagteken gezet bij de representativiteit van appelante(-)n en
daardoor ook nooit mee kunnen wegen of er daarbij oneigenlijke belangen aan de
orde waren. Voor uw fractie was er ons inzien wel degelijk sprake van (de
schijn van) belangenverstrengeling maar uit niets blijkt dat u en uw fractie
ook maar ergens een alarmbel hebben horen rinkelen, laat staan dat u zelf de
klepel gezocht heeft.
 
Formele argumenten, zoals provinciaal beleid, hebben
bovendien de facto geen rol mogen spelen, omdat u met uw handelwijze de
provincie geen kans geboden hebt om zich laten overtuigen door een
gemeentebestuur dat met één mond spreekt. De provincie heeft geen kans gehad om
zich in politieke zin over de zaak uit te spreken, omdat er, mede door u,
doorlopend voor gekozen is om de zaak op ambtelijk niveau af te handelen.
Zoals
reeds gezegd, gaat het voor een deel om zaken waarbij u rechtstreeks betrokken
was als ambtelijk adviseur, raads- en/of fractielid. Voor ander deel gaat het
om uw fractie die de facto geen middel schuwde om de ark schipbreuk te laten
lijden. Van de PvdA wordt gezegd ‘Grote compassie voor de wereld maar
weinig oog voor de mensen in hun naaste omgeving.’ De familie Van Steen weet er
over mee te praten. Veel Gravenaren zullen het beamen. U praat over
bestuurskracht terwijl de niet meer uit te voeren regelgeving in Nederland
juist steeds meer neigt naar willekeur en bestuursmacht. Veel politici hebben
geen benul meer van wat de bevolking denkt en wat haar bezig houdt. U en uw
fractie (PvdA) lijken schoolvoorbeelden van dit gebrek aan voeling met de
maatschappij. Uw bejegening van de Prinses Margriet kan nauwelijks tot een
andere vaststelling leiden.
Met vriendelijks groet.
Ben
Bongaards  

Wil
Baaijens.

 
 

Een gedachte over “Brieven aan de raad en Leon Kamps.

  • Harry C.A.Daudt

    De heren Baayens en Bongaards
    op hun best;
    research,schrijfstijl en leesbaarheid gaan hand
    in hand;
    mijn welgemeende complimenten.
    LEEST HET VOORT-LEEST HET VOORT

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *