Grave Lokaal

Gastcolumn Ben Bongaards: Gaat de coalitie de rekenkamer wakker kussen?

We kennen het van sprookjes, een lange slaap,
en vervolgens wakker gekust worden door een schone prins. Als politiek item
kennen we het alleen in Grave. De gemeentelijke rekenkamer. 
Rekenkamers zijn er
om controle (achteraf) uit te oefenen op het gevoerde beleid. In het geval van
het Graafse gemeentebestuur, dus het college van b&w, en, het eigenlijke
hoofd van de gemeente, de raad. Omdat Grave een kleine gemeente is, is de
rekenkamer hier ingebed in een soort samenwerkingsverband maar voor haar
feitelijk functioneren maakt dat niet veel uit. Als het gemeentebestuur een onderdeel
van zijn beleid aan de rekenkamer wil voorleggen, moet het zelf de opdracht
formuleren en het geld op tafel leggen dat zo’n onderzoek gaat kosten.
Er zijn inmiddels twee rapporten verschenen
van de gemeentelijke rekenkamer, over ’t Trefpunt in Velp en ’t Wisseveld in
Grave. Beide rapporten hebben veel van een deceptie. De rekenkamer is in beide
gevallen onvoldoende opgetuigd geweest om haar opdracht grondig, laat staan
uitputtend uit te kunnen voeren. Daarbij ging het om het geld. Goede waar kost haar
prijs en goed onderzoek is daar geen uitzondering op. Het ging echter ook om de
bevoegdheid van de rekenkamer. Als het archief, als dat van Grave, een winkel
is van Malle Pietje, moet zo’n rekenkamer de ruimte krijgen om mensen te horen,
liefst onder ede. In beide gevallen is dat niet gebeurd. Het waarom is
onbekend. Speculerend kom je al gauw op het feit dat de bodem van de schatkist
in zicht is. 
Dat kan echter niet de enige reden zijn; als politiek iets echt wil, schept ze de mogelijkheden om
het te verwezenlijken. Gebrek aan politieke wil (en durf) zal dus ook wel een
grote rol gespeeld hebben.
In beide gevallen hebben de rapporten veel weg
van gatenkazen. De meest voor de hand liggende vervolgstap zou daarom in beide
gevallen geweest zijn om de rekenkamer alsnog een dikkere beurs en ruimere
bevoegdheden te geven. Is niet gebeurd. Weer moeten we speculeren over de reden
maar als je je oren en ogen goed de kost geeft, terwijl u het raadswerk
gadeslaat, dringt de motivatie zichzelf op. Pure armoede, politieke armoede en
defaitisme. Het is bijna een noodkreet; ‘we hebben geen vat meer op ons
functioneren’.

Het ondenkbare gebeurde wel, de rekenkamer werd in slaap gebracht. Dat wisten
ze kennelijk nog van ‘de schone slaapster’ en ‘sneeuwwitje’. De roes heeft geen
honderd jaar geduurd; een half jaar later komt de rekenkamer alweer om de hoek
kijken. Er pleegt wel eens wat mis te gaan in ons stadhuis.
Er ligt weer zo’n flagrante aanfluiting op de
balie van het stadhuis, de extreem dilettantische manier waarop Grave de
problemen rond de scheepswerf heeft gemanaged. Met de handen in de zak toekijken
en commentaar leveren aan de zijlijn. Zonder zich in de materie verdiept te
hebben. Het oude verhaal. Slechte, onsamenhangende communicatie. Met de werf
zelf, met de provincie en vooral intern op het gemeentehuis. Waardoor de
wethouder (Daandels) van toeten noch blazen wist maar wel fris van de lever
commentarieerde dat de bedrijfsvoering van de werf niet deugde. Geen
tunnelvisie maar spiegelvisie.
Met een vertraging van een maand of wat is de
gang van zaken rond de werf de raad alsnog in het verkeerde keelgat geschoten. Er
zou een raadsenquête moeten komen. Vergelijkbaar met een parlementaire enquête.
Een krachtig onderzoekswapen maar natuurlijk niet krachtiger dan de lieden die
de enquête zouden moeten uitvoeren… Daarom is het waarschijnlijk niet eens zo
slecht om een paar keer te slikken en alsnog op de proppen te komen met de
rekenkamer. Maar goed dat de raad niet de bevoegdheid had om de rekenkamer op
te heffen…
Het zou wel een goed ding waard zijn, als de
raad nu ook de grote les van de vorige twee onderzoeken heeft geleerd of alsnog
gaat leren. We kunnen allemaal op onze vingers natellen wat er ontbreekt op het
stadhuis. De ambtelijke ondersteuning is verzorgd door de mensen die bij
herhaling hebben laten blijken die niet te kunnen of willen leveren. De
bestuurlijke onmacht is er daarom alleen maar groter op geworden. Je hoort
Daandels van alles zeggen; maar ‘sorry’ hoort niet tot zijn vocabulaire. Een
archief als de schoenendoos van opoe, een wethouder die zonder dat archief
ontbloot is van iedere kennis van zaken. Een raad die eigenlijk nooit veel meer
gedaan heeft dan toekijken, machteloze besluiten nemen en lippendiensten
verlenen. Als je dan een rekenkamer in de arm neemt, moet die ook voldoende
middelen (financieel en politiek) hebben om haar taak fatsoenlijk uit te
voeren. Getuigen verhoren, onder ede. De werf zelf om te beginnen en de
provincie, met wie tot nu toe vooral spelletjes gespeeld zijn, waarvan we ons
alleen maar kunnen afvragen of het echt vuile of alleen maar domme spelletjes
zijn. Voor het resultaat doet dat er niet toe…
Er zijn flink wat colleges en wethouders bij
de zaak betrokken geweest. Die hebben alle hun bijdrage geleverd aan de
problemen die er liggen. De buurtbewoners horen recht van spreken te krijgen.
Door de jaren heen zijn zij vooral de bliksemafleiders geweest voor de gemeente
die tot niet veel meer in staat is geweest dan pappen en nathouden.
Een rekenkameronderzoek over de werf. Mijn
oordeel: een goed idee. Maar neem jezelf dan ook eens een keer serieus als
opdrachtgeefster en doe niet net als die andere keren alsof het eigenlijk
alleen maar om een doekje voor het bloeden gaat. Zo’n onderzoek gaat echt
ergens over en hoort daarom afdoende opgetuigd te worden. Als dat niet gebeurt,
hoef je geen verwachtingen te koesteren. Je moet geen onderzoek willen, als je
bestuurlijke lichaamstaal iets anders zegt dan wat de mond belijdt. Bij ’t
Trefpunt en ’t Wisseveld is de enig houdbare conclusie dat dat het geval is
geweest. Daar nog een derde statie aan toevoegen is politiek wat al te
opzichtig. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *