Grave Lokaal

Discussiebijdrage Wil Baaijens.

Geachte Ondernemingsraad.

Lees ik uw reactie op de columns van Ben Bongaards en Freddy
Klooté, die geplaatst zijn op de website van Jacques Leurs, dan constateer ik
dat u tot de conclusie komt dat beide schrijvers nergens echt over de schreef
gaan noch dat zij lasterlijk of iets dergelijks zijn. Met andere woorden
eigenlijk is er niets aan de hand.
Note: dat u het democratisch recht van vrijheid van
meningsuiting van burgers bestempelt als folklore kan ik, humoristisch gezien,
wel waarderen, al heeft het uit de mond van bestuurders wel een bedenkelijke
bijsmaak.
Interpreteer ik de columns van Ben Bongaards en ook het
schrijven van Freddy Klooté goed dan worden hun pijlen van kritiek vooral gericht
op de politieke ambtsdragers van de gemeente en hun naaste ambtelijk beleidsmedewerkers/adviseurs.
Een groep die ook binnen uw raad vertegenwoordigd is. Ook ik, met reden, heb twijfels
aan de competentie en opstelling van enkele van de Graafse politieke
ambtsdragers en ambtelijke beleidsmedewerkers/adviseurs, dat mag bekend zijn. Ik
wil echter wel aangeven dat in de loop der jaren dat ik contacten heb gehad met
ambtenaren op de werkvloer: aan loket, receptie, balie of anderszins, dezen
zich altijd dienstbaar en competent hebben opgesteld. Zij zijn beslist niet
debet aan het minder positieve imago van de ambtelijke organisatie bij de
gemiddelde burger
Wat ik niet goed begrijp is de nogal opgeklopte/hysterische
reactie van het College van Burgemeester en Wethouders op het bericht van de
Ondernemingsraad van de Gemeente Grave. (OR)
U als ondernemingsraad geeft aan dat wat geschreven wordt
door genoemde kritische burgers voor u niet vleiend is, maar niet lasterlijk of
iets dergelijks. Het College heeft daar een heel andere mening over en dreigt
zelfs de vrije meningsuiting in te perken met acties als daarvoor geschikte
middelen ter beschikking zou komen te staan. Naar aanleiding van die reactie
van het College van Burgemeester en Wethouders heb ik enkele vragen:
  • het
    college schrijft:” Echter, de aan
    belediging grenzende uitlatingen over bewoners van onze gemeente en over
    medewerkers van onze gemeente vinden wij verwerpelijk”.
    Hoe valt dit
    te rijmen met uitlatingen van wethouder Daandels in de media waarin de
    directeur van de scheepswerf wordt neergezet als een “slechte”ondernemer. Mogen
    politieke ambtsdragers in Grave publiekelijk wel verwerpelijke  uitspraken lanceren, maar is een
    kritische opstelling van burgers ten opzichte van het gemeentelijke
    bestuur bijna een halszaak?; 
  • hoe
    valt dit bijvoorbeeld te rijmen met de door de ambtelijke organisatie openlijk
    ondersteunde “appellante(n?) Prinses Margriet”. Dan denk ik aan: a) Het
    niet vrijgeven van de appellantenlijst. (Deze zou bij de gemeente bekend
    zijn). b) Het niet tegenspreken van de, naar mijn mening, kwaadaardige
    suggestie van “appellante(n?) dat er sprake zou zijn van een Partyboot met
    alle negatieve elementen die daar bij horen. c) Het ondersteunen van de
    niet gefundeerde beschuldiging dat “Appellanten” door de bewoners van de
    Ark zou zijn bedreigd.  Over
    lafhartig gesproken;
  • het
    college schrijft:” De ongefundeerde
    opmerkingen over en de negatieve kwalificaties van medewerkers vinden wij
    bovendien lafhartig omdat ambtenaren zich niet kunnen verweren tegen deze
    uitlatingen”.
    Eigenlijk geeft het college de Graafse ambtelijke
    organisatie een brevet van onvermogen. Nergens in de wet staat, wederom
    mijn inziens, dat een ambtenaar of zijn leidinggevende geen ruimte zou
    hebben voor een publiek debat. In tegendeel zelfs. Volgens artikel A
    15:5:15 van de ambtenarenwet heeft de ambtenaar het recht zich in het
    openbaar te verweren tegen uitlatingen in het openbaar gedaan over hem in
    zijn hoedanigheid van ambtenaar. Daaronder begrepen uitlatingen over door
    hem uitgebrachte adviezen. De wijze waarop het verweer zal worden gevoerd,
    wordt in overleg met hem vastgesteld. De (gemeente)raad kan ter zake
    nadere regels stellen.
 
Een ondernemingsraad hoort onafhankelijk te zijn zowel ten
opzicht van de directie (College) als ten opzichte van de vakbonden. Een
ondernemingsraad dient in onafhankelijkheid de belangen te behartigen van het
bedrijf of organisatie waarvoor zij is uitgekozen. Mijn vraag aan u is: Voldoet
de Graafse ambtelijke OR aan die kwalificatie?
 
M.v.g. Wil Baaijens.
Zes jaar ervaring als lid van de ondernemingsraad van de
Nedlloyd Rederijdiensten. Een onderdeel van de toenmalige Nedlloyd met
ettelijke duizenden medewerkers.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *