Grave Lokaal

Column op de site van het genootschap van burgemeesters.

Griffier-burgemeester

In mijn eerste gemeente startte ik met een roulerende griffier: de gemeentesecretarissen uit naburige gemeenten rouleerden bij de buren als griffier. Met als voordelen: een lage prijs en hoge kwaliteit. Voor zeer kleine gemeenten toen een uitkomst. Maar zoals wel vaker bij een goede oplossing: de minister verbood dergelijke slimmigheid.

Nu in een middelgrote gemeente ben ik gezegend met een volwaardige griffie en een slimme griffier. De duale verhoudingen zijn duidelijk en het trio secretaris, griffier en burgemeester zijn aan elkaar gewaagd. Zonder enige twijfel zijn de goede menselijke verhoudingen van het grootste belang bij
een mooi samenspel tussen raad en college. Niet al te rigide en met respect voor elkaars rollen. So far so good. Bij een dergelijk vertrouwen zijn geen regels of scherpe afspraken nodig.

Maar wat indien het vertrouwen minder is? Wat indien de griffier persoonlijke ambities heeft die verder reiken dan zijn taak? Zo’n buitenparlementair raadslid kan dan destructief
werken voor de onderlinge verhoudingen met de burgemeester en de gemeentesecretaris.

Ik zie de griffier als de belangrijkste adviseur om mijn rol van voorzitter van de raad echt goed waar te maken. Hij (het is een hij) hoort en ziet de raad van dichtbij. Zo ontvang ik de signalen om mijn taak waar te maken. Dit geldt mutatis mutandis ook voor de gemeentesecretaris in relatie tot het college.

Met andere woorden de driehoek griffier – secretaris – burgemeester regelt de dagelijkse goede gang van zaken naar college en raad.
Maar nu de formele kant. Voor de secretaris is het scherp. Maar wat nu ten opzichte van de griffier? Dit is een onbeantwoorde vraag in de vorming van het dualisme. En wie anders dan Douwe Jan Elzinga mag daar een advies op geven in de handreiking over ‘De (rechts) positie van de griffie(r) in het
decentrale bestuur’, in opdracht van de Vereniging van Griffiers.

Een van de meest in het oog springende adviezen is dat de positie van de griffie(r) zoveel mogelijk losgekoppeld dient te worden van het college. Het verdient in zijn ogen aanbeveling om voor de dagelijkse werkgeverstaken uit de raad een commissie samen te stellen: de werkgeverscommissie.

Voor alle zaken staat het voor mij buiten kijf dat de raad en alleen de raad werkgever is. Maar voor de dagelijkse werkgeversrelatie is dit mijns inziens onpraktisch en onwenselijk. Zoals een voorzitter van het college de aangewezen persoon is in de dagelijkse verhoudingen tot zijn secretaris, is toch de
voorzitter van de raad de aangewezen persoon om de dagelijkse werkgeversrelatie met de griffier te hebben. Ook in geval van een conflict tussen griffier en secretaris heeft de werkgeverscommissie toch een eigen belang. Door zijn dubbelrol moet de burgemeester wel een afgewogen en onafhankelijk
oordeel geven. Elzinga adviseert dit vanuit een in mijn ogen wel erg legislatieve gedachte dat de burgemeester wel voorzitter van de raad is, maar er geen deel van uitmaakt.

Wellicht de burgemeester als voorzitter van de werkgeverscommissie?

Ik kijk uit naar het NGB advies over de griffier…
Sander W.J.G. Schelberg,
burgemeester van Teylingen,
lid redactiecommissie 

Laat het Burgemeestersblad ook eens aan uw griffier lezen…!

P.S. Door te googlen met de naam van onze waarnemend burgemeester kom je dergelijke berichten tegen.

Een gedachte over “Column op de site van het genootschap van burgemeesters.

  • Beste Jacques Leurs,
    Door te googlen op griffier kwam ik jouw artikel tegen. Toevallig hebben wij in de griffierskring Utrecht West een presentatie gehad vanuit Montfoort over dit onderwerp. In die kring zijn de meningen verdeeld, afhankelijk van de vraag waar de griffier het beste mee kan werken. De vraag wat de beste optie is, hangt dus samen met de verhoudingen. Als een burgemeester nogal monistisch is en de griffier komt goed op voor de belangen van de raad, ook in de driehoek, dan is het een probleem als die griffier vervolgens ook de burgemeester als werkgever heeft. Omgekeerd komt het ook voor dat werkgeverscommissies hun taak niet waarmaken door tijdgebrek, desinteresse of gebrek aan kennis. In dat geval is het voor de griffier een zegen als er een aanspreekpunt is, waarmee snel zaken kunnen worden gedaan. Persoonlijk ben ik sterk voor een werkgeverscommissie, het primaat ligt immers bij de raad, ook als er een conflict is met de secretaris. Overigens kunnen raadsleden alleen belangen hebben bij de secretaris als het gaat om het wel of niet toekennen van ambtelijke bijstand. Verder komen raadsleden de secretaris niet vaak officieel tegen.
    groeten,
    Paul van Ruitenbeek
    griffier.

    Beantwoorden

Laat een antwoord achter aan Paul Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *