Financiële gevolgen herindeling. Met dank aan de gemeentelijke website van Boxmeer. Niet teruggevonden op de Graafse website.
Foto van een van de vele bijeenkomsten over de bestuurlijke toekomst. Hier in Boxmeer. |
Betreft Financiële gevolgen herindeling
Geachte raadsleden uit het Land van Cuijk,
Tijdens de bespreking van het Berenschot rapport en de aanbevelingen van Peter van der Velden in
de gemeenteraad van Mill en Sint Hubert hebben wij stilgestaan bij de financiële gevolgen van een
herindeling. In tegenstelling tot bij ‘reguliere’ gemeentelijke samenwerking of bij ambtelijke fusie,
heeft een herindeling financiële gevolgen voor de algemene uitkering die de gemeente uit het
gemeentefonds ontvangt. Een ander financieel gevolg van herindelen is de vergoeding voor
frictiekosten die het rijk aan de herindelende gemeenten ter beschikking stelt.
In het kader van de verkenning heeft Frontin Pauw BV een doorrekening gemaakt van deze
structurele en eenmalige vergoedingen. Op pagina’s 111-112 van het rapport wordt hier een korte
toelichting op gegeven. In dit memo worden de cijfers nog eens nader toegelicht. Hierbij dient te
worden aangetekend dat indien de gemeenten besluiten de herindelingsprocedure te starten, de
provincie in het kader van de Wet ahri een zeer uitgebreide doorrekening maakt van de financiële
gevolgen op basis van de meest actuele cijfers. De hier genoemde cijfers moeten dus worden
gezien als een indicatie.
De berekening is uitgevoerd voor het uitkeringsjaar 2020 op basis van de september-circulaire
2016, waarbij de uitkeringsfactor is genomen tegen zogenaamde constante prijzen. Ontwikkelingen
zijn de uitbreiding lokaal belastinggebied, doorontwikkeling objectieve verdeelmodellen sociaal
domein, overheveling van sociaal domein naar de algemene uitkering, vereenvoudiging
verdeelstelsel, evaluatie normeringsmethodiek, compensatie voor regio’s met grote economische
potentie enzovoort. De effecten van deze (mogelijke) ontwikkelingen zijn niet in de berekening
meegenomen.
Voor de berekening is gebruik gemaakt van de opgaven die de huidige gemeenten in hun eigen
account van webapplicatie PAUW (voor de berekening en analyse van het gemeentefonds) hebben
opgenomen. De aantallen en waarden van vele maatstaven kunnen van de afzonderlijke
gemeenten bij elkaar opgeteld worden. Bij een aantal maatstaven leiden de opgetelde
basiseenheden echter tot afwijkende uitkomsten omdat er drempelwaarden in de formule zijn
opgenomen. Te denken valt aan de parameter ‘zorgwoningen’ onder de maatstaf ‘woonruimten’, de
maatstaf ‘sterke groei leerlingen voortgezet onderwijs’ alsmede de zogenaamde dichtheidsfactor.
Daarnaast zijn voor een aantal maatstaven her berekende basiseenheden opgevraagd bij het CBS,
omdat bij samenvoeging andere gewogen gemiddelden kunnen ontstaan. Denk hierbij aan
maatstaven als klantenpotentiëlen, bodemfactoren en omgevingsadressendichtheid.
met de herindeling. Denk hierbij aan het in elkaar schuiven van de ambtelijke diensten, huisvesting,
automatisering, harmoniseren van verordeningen en dergelijke. De ervaring leert dat de bijdrage
voldoende is de kosten af te dekken. Een eventueel overschot kan voor andere doeleinden worden
ingezet. Vanaf het jaar van herindeling ontvangt de nieuwe gemeente een bijdrage in vier
opeenvolgende jaren in het tempo 40 – 20 – 20 – 20 % ( = 100%). In het jaar voorafgaand aan de
herindeling ontvangen gezamenlijke fusiepartners een kwart van voornoemde 100%. Dit wordt
gelijkelijk onder de partners verdeeld, ongeacht de schaalgrootte.
In onderstaande tabel is zichtbaar
hoeveel wordt ontvangen.
Frictiekostenvergoeding
|
Nieuwe gemeente Land van Cuijk
|
25% voorafgaand
|
|
Ieder evenredig deel
|
909.000
|
Subtotaal
|
4.545.000
|
100% vanaf jaar herindeling
|
|
1e jaar 40%
|
7.274.000
|
2e jaar 20%
|
3.637.000
|
3e jaar 20%
|
3.637.000
|
4e jaar 20%
|
3.637.000
|
subtotaal
|
18.185.000
|
Totaal
|
22.730.000
|
Per inwoner
|
258
|
Verschillen per maatstaf
|
|
Vast bedrag algemeen
|
-1.397.306
|
Vast bedrag wmo
|
-66.800
|
Kernen
|
0
|
Bodemfactoren
|
0
|
OAD
|
-4.335
|
Kp lokaal+regionaal
|
57.600
|
Sterke groei LL VO
|
-106.921
|
Dichtheidsfactor
|
-13.456
|
Woonruimten
|
-24.312
|
Totaal
|
-1.555.530
|
In % algemene uitkering
|
2,3
|
bestuurskosten. Te denken valt aan burgemeester, wethouders, raadsleden, redigeren
verordeningen. Deze bedraagt gemiddeld ± € 350.000 per gemeente. Door een herindeling
vervallen de vaste bedragen van het aantal te herindelen gemeenten minus 1 (in casu de nieuwe
soortgelijke situatie voor met een vast bedrag. De ervaring leert dat de inkomstenderving en
kostenverlaging elkaar grofweg compenseren.
grens wegvalt. Hier is in dit geval geen sprake van, zodat er geen verschillen ontstaan.
harde bodem kent een bodemfactor van 1,00 en geeft geen compensatie in het gemeentefonds,
een slappe bodem kent een
slapper de bodem, hoe hoger de factor, hoe hoger de compensatie. In de huidige en nieuwe situatie
is sprake van een bodemfactor van 1,00 en geeft daardoor geen verschillen.
voorzieningen aan eigen inwoners en aan inwoners van buurgemeenten. De klantenpotentiëlen
stijgen na herindeling, met name de regionale klantpotentiëlen. In het systeem van berekening is
opgenomen dat een gemeente met meer inwoners een groter verzorgingsgebied heeft qua
voorzieningen en dus een hogere compensatie krijgt uit het gemeentefonds.
leerlingen leidt tot bijbouw van lokalen en dus tot meer kosten. Alle huidige gemeenten in het gebied
bieden voortgezet onderwijs aan. Echter, alleen Boxmeer ontvangt geld uit deze maatstaf ‘sterke
groei’ omdat een drempel van 10% groei in tien jaar wordt overschreden. Na samenvoeging wordt
de drempel niet meer overschreden en vervalt de uitkering.
gemeenten met een groot buitengebied. Na samenvoeging daalt de dichtheidsfactor.
overschrijding ervan daalt na samenvoeging van gemeenten.
van de herindelingsgemeenten een uitkering krijgt uit de decentralisatie-uitkeringen
‘Maatschappelijke opvang’ en ‘Vrouwenopvang’ . Dat is bij deze gemeenten niet het geval. Ook bij
de WMO 2015 en WMO 2007 kunnen zich schaaleffecten voordoen, omdat daar in het
onderliggende objectieve verdeelmodel gebruik wordt gemaakt van maatstaven lokaal
respectievelijk regionaal klantenpotentieel en OAD. Deze werken tegengesteld (de één positief, de
ander negatief) en wijken ook slechts zeer gering af, waardoor de aanname wordt gedaan dat ze
elkaar opheffen.
Sofie Dreef
Consultant