Grave Lokaal

Nieuwjaarsspeech van onze burgemeester Roolvink.

Speech t.g.v. de openbare nieuwjaarsreceptie, stadhuis Grave.
Door burgemeester Roolvink, 5 januari 2015.
================================================================
Dames en heren,
Wat gaat de tijd toch snel. Nog als de dag van gisteren herinner ik mij hoe ik u
hier, een jaar geleden, voor de eerste keer mocht verwelkomen en toespreken
als burgemeester van Grave. En nu alweer voor de tweede keer. En dat doe ik
graag. Graag omdat ik dat ook uiteraard mede namens de andere leden van het dagelijks bestuur mag doen, de wethouders mevrouw Henisch en heren Daandels en Joon. Namens het voltallig college dus: een heel warm welkom.
Bij een nieuwjaarspeech behoort het tot de gewoonte even terug te blikken op het afgelopen jaar en dan moeten we constateren dat het een bewogen jaar was. Nu is dat in deze roerige tijden bijna een obligate opmerking maar deze keer moet ik constateren dat het echt een bijzonder jaar was met schokkende gebeurtenissen. 
We hoeven alleen maar te denken aan de rampvlucht MH 17, de ebola-epidemie, burgeroorlogen in diverse delen van de wereld en de ontvoering van tientallen schoolmeisjes in Afrika. Vreselijke gebeurtenissen met een geweldige impact op alle betrokkenen.
In 2014 vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Ik refereerde daar al aan in mijn speech van 2014. Deze verkiezingen brachten verschuivingen in de politieke verhoudingen met zich mee en dat vertaalde zich ook in de collegevorming. Een collegevorming die bij sommigen opzien baarde en die in ieder geval veel discussie met zich meebracht.
Een andere belangrijke ontwikkeling vond plaats op ambtelijk niveau. Op 1 januari 2014 fuseerden de ambtelijke organisaties van de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert. SETA, samen en toch apart, dat is de inzet van deze ambtelijke fusie.
Ook dit samengaan van ambtelijke organisaties kan niet op unanimiteit rekenen in onze gemeente dus ook hier zijn veel debatten over.
Beide ontwikkelingen, maar ook allerlei gemeentelijke dossiers, brachten veel
reuring. Reuring in het vergadercircuit maar ook via de media. Reuring die tot op de dag van vandaag voortduurt en die ook in 2015 misschien verder zal gaan. Debatten, discussie, ingezonden stukken in de krant, weblogs, het is allemaal goed want dat hoort bij ons democratisch bestel. 
Maar helaas – en dat moet me ook van het hart – gaat dit alles niet altijd gepaard met het nodige respect en dat is erg jammer. Wat is dat nu eigenlijk “respect”? In meer algemene zin betekent respect zoiets als het hebben van eerbied of waardering voor iemands kwaliteiten, prestaties of vaardigheden. Nu is respect tegenwoordig een veelgebruikte term die meer lagen heeft gekregen, variërend van “met grote bewondering naar iemand opzien” tot het
“niet-neerkijken op iemand”. 
U proeft de nuance, neem ik aan. Maar zelfs in deze tweede wat meer neutrale benadering betekent het dat men de ander in ieder geval in zijn of haar waarde laat. Er is een mooi Nederlands gezegde, namelijk “wie de schoen past, trekke hem aan”. Ik spreek hier publiekelijk deze wens uit.
Ik hoop dat we met elkaar in discussie komen en blijven over veel onderwerpen. Maar ik hoop ook dat discussies met respect worden gevoerd. Daarbij hoeft wat mij betreft niemand naar anderen in grote bewondering op te kijken maar ik hoop dat het toch op zijn minst bij het “niet op iemand neerkijken” blijft. Bedenk dat ons land groot is geworden met discussie, met polderen, met overleg en compromissen. We zijn daar sterk in. Maar het moet wel zuiver blijven.
Goed, dames en heren, ik hoop dat u mij deze cri de coeur vergeeft. Ik zeg dit namelijk niet om hier de zedepreker uit te hangen maar louter en alleen omdat het me raakt. Onze prachtige gemeente verdient het gewoon niet om te verzanden in gekissebis en gedoe. Er is werk aan de winkel. Er is genoeg te doen.
Over de toekomst wil ik het niet uitgebreid met u gaan hebben. Daarvoor is de tijd te kort en ik laat liever de feiten spreken. Eén aspect wil ik wel noemen, en dat zijn de decentralisaties die op ons afkomen. Gemeenten zijn sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de zorg aan langdurig zieken en ouderen, hulp bij het vinden van werk en de jeugdzorg. De kranten staan vol met doemscenario’s. 
De gemeenten
zouden niet klaar zijn voor deze decentralisaties. Vanuit de belangen van diegenen die dit roepen begrijp ik dit. Ik ben er echter van overtuigd dat alle voorbereidingen zijn getroffen voor een goede en verantwoorde taakuitoefening. Ongetwijfeld zullen er zaken misgaan. Dan is het een kwaliteit om daar snel op in te spelen. Laten we niet een incident verheffen tot een alomvattend beeld over het mislukken van de decentralisaties. 
Over de jeugdzorg wil ik nog het volgende zeggen. Wij staan voor een grote verandering; deze transitie van de jeugdzorg, waarbinnen de veiligheid van kinderen voorop staat. Als burgemeester ben ik verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid, ook achter de voordeur. Ook in 2015 wil ik mij
hard maken voor de veiligheid van kinderen in deze gemeente en ik roep u op om hetzelfde te doen. Of zoals mijn collega van Amsterdam het noemt:
‘Kindermishandeling? Bemoei je er mee!’
Dames en heren, er is nog een andere werkelijkheid dan die van de politiek en
ambtenarij. En wat dat betreft was er in 2014 ook in onze gemeente van alles te doen. Drie belangrijke zaken waren de officiële opening van Catharinahof, de vele activiteiten rondom de herdenking van Operatie Market Garden en de oplevering van het project Hart van Grave. Dit laatste op de nog te planten bomen na dan. 
Vorig jaar repte ik al over de vele activiteiten en evenementen die onze gemeente kent. Evenementen, groot en klein, variërend van een bingoavond in klein-clubverband tot een Smartlappenfestival waar vele duizenden van buiten op af komen. Allemaal activiteiten en evenementen die alleen maar georganiseerd kunnen worden door vele vrijwilligers. Daarvoor zeg ik hen hartelijk dank. Van de gelegenheid maak ik graag gebruik aandacht te vragen voor de blijvende behoefte aan vrijwilligers. Want zonder vrijwilligers kunnen veel evenementen niet doorgaan. Meld u dus aan!
Eén vrijwilliger wil ik er dit jaar uitlichten en als u vaker deze Nieuwjaarsreceptie bezoekt begrijpt u al waar ik naar toe wil. Traditiegetrouw reiken we tijdens deze gelegenheid “d’n Opsteker” uit, de jaarlijkse prijs voor vrijwilliger van het jaar. U begrijpt dat het voor het college altijd een moeilijk besluit is op wie de eer zal vallen. Maar het is gelukt. We zijn er uit.
Er zijn vele soorten vrijwilligerswerk. Dit jaar gaat het om iemand die nauwelijks zichtbaar is in onze gemeenschap. Dat wil zeggen, zij, het gaat dus om een vrouw, zij doet haar werk in alle stilte. Zonder er veel ruchtbaarheid aan te geven, zonder het daar expliciet met anderen over te hebben. Dat pas ook niet bij de aard van haar weldadige werk. Ik zal u vertellen wat anderen over deze vrouw te melden hebben. Met nadruk wil ik hier opmerken dat dit slechts één van de vele activiteiten van haar is. Een zegsvrouw vertelde het volgende:
=================
“Mevrouw X waakt bij mensen die terminaal ziek zijn en die thuis willen sterven. Zij is van 23.00 tot 07.00 uur aanwezig om de nodige ondersteuning te bieden. Ze helpt de stervende mens met bijvoorbeeld keren in bed, verschonen indien nodig; de zogenaamde fysieke ondersteuning. Daarnaast heeft ze een luisterend oor voor de zieke alsook voor de mantelzorgers indien gewenst.
Doordat mevrouw X ’s nachts waakt, kan de familie slapen en zo energie behouden voor de dagen. Soms waakt mevrouw X ook overdag als dit nodig mocht zijn. In al die jaren heeft ze al veel families, vooral in Grave, maar ook in andere gemeenten in het Land van Cuijk, bijgestaan. Haar motto is eenvoudigweg: “er zijn”. Door weer en wind gaat mevrouw X ’s avonds op pad en verricht ze haar mooie, zo goed als onzichtbare werk, om in de vroege ochtenduren weer naar huis te rijden en zelf wat slaap te pakken. Bijzonder!
Mevrouw X is nu 75 jaar (08-06-1939) en doet dit werk al 23 jaar, wekelijks acht tot zestien uur. Ze doet dit (zware) werk geheel belangeloos, en past het in in haar privéleven, waarvoor veel respect.” (hè, daar heb je dat woord weer;
HR)

=================
Dames en heren, u hebt het misschien al geraden, graag roep ik mevrouw Erika Böhmer naar voren. Mevrouw Böhmer, mag ik u hier naast me hebben?
(Beeldje en bloemen overhandigen en feliciteren)
Mevrouw Böhmer, uw werk verdient alle lof, en om bij het voorgaande aan te sluiten; alle respect. En dan bedoel ik hier juist wel respect in de betekenis van “in bewondering opzien”. Want om stervenden en de familie bij te staan vereist liefde maar ook moed. Ongelooflijk mooi en ongetwijfeld dankbaar werk maar ook werk dat geestelijk zwaar kan zijn en dat opoffering en onbaatzuchtigheid vereist. Werk dat u al 23 jaar doet, werk dat u … neen, ik maak er geen woorden meer aan vuil want elk woord dat ik kies is bijna ontoereikend om de belangrijke impact van uw werk te omvatten … d’n Opsteker … u hebt hem meer dan verdiend.
Gewaardeerde aanwezigen, ik wil graag met u allen het glas heffen voordat ik
iedereen in de gelegenheid stel om u, mevrouw Böhmer, te feliciteren. En ik doe dat ook onder dankzegging aan al degenen die zich rond de jaarwisseling hebben ingezet voor een goed en rustig verloop. Traditiegetrouw doel ik dan op onzemensen van de brandweer, ambulancedienst en politie, maar ook op de
collega’s van de buitendienst, die altijd klaar staan voor onze gemeenschap om er te kunnen zijn als dat nodig is.
Met u allen wil ik proosten op een mooi en respectvol 2015. Maar eerst wil ik nog kort een stukje tekst herhalen uit mijn laatste column in de Graafsche Courant. Ik citeer. 
“Wat ons het komende jaar zal gaan brengen weet natuurlijk niemand. Over een ding zullen we het snel eens zijn. Een goede gezondheid gaat boven alles. Laten we er met z’n allen een fantastisch jaar van maken. Laten we de handen ineen slaan en niet aan de kant blijven staan. Laten we uitgaan van de goede bedoelingen van de mensen en niet meteen het negatieve denken en uiten. Laten we klaar staan voor de vele uitdagingen en niet in de wachtkamer gaan zitten. Laten we de handen uit de mouwen steken als het gaat om de eigen woon- en leefomgeving en niet afwachten totdat een ander het doet. Laten we eens een kopje koffie drinken bij de buren of een bezoekje brengen aan iemand waar we al lang niet meer geweest zijn. 
Laten we eensgezind trots zijn op al het moois dat Grave te bieden heeft.
Als dat toch eens mocht lukken!”
Gezondheid!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *