Grave Lokaal

Leo de Vreede: Hoop voor de toekomst van de democratie in Grave

Door Leo de Vreede

Leo de Vreede spreekt in tijdens de commissievergadering vanaf de nieuwe plek; aan de vergadertafel.
Actieve deelnemers aan de afgelopen takendiscussie zullen zich afvragen wat de gemeenteraad met hun inbreng gaat doen. Voor mij was het meest verheugend dat er toch nog redelijk veel mensen zijn die nog steeds zijn geïnteresseerd in hetgeen onze vertegenwoordigers in de raad doen en daar actief aan willen bijdragen. Dat geeft hoop voor de toekomst van de democratie in Grave. Ook de aanwezige raadsleden gaven te kennen deze samenwerking tussen bestuurders en bestuurden op hoge prijs te stellen. De wil is dus aan alle kanten goed en dat is een mooi begin.

Goede voornemens moeten wel worden waargemaakt en daarom ben ik reuze benieuwd naar het vervolg op deze takendiscussie. Dat daarover moet worden nagedacht is duidelijk en denken kost tijd. Voorspelbaar is ook dat er weinig invloed op de komende begrotingsbehandeling zal zijn. 




Dat is jammer omdat de raad dit jaar zelf de begroting moet zien dicht te spijkeren. Toch is het niet teleurstellend als de beloften die tijdens de takendiscussie werden gedaan, en in de vergadering van de commissie Ruimte namens het college nog eens werden bevestigd, worden waar gemaakt.

Over de wijze van voortzetten van de takendiscussie heb ik wel een mening en daarover heb ik de gemeenteraad een brief geschreven. Kennelijk is de raad over die brief met stomheid geslagen geweest. Op één na heeft geen enkel raadslid inhoudelijk gereageerd en ook in de afgelopen raadsvergadering is de brief zonder er een woord aan vuil te maken naar het archief verwezen, niet eens voor kennisgeving. 


Maar daar wil ik het nu niet over hebben. Ik volsta met de opmerking dat meer betrokkenheid van burgers iets anders is betrokkenheid bij het besluit zelf. Dat is aan de raad voorbehouden en wettelijk vastgelegd. De echte betrokkenheid hoort thuis in de voorbereiding van besluiten. In Grave betekent dat betrokkenheid bij de ambtelijke voorbereiding en het werk in de raadscommissies. Wil men daarna het besluit nog beïnvloeden kan men het beste lid worden van een politieke groepering. Dan nu waar ik u wel op wil wijzen.

Tot mijn stomme verbazing, (ik heb als stelregel “erger u niet, maar verwonder u slechts”) dus tot mijn verwondering staat op deze agenda de herziening van de verordening op de commissies. Dat is snel was mijn eerste gedachte maar nadat ik het voorstel had gelezen en vergeleken met de huidige tekst verdween dat positieve gevoel.. De nieuwe tekst is geen verbetering op het gebied van betrokkenheid, eerder het tegendeel. Dat het commissiewerk voor de bestuurders zelf er beter van zal worden zie ik ook niet. Bovendien waren voorzitters en commissies nooit te beroerd te regels op zij te zetten als dat zo uitkwam.
Ik heb de nieuwe en de vorige versie naast elkaar gelegd om te zien of er wezenlijk iets is veranderd. Natuurlijk heb ik ook vergeleken met mijn eigen opvattingen over doel en opzet van raadscommissies. De mij toegestane 5 minuten zijn te weinig om u het resultaat in zijn geheel te vertellen. Bovendien heb ik de helft al opgesnoept met opmerkingen die overigens volgens mij wel ter zake doen. Nu enkele hoogtepunten er uit.
Allereerst een positieve opmerking. Dat er meer ruimte komt tussen commissievergaderingen en raad is een verbetering. Een door een commissie gegeven advies zal moeten worden verwerkt en daar is tijd voor nodig. Deze verbetering is overigens niet in de verordening vastgelegd. Dat de verbetering wordt bereikt door weer terug te gaan naar de zes weken-cyclus vind ik weer minder. Het betekent 50% meer druk op de afzonderlijke vergaderingen. Door de wijze waarop het eindtijdstip van de vergadering wordt beveiligd wordt het voordeel ook weer te niet gedaan.

Uit het raadsvoorstel en de verordening zelf is mij niet duidelijk wat nu precies de taak is van de commissie. Er staat en stond weliswaar dat de commissie een advies kan geven maar dat is niet uitgewerkt. In de vergaderingen zelf is daar herhaaldelijk ook discussie over geweest. De algemene opvatting, en zeker bij de coalitie, is dat het advies beperkt blijft tot de keuze A- of B-stuk. In de nieuwe verordening is nu zelfs geregeld dat slechts één commissielid nodig is om de kwalificatie B-stuk toe te kennen. (Ik ben benieuwd waar ik de definitie van A –en B-stukken kan vinden) Omdat het blijkbaar alleen gaat om het stellen van vragen en het krijgen van antwoorden die vaak ook nog na de vergadering mogen worden gegeven kan de commissie net zo goed of misschien zelfs beter en goedkoper schriftelijk worden afgewerkt.

De Graafse commissies kennen het vreemde verschijnsel dat een commissielid een gast mag mee brengen. Tot nu toe mocht dat geen raadslid zijn en nu wel. Waarom toen niet en nu wel? Nog niet zo lang geleden werd daarbij ook per agendapunt gewisseld. Ook ik ben van mening, gelet op mijn opvattingen over de commissietaak dat het goed is niet-commissieleden in de bespreking te betrekken. De verordening biedt daar trouwens ruimte voor, die alleen wordt gebruikt voor het inschakelen van ambtelijke ondersteuning van de portefeuillehouders. 


Gasten bij afzonderlijke commissieleden zijn dus overbodig en in mijn ogen ook ongewenst. Wel verdient het aanbeveling een regeling te treffen voor het inschakelen van deskundigen en bij voorbeeld de BPR, wijk- en dorpsraden en direct bij een voorstel betrokkenen. Daarbij hoort ook dat ook zij de stukken waarbij zijn betrokken ook tijdig voor de vergadering krijgen.
De oude verordening rammelde en deze rammelt op zijn minst net zo hard. Dat krijg je als vooral knippen en plakken als gereedschap worden ingezet. Termen als “in de regel” en “in principe” horen in een verordening niet thuis. Los van de inhoud zou een kritische slag over de redactie geen kwaad kunnen. In het raadvoorstel heb ik mij weer verbaasd over de mededeling dat niet-raadsleden als lid van de commissie recht hebben op een vergoeding en een Ipad. 


P.S. Recentelijk is de wet verandert. De vergoeding moet gegeven worden. Waarvoor kan de raad zelf vastellen. Iedereen werkt met een IPAD. Het digitale raadssysteem Raaddigitaal draait nu prima op de IPADS. 


In het rechtspositiebesluit staat dat de gemeenteraad een vergoeding kan toekennen en Ipad is een merk. Ik hoop dat de gemeente met zijn spullen niet van Apple afhankelijk is.
U begrijpt dat ik in deze aanpassingen niet veel heil zie. Eind van deze week gaan de Maessanghers naar Frankrijk. Vandaar dat een Frans gezegde uit mijn schoolgeheugen naar boven kwam: “reculer pour mieux sauter”. Door een stap terug te doen krijg je ruimte voor een aanloop naar een grote sprong voorwaarts. Laat ik het daar maar op houden.


Bron: de ARENA

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *