De directeur van de Graafsche Scheepswerf schrijft een Open Brief.
Blijkbaar stoort u zich, gezien uw uitspraak: “De gemeente vraagt zich intussen af of de Raad van State niet in een keer zo’n besluit kon nemen. Dat had veel tijd en geld gescheeld”, aan de inefficiënte gang van zaken en bent u verontwaardigd over de onnodige kosten en nutteloos bestede tijd.
Ik moet u er blijkbaar aan helpen herinneren dat de beroepsprocedure door mij is ingesteld omdat de gemeente Grave ondanks diverse verzoeken, ook in de raadsvergaderingen, jarenlang is blijven vasthouden aan onjuiste bepalingen in het bestemmingsplan die een vergunning en daarmee het werken voor Scheepswerf Grave onmogelijk maakten.
Pas tijdens de zitting van de Raad van State gaf de gemeente aan de bepalingen te willen wijzigen. Zelfs na de zitting, waarin de Raad van State duidelijke taal sprak, heeft de gemeente Grave geen overleg gezocht met de werf om de wijzigingen in het bestemmingsplan snel en correct af te handelen.
Uiteindelijk is recent, na 4 jaar strijd tegen onterecht opgeworpen belemmeringen in het bestemmingsplan, door de gemeente Grave schriftelijk bevestigd dat er helemaal geen belemmeringen zijn en dat de vergunningaanvraag uit 2010 gehonoreerd moet worden.
Het zal dan ook, zelfs voor u, duidelijk zijn dat ik onze variant op uw uitspraak van harte kan onderschrijven: Wij vragen ons al geruime tijd af of de gemeente Grave niet in een keer zo’n besluit had kunnen nemen. Dat had veel tijd, ellende en geld gescheeld.