Grave Lokaal

Nog te goed 3: gastcolumn Ben Bongaards. Dichterbij steeds verder van huis…

Mij is de laatste van de anonieme brieven
toegespeeld die personeelsleden van Dichterbij hebben geschreven aan de Raad
van Toezicht (RvT) van de instelling. Aan deze brief waren drie, eveneens
anonieme, brieven aan dezelfde RvT voorafgegaan die, naar verluidt, aan
justitie overgedragen zijn. Anonieme brieven… Justitie… Daar zit logica in…

Nu ben ik voor een groot deel buitenstaander waar het Dichterbij betreft, zeker
als het er om gaat een mening te hebben en ten beste te geven over de
instelling. Echter, wat ik vanuit de marge heb waargenomen, wordt in de brief
min of meer bevestigd.

Ik ken wat van Dichterbij, zoals het
functioneert aan de basis. Mensen die, vaak in moeilijke omstandigheden en met
weinig ondersteuning vanuit de organisatie, hun werk moeten doen. Heel
gemotiveerde mensen, in meerderheid slecht betaald, als je dat afzet tegen de
verantwoordelijkheid die ze moeten dragen. Die slechte bezoldiging heeft onder
meer te maken met de minimale verantwoordelijkheid die de instelling neemt voor
haar werknemers. Veel rechtsonzekerheid, veel mensen die aan het werk zijn via
nul-urencontracten, onderbezetting, waardoor bijvoorbeeld stagiaires
verantwoording moeten dragen van opgeleide en ervaren medewerkers. In de tweede
echelon een rondreizend circus van managers die de mensen van de werkvloer
aansturen. De omloopsnelheid van die managers is zo duizelingwekkend dat het
bijna ondenkbaar is dat er een band, laat staan een vertrouwensband met de
werkvloer opgebouwd kan worden. In de tweede echelon staat ook een leger van
deskundigen die de werkvloer moeten voorzien van en aanvullen in vakkennis. Ik
heb de indruk dat dat leger tamelijk autonoom functioneert. Ik weet te weinig
om u een goede indruk te kunnen geven maar in algemene termen kun je natuurlijk
stellen dat deze deskundigen ook een degelijke aansturing nodig hebben, willen
ze hun werk optimaal kunnen verrichten.  Vanuit
het algemene beeld kun je daar dan weer lijvige vraagtekens bij zetten.
De organisatie wordt aangestuurd door een Raad
van Bestuur (RvB). Die zit er in haar huidige samenstelling een goed jaar, is
het kind van een lang en ingewikkeld fusieproces en is ons vooral bekend uit de
krant. De beeldvorming is dat de leden van de RvB elkaar met de ellebogen de
tent uitvechten. In zo’n proces zie je heel vaak dat het zogeheten ‘Peter-principe’
zijn sporen heeft nagelaten. Mensen maken vaak net één of twee keer te
vaak promotie en dat wordt dan nog eens versterkt doordat zo’n fusie ook een
soort carrousel is van leuke, goed betaalde banen en lieden die daar naar
hengelen. We nemen als buitenstaander logischerwijze niet veel waar van
functioneren van de RvB; we zien wel zeer bedenkelijke krantenberichten en veel
te veel mensen die ziek zijn of anderszins op een zijspoor geraakt zijn.
Uit wat je ziet, kun je niet alles afleiden,
natuurlijk, maar het lijkt mij nauwelijks aanvechtbaar als ik uit wat ik wel
zie de conclusie trek dat het allemaal weinig vertrouwenwekkend oogt. Als ik me
probeer te verplaatsen in de positie van mensen op de werkvloer, zou ik me ook
wel tien keer bedenken voordat ik mijn nek uit zou steken en de klok gaan
luiden. Die anonimiteit van die brieven is dus niet zo moeilijk te verklaren.
In plaats van naar justitie te lopen, hadden de mensen van de RvT daarom beter
enige introspectie kunnen plegen. De brieven zijn een soort noodkreet van
mensen die de organisatie een warm hart toedragen, die daarbinnen verantwoordelijk
werk doen, maar het niet aandurven om hun naam onder de brieven te zetten. Ook
zonder anonieme brieven zijn er heel veel mensen richting uitgang gedirigeerd
met de boodschap dat ze er eigenlijk niet toe doen. In die context de kat bel aanbinden
is nagenoeg gelijk aan het vragen om ontslag of het zijspoor. In kringen van bijvoorbeeld
huisartsen in de regio hoef je enkel de naam Dichterbij te laten vallen om een
stortvloed aan diskwalificaties aan te boren. Een notoir slechte werkgever die
nauwelijks verantwoordelijkheid neemt voor het welzijn van zijn werknemers en
hun op allerlei subtiele, maar vooral minder subtiele manieren laat voelen dat
ze er niet toe doen. Veel gefrustreerde mensen.
Ik kijk er wel van op dat de anonymi zo
nadrukkelijk de raden van bestuur van vóór en van ná de laatste fusie tegen elkaar afzetten. Alsof het
vóór de fusie wezenlijk anders zou zijn geweest dan het nu is. Dat heeft
waarschijnlijk te maken met het perspectief van waaruit ze kijken. Mijn
waarneming is dat het hooguit een kwestie kan zijn van nog meer en nog erger.
Een RvB die is losgezongen van de basis en daar ook geen voeling meer mee
heeft.
Aan de basis van dit alles ligt, in mijn
optiek, een heel gevaarlijke weeffout die er is gemaakt toen, een jaar of 25
geleden overal directeuren raden van bestuur werden en de rol van vroegere
besturen werd overgedragen aan raden van toezicht. Dat is goed vergelijkbaar
met de raden van bestuur en de raden van commissarissen in het bedrijfsleven.
Je wordt lid van een RvB via vriendjes en vriendinnetjes die je voordragen.
Soms kom je er vanuit de organisatie (bijvoorbeeld Dichterbij), soms vanuit
andere organisaties, doorgaans via een ‘old boys network’ waar men elkaar leuke
baantjes toespeelt. Met één oog kijkend naar de eigen ontplooiingsmogelijkheden. In een
organisatie als Dichterbij speelt daarnaast een rol dat zo’n RvB het product is
van een (serie) fusie(-s) en vooral van fusiebesprekingen. Fusies worden vaak
naar buiten toe verkocht als schaalvergroting om te overleven. Maar het valt
nauwelijks te loochenen dat ‘schaalvergroting omwille van de salarisschaal van
raden van bestuur’ stiekem de echte drijfveer is en dat zorgt er vervolgens
voor dat bij iedere fusie manifester een type leden van de RvB komt boven
drijven dat het spel vooral speelt om de knikkers. En dan ook nog eens de
lieden die dit spel het beste beheersen.
‘Maar er is ook nog een Raad van Toezicht’,
zult u tegenwerpen… Dat klopt maar helaas zijn de leden daarvan doorgaans
tijdens het fusieproces of daarna, gerekruteerd door de raad van bestuur,
gevist uit de vijver van hetzelfde ‘old boys network’. Van onafhankelijk
toezicht kun je dan nauwelijks spreken. Een lid van de RvT zet niet gauw zijn
of haar lucratieve en weinig enerverende bijbaantje op het spel. In de anonieme
brief klinkt ook luid de frustratie door over het niet functioneren van de RvT.
Het gegeven dat de RvB of leden van de RvB heel effectief kunnen filteren wat
er wel of niet op het bordje van de RvT belandt. Als het dan ook nog eens gaat om
een organisatie waar de angst regeert (citaat uit de brief), lijkt me het niet
geheel onlogisch dat mensen ervoor kiezen om anoniem de klok te luiden. 

De reactie van de RvT om justitie er bij te halen, wordt, binnen dit kader, wél weer heel
begrijpelijk. De geadresseerden hebben waarschijnlijk geen flauw benul van de
herkomst omdat ze feitelijk buiten het krachtenveld staan, niet eens aan de
zijlijn. Tegelijk is het een slag met de botte bijl. Als uit de hele inhoud
blijkt dat de schrijvers een beroep doen op je taak als RvT en je spuwt hen op
zo’n manier in hun gezicht, onderstreept dat welsprekend dat brievenschrijvers
gelijk hebben als ze geen vertrouwen hebben.

Zoals in veel maatschappelijke organisaties die
bekostigd worden met ons belastinggeld, wanen de bestuurders (RvB) van Dichterbij
zich waarschijnlijk ondernemers en (vastgoed-)baronnen en gunnen ze zichzelf
een vergoeding die daar bij past. Ze kunnen dat vrij ongestoord doen, want de
RvT hebben ze aan een touwtje, de werkvloer slikt zijn tong in, de jaarboeken
bieden niches genoeg om met de wedden en andere vergoedingen te manipuleren en
de controle vanuit de politiek ontbreekt vrijwel. Informatie vanuit de
instelling naar de politiek wordt zorgvuldig gedoseerd en gekneed. De
goegemeente, de cliënten en hun vertegenwoordigers, (de mensen om wie het
eigenlijk allemaal te doen is) wordt getrakteerd op een diarree van gelikte
glossy-achtige informatie vanuit de RvB, dat het allemaal op rolletjes loopt,
dat de cliënt centraal staat en dat de toekomst nog rooskleuriger wordt dan het
heden. Mooi niet dus. Centraal, in een ivoren toren, staat die RvB, die met die
glossy’s een soort parallelle werkelijkheid creëert die weinig van doen heeft
met de ‘ware werkelijkheid’.

Terwijl ik dit opschrijf, ‘ware werkelijkheid’, realiseer ik me dat ik dat
begrip ken vanuit ‘Das Kapital’ van Marx. Echt nieuw is het dus niet. Wel
tekenend dat het nu toe te passen is op een wereld die in het verleden gedragen
werd door naastenliefde, zorgzaamheid en verzorgingsstaat. Marktwerking is nu
het devies geworden. En dan zitten we meteen midden in de politiek. Met Marx in
ons achterhoofd kunnen we misschien voorzichtig vaststellen dat die glossy’s de
opium geworden zijn waarmee het volk wordt stilgehouden. De schone schijn en de
rauwe werkelijkheid die men ermee aan het oog wil onttrekken. De politiek hoeft
niet stil te zitten de komende jaren; geluiden als van Dichterbij klinken
overal in de wereld van de zorg die meer en meer een wereld wordt van mensen
die veel te goed voor zichzelf kunnen zorgen. Het minste wat we daar tegenover
horen te stellen is toezicht dat echt toezicht is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontdek meer van Jacques Leurs

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder