Uitspraak Raad van State: bezwaar wordt ongegrond verklaard..
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging Vereniging Keerpunt 2010, gevestigd te Grave,
appellante,
en
de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 19 juni 2012, bekend gemaakt op 21 juni 2012, heeft de Kiesraad voor de politieke groepering “Democratisch Politiek Keerpunt” (hierna: DPK) in overeenstemming met haar verzoek de aanduiding “Democratisch Politiek Keerpunt (DPK)” geregistreerd voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Tegen dit besluit heeft Keerpunt 2010 bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 juni 2012, beroep ingesteld.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 juli 2012, waar de vereniging, vertegenwoordigd door mr. A.A.J.L. van Elk de Freese, en de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. R. Hoorweg, zijn verschenen.
2.1
. Ingevolge artikel G 1, eerste lid, van de Kieswet kan een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden. Verzoeken, ontvangen na de drieënveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling.Ingevolge het vierde lid beschikt het centraal stembureau slechts afwijzend op het verzoek, indien:
[…]
b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is;
c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers;
[…]
Ingevolge het tweede lid bepaalt het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, dat de in het eerste lid bedoelde doorwerking van de registratie voor die verkiezing niet plaatsvindt, indien de geregistreerde aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op de voet van artikel G 3, geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, en daardoor verwarring te duchten is.
2.2. Keerpunt 2010 betoogt dat de Kiesraad de aanduiding “Democratisch Politiek Keerpunt (DPK)” ten onrechte heeft geregistreerd. De in beide aanduidingen als enige kenmerkende term ‘Keerpunt’ maakt dat deze aanduidingen in hoofdzaak overeenstemmen, nu de overige termen in de aanduiding “Democratisch Politiek Keerpunt (DPK)” niet onderscheidend zijn, en daardoor verwarring te duchten is. Daarnaast is die aanduiding door het gebruik van de kenmerkende term ‘Keerpunt’ anderszins misleidend. Zij stelt dat de term ‘Keerpunt’ in de uitingen van DPK in de aanloop naar de verkiezingen voorop zal staan.
2.2.2. Zoals de Afdeling eerder, uitspraak van 13 juni 2012, in zaak 201205278/1/A2, heeft overwogen, heeft artikel G 1 van de Kieswet betrekking op de registratie van aanduidingen voor de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Nu artikel G 1, vierde lid, aanhef en onder b, van de Kieswet slechts ziet op aanduidingen die zijn geregistreerd op grond van dit artikel heeft de Kiesraad zich met juistheid op het standpunt gesteld dat onder een reeds geregistreerde aanduiding moet worden verstaan een aanduiding die is geregistreerd op de voet van artikel G 1 van de Kieswet. Nu de aanduiding ‘Keerpunt 2010’ is geregistreerd in het register voor het kiezen van de leden van de gemeenteraad van Grave op de voet van artikel G 3 van de Kieswet, heeft de Kiesraad zich terecht op het standpunt gesteld dat het betoog dat de aanduiding ‘Democratisch Politiek Keerpunt (DPK)’ in hoofdzaak overeenstemt met ‘Keerpunt 2010’, wat daarvan ook zij, niet kan leiden tot weigering van de registratie van de aanduiding ‘Democratisch Politiek Keerpunt (DPK)’ op de voet van artikel G 1, vierde lid, aanhef en onder b, van de Kieswet.
Dat DPK de aanduiding ‘Democratisch Politiek Keerpunt (DPK)’ ook zou kunnen gebruiken bij verkiezingen voor de leden van de gemeenteraad Grave maakt dit niet anders. Immers, gelet op artikel G 4, tweede lid, van de Kieswet, is het, in het geval DPK onder de aanduiding ‘Democratisch Politiek Keerpunt (DPK)’ wil deelnemen aan de verkiezing van de leden van de gemeenteraad in Grave, aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, om te bepalen of doorwerking op de voet van artikel G 4, eerste lid, van de Kieswet van de registratie van de aanduiding voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal naar de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Grave al dan niet plaatsvindt.
2.2.3. De aanduiding ‘Democratisch Politiek Keerpunt (DPK)’ is evenmin anderszins misleidend in de zin van artikel G 1, vierde lid, aanhef en onder c, van de Kieswet, omdat niet aannemelijk is dat door het enkele gebruik van de term ‘Keerpunt’ in beide aanduidingen bij de kiezer de indruk ontstaat dat de landelijke groepering DPK en de in de gemeente Grave opererende groepering Keerpunt 2010 op enigerlei wijze aan elkaar verbonden zijn. Daarbij komt dat door het gebruik van de woorden “Democratisch Politiek” en de afkorting “DPK” in de op verzoek van DPK geregistreerde aanduiding alsmede door het niet bezigen van het jaartal “2010” misleiding te minder te duchten is.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van staat.
w.g. Polak w.g. Poot
voorzitter ambtenaar van staat.