Grave Lokaal

Grave schatte verzoek werf verkeerd in.

Foto uit mijn archief: drie cruiseschepen bij de Graafse Scheepswerf.

Bij de gemeente Grave dachten ze dat het maar een principeverzoek was. Daarom hebben burgemeester en wethouders een verzoek van de (inmiddels failliete) scheepswerf niet aan de gemeenteraad voorgelegd. Dat meldt Grave in een persbericht.

Vrijdag bepaalde de rechtbank in Den Bosch dat Grave fout zat bij het verzoek van de werf. Die diende in 2010 een verzoek in om het bestemmingsplan aan te passen, zodat langere schepen gebouwd zouden kunnen worden.

Grave zag het verzoek vooral als verzoek om rekening mee te houden bij het maken van een nieuw bestemmingsplan. 

De directeur van de scheepswerf overweegt een schadeclaim in te dienen.

De werf wilde schepen van 135 meter bouwen, maar stuitte op een maximum van 110 meter.

Bron: de Gelderlander.


De tekst van de raadsledennieuwsbrief.


Uitspraak rechtbank inzake Scheepswerf


Op 25 mei 2012 heeft de sector bestuursrecht van de rechtbank ‘s-


Hertogenbosch uitspraak gedaan op het beroepschrift dat namens
Scheepswerf Grave B.V. was ingediend tegen onze beslissing op een
ingediend bezwaarschrift. In die beslissing hebben wij de scheepswerf
conform het advies van de bezwarencommissie niet-ontvankelijk
verklaard in haar bezwaren die zij had tegen onze beslissing van 14
december 2010. In deze Raadsledennieuwsbrief gaan wij in op dit
onderwerp.
Vooraf; bestemmingsplan.

Namens de Scheepswerf Grave B.V. is in
september 2010 een verzoek

aan ons college gericht. In het briefhoofd
staat: verzoek aanpassing bestemmingsplan. Als bijlage was een ruimtelijke onderbouwing
bijgevoegd. Het ging om een verzoek dat zag op uitbreiding van de werf, plm. 6o
meter richting de Maas op. (Voor de goede orde, het betrof dus een geheel
anderssoortig verzoek dan de recent ontvangen en in uw raad
van 8 mei besproken “ruimtelijke motivering
bestemmingswijze;
rapport BRO d.d. 4 mei 2012).
In de tekst van de brief staat echter ook
dat de Scheepswerf Grave B.V.
vraagt om, als er toch een nieuw bestemmingsplan
wordt gemaakt,
met dit verzoek rekening te houden. Het
is de vraag hoe dit verzoek van de scheepswerf geduid moet worden. Wordt het
gezien als een verzoek om het bestemmingsplan aan te passen, dan had het aan u
doorgestuurd moeten worden.
Met toepassing van de procedure van
artikel 3:8 (bij instemming) dan
wel 3:9 (bij afwijzing) van de Wet ruimtelijke
ordening, had het verzoek door u behandeld moeten worden.
Ambtelijk is het verzoek echter gezien
als een ‘principeverzoek’ dat verdere uitwerking behoeft.
Vooraf; milieuvergunning.

De Scheepswerf Grave B.V.
had bij de provincie Noord-Brabant een verzoek ingediend om de
bestaande

milieuvergunning aan te passen.
De bestaande
milieuvergunning begrenst de bouw van schepen tot een
lengte van 110 meter. De Scheepswerf Grave B.V. wil meer.
De provincie had laten weten daar geen
bezwaar tegen te hebben, maar zij vroeg de gemeente om te beoordelen
of de bouw van schepen met een lengte tot 135 meter paste binnen
het geldende bestemmingsplan.
Wij hebben deze vraag van het
provinciebestuur op 14 december 2010
beantwoord: de bouw van schepen met een lengte van 135 meter
past niet binnen het bestemmingsplan.
U, als raad, liet ook
weten in de toekomst niet te willen meewerken aan een eventuele
uitbreiding van de werf.
Onze beslissing is aan de provincie meegedeeld
en ter kennisname ook aan de Scheepswerf Grave B.V. gestuurd.
De directie van de werf heeft
onze beslissing gezien als een besluit, en wel als een besluit op haar
verzoek van september 2010 om het bestemmingsplan te
wijzigen.
De advocaat van de Scheepswerf
Grave B.V. heeft
daarop bezwaar gemaakt tegen deze beslissing,
die hij als een besluit ziet.
Wij hebben het bezwaarschrift zoals
eerder gemeld voorgelegd aan de commissie bezwaarschriften, die van
oordeel was dat de scheepswerf niet ontvankelijk was, omdat onze beslissing
geen besluit (in de zin van
artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht)
is, want het is niet gericht op rechtsgevolg.
Het bezwaarschrift is daarop
niet ontvankelijk verklaard. Hiertegen is namens
de Scheepswerf Grave B.V. een beroepschrift bij de rechtbank ingediend.
Zitting bij de rechtbank

Tijdens de zitting op 16 mei j.l. is door
onze vertegenwoordigers duidelijk gemaakt dat het verzoek van de Scheepswerf
Grave B.V. van september 2010 is opgevat als een verzoek om bij de vaststelling
van een nieuw bestemmingsplan, rekening te houden met de wensen

van de werf, dus als een principeverzoek.
De rechter gaf mee dat hij van oordeel
was dat het om een verzoek om aanpassing van het bestemmingsplan ging en dat
daarop artikelen 3:8 en 3:9 Wet ruimtelijke ordening van toepassing waren.
De rechter vroeg zich verder af of het
voorstelbaar was dat er verwarring kon ontstaan over de status van de
beslissing en onze berichtgeving daarover.
Door onze vertegenwoordigers is tijdens
de zitting aangegeven dat dit niet
voorstelbaar is, juist omdat er niet wordt
gesproken over het verzoek van september 2010, en omdat onze mededelingen
daarover op geen enkele manier voldoen aan de eisen bestuursrecht aan een
besluit worden gesteld.
Uitspraak
Op 25 mei heeft de rechtbank uitspraak
gedaan in deze zaak.
1. De rechter is van mening dat het verzoek
van september 2010 een
verzoek is om het bestemmingsplan aan te
passen. Dat verzoek had doorgestuurd moeten worden aan uw raad.
2. Onze beslissing van 14 december 2010
is wel degelijk op te vatten
als een besluit.
3. De rechter vernietigt vervolgens de
beslissing op bezwaar en herroept het oorspronkelijke besluit, dus het besluit
van 14 december 2010 en bepaalt dat wij het verzoek om het bestemmingsplan aan
te passen
conform artikel 2.3, eerste lid van de
Algemene wet bestuursrecht, door moeten sturen naar uw raad.
Gevolgen
Tegen de uitspraak van de rechter kan
binnen zes weken na de dag van
verzending daarvan hoger beroep worden
ingesteld bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Wij beraden ons op de ontstane situatie.
Tot slot
De uitspraak van de rechter heeft, gelet
op het recente faillissement van
de Scheepswerf Grave B.V. tot vragen
geleid.
Naar onze mening moeten deze twee zaken
echter los van elkaar gezien worden.
Uw raad heeft planologische uitbreiding
van de Scheepswerf Grave
B.V. altijd kritisch benaderd.
In deze geest hebben wij ook altijd onze
afwegingen gemaakt en gehandeld en aan u ter beoordeling voorgelegd.
Bij meerdere gelegenheden hebt u ook onze
indruk bevestigd, met als laatste voorbeeld uw raadsbesluit van 8 mei jongstleden
waarin u unaniem heft aangegeven dat u de beperking van
het aanmeren van schepen tot maximaal
110 meter – weliswaar
binnen de geldende ruimtelijke beperkingen
– wil laten vervallen.
Dit kan omdat de Scheepswerf Grave B.V. heeft
aangetoond dat het bouwen van schepen langer dan 110 meter mogelijk is binnen
het geldende planologische kader.
U heeft echter opnieuw aangegeven dat
onderzocht moet worden of de scheepswerf verplaatst kan worden. M.a.w. de uitspraak
van de rechter van 25 mei jl. heeft naar onze mening feitelijk weinig van doen
met de recent onstane situatie bij de Scheepswerf Grave B.V.
U zult nu een besluit moeten nemen op
het verzoek. Wij zullen het presidium verzoeken dit te agenderen voor uw
volgende vergadering.

Bron: raadsledennieuwsbrief; sorry voor de slordige opmaak maar het kost erg veel moeite om de brief om te zetten in een vorm voor deze site !!!

P.S. KEERPUNT 2010


A.s. maandag overlegt KEERPUNT 2010 in het openbaar over deze nieuwe informatie. U bent van harte welkom bij dit fractieoverleg in het stadhuis. De volgende raadsvergadering staat de Graafse Scheepswerf weer op de agenda. KEERPUNT 2010 gaat o.a. met ex-werknemers overleggen hoe het met hen gaat. We gaan ook aan het college vragen of zij al met de voormalige directie en/of curator overlegd hebben. 

De fractievoorzitter kan hierbij niet aanwezig zijn omdat er overleg is in het provinciehuis over de procedure rond het openstellen van de burgemeestersvacature enz. Dit gebeurt in een besloten setting. 


Maar in Nel Schuts heb ik een prima vervanger. Onze voorzitter, mr. van Elk de Freese, zal wellicht zijn juridisch licht over de rechterlijke uitspraak en het verweer van het college laten schijnen.


Jacques Leurs; fractievoorzitter (terug in Grave).


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *