Grave Lokaal

Rechter geeft directie werf gelijk; erg zuur!

Geachte heer van der Leest,
  
Bedankt voor uw bericht. 
Wij KEERPUNT 2010, te weten Jacques Leurs en Nel Schuts – hebben deze gang van zaken
ook toen al nauw gevolgd en waren het oneens met de uitleg van het college.
Het mocht niet baten, helaas.
Het trieste gevolg is inmiddels waarheid.
Wij wens u sterkte in deze moeilijke tijd.
  
Met vriendelijke groeten,
  
Namens KEERPUNT 2010,
Nel Schuts – Pennings
  
Van: Jan van der Leest [mailto:janvanderleest@gmail.com]
Verzonden: zaterdag 26 mei 2012 15:28
Aan: ahenisch@hetnet.nl; pcschuts@planet.nl; rick.joosten@lpg-grave.nl; treijnen@expertax.nl; harrie@degreeff.nl; gjhans.bos@gmail.com; grave@online.nl; vangeestcenc@home.nl; frankstoffer@home.nl; suzannedezoeten@vpgrave.nl 
Onderwerp: Scheepswerf Grave
  
Geachte raadsleden,

zie onderstaande links:

http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Den-Bosch/Nieuws/Pages/College-B-W-mocht-niet-beslissen-over-uitbreiding-Scheepswerf-Grave.aspx 
http://www.nd.nl/artikelen/2012/mei/25/grave-op-vingers-getikt-om-werf
Wordt hiermee misschien duidelijk dat uw college de boel verziekt heeft en dat de directeur/eigenaar niet laks is geweest, of is hiermee ook weer iets negatiefs over de werf te zeggen, zo in de trand van:”De werf moet geen oude koeien uit de sloot halen”?

m.vr.gr.
Jan van der Leest
ex-werknemer Scheepswerf Grave. 

ZATERDAGINTERVIEW in de Gelderlander.


Robert van Kessel, directeur Scheepswerf Grave.   De man die niet begrepen wordt.   Hij heeft al een andere baan. Zeggen ze. De Graafse scheepswerf failliet? Hij pro­fiteert ervan. Zeggen ze. Ro­bert van Kessel ( 48) kan het niet meer horen. 
Plan A: niet goed genoeg.

Plan B: zeker zo slecht.

Plan C: prima, maar te laat. 

Wie het gedoe rond de scheepswerf in Grave van een afstandje volgt, snapt er vast niets van. 
Komt de gemeente met een oplossing, zegt die direc­teur van de scheepswerf steeds weer dat-ie er niets mee kan. Dat de werf waarschijnlijk toch failliet gaat. Daar moet iets achter zitten.

Denken veel mensen, tenminste.

Gefeliciteerd.

„Gefeliciteerd?”

Met je nieuwe baan. Kon iedereen in de vele internetreacties lezen.

„Oh, dat verhaal. Ach. Waar het vandaan komt, weet ik niet. Maar die internetreacties lees ik niet meer. 

Normaal reageren is er niet meer bij. Het merendeel schreeuwt maar wat.”
Van Kessel heeft de mouwen van het lichtblauwe overhemd opge­rold. Hij praat in korte zinnen. Hel­der, zakelijk, maar niet onvriende­lijk. Hij lacht soms, wat onhandig en machteloos. Hij had graag kof­fie aangeboden, maar ja: de auto­maat doet het niet meer. Er was een waterpompje kapot, er kwam een monteur kijken, maar die kwam niet terug, zegt Van Kessel.
„ Pompje vervangen. Kost, zeg: 50 euro. Maar ja: ‘Jullie zijn failliet’.”

Dus wordt het een glas water. 

De tl-verlichting is uit. De witte muren van het kantoor worden daardoor lichtgrijs. Regendruppels vallen buiten tikkend op een roest­bruine plaat. Hoog in de bouw­kraan wappert nog een natgere­gend spandoek uit de actietijd, maar het grootste deel wappert on­dersteboven over de railing: ‘bou­we’, kun je nog net lezen. 
Een eend waggelt over de lege parkeer­plaatsen. Drie kamers verderop gaat een telefoon over.

Naargeestig. Dat is het woord, zegt Van Kessel. „Triest.”

Vooral voor de zestig mensen die hun baan verliezen, zegt hij. 

„ Je he­le wereld verandert. In plaats van met het broodtrommeltje achterop naar je werk fietsen, zit je ineens thuis. Instorten is veel gezegd, maar er verandert veel.”

Sommige werknemers waren boos, zegt hij. Op hem. „ Ze zitten vol van emotie. En ik ben toch de­gene die dat ontslag heeft aange­vraagd. Goed, snap ik. 

Maar buiten­staanders? In het begin lees je die reacties nog. Ik ben ermee gestopt.

Het is onzinnig.” 

Je hebt drie soorten reacties, zegt hij. 
A: ik weet het niet meer, het is de scheepswerf tegenover de ge­meente, woord tegen woord. „Een verstandige reactie.” 
B: de werf was al zo goed als failliet en Van Kessel probeert de schuld bij de ge­meente te leggen. „Daar begrijp ik echt niets van.” 
En C: de gemeente laat de werf failliet gaan.

Weer dat lachje. „Nou ja, daar kan ik me wel in vinden.” 

 „ Ach, ik verbaas me erover hoe mensen zo stellig kunnen zijn. De meeste mensen nemen niet de moeite mij te bellen om te vragen hoe het zit. Zodat ik het uit kan leg­gen. Ik probeer open en eerlijk te zijn: ik kan niet alles vertellen, maar wat ik kan zeggen, zeg ik. De meeste mensen weten maar heel weinig.
Ook raadsleden, die uitein­delijk de beslissing moesten ne­men, weten niet alles. Er zijn er maar drie ( van de vijftien, FH) hier geweest: die van Keerpunt 2010 en Suzanne de Zoeten van VPGrave. 
De anderen bouwen op informatie van burgemeester en wethouders. Die objectief en be­trouwbaar zou moeten zijn, maar onvolledig is. Misschien moet ik het ze niet kwalijk nemen. Het is ingewikkeld. Informatie van de ge­meente kregen ze laat. Maar ’t gaat wel over majeure beslissingen.”

Had je ze niet uit moeten nodigen dan, en wethouder Eric Daandels ook? Hier? Op de werf? 

 „Heb ik gedaan. Ik ben met mijn vrouw alle fracties afgeweest. 
Met Daandels valt niet te praten. Hij kan als een dictator optreden.”

Is dat niet een béétje…

„Ik begrijp de impact. Het woord roept bepaalde associaties op. Maar ik bedoel: hij bepaalt, hij beslist, laat zich niet van de wijs brengen, staat niet open voor kritiek en veegt andere ideeën bij voorbaat van tafel.” 

Jij bent anders ook een straatvechter, is een veelgehoorde typering.

„Kijk, ik zal heus niet de makkelijk­ste zijn. Ik wil nog wel eens intimi­derend overkomen, hoor ik. Maar ik ben gewoon enthousiast

Ik ben misschien dwars en direct, maar het gaat toch om wàt ik zeg? Hoe ik het zeg, zou er niets mee te ma­ken moeten hebben. Kijk, hier zijn dingen gebeurd… Ik zou willen dat het onderzocht werd
Het hoeft niet eens geld op te leveren en ik zal er die zestig mensen niet meer mee aan het werk krijgen. Maar als je mij van tevoren had verteld dat dit zo zou lopen, had ik het niet ge­loofd
Daarom snap ik ook wel weer dat mensen die dat niet we­ten, zeggen: het kan niet waar zijn. Maar het is waar.

Ja, ik kan woest worden op die man. Maar vergeet niet: het is mijn bedrijf

Dan is het toch niet gek dat ik dat ga verdedigen als het onder­tussen onterecht de nek wordt om­gedraaid?” 
Bron: de Gelderlander van een week terug!

door

Frank Houtappels

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *