Grave Lokaal

Samenwerking van de gemeenten in het Land van Cuijk is voorlopig van de baan.

Samenwerking van de gemeenten in het Land van Cuijk is voorlopig niet aan de orde.
In ieder geval niet wat burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer betreft. Het college vindt dat er momenteel te veel vraagtekens gezet kunnen worden bij onder meer de financiële gevolgen van de samenwerking die eigenlijk op 1 januari 2010 in had moeten ingaan.

Die datum wordt nu onhaalbaar genoemd. De gemeenten in het Land van Cuijk willen samenwerken op het gebied van onder meer sociale dienst, personeelszaken en ict. Kostenbesparingen en een daadkrachtigere organisatie zouden de voordelen zijn. Maar nu vraagt het Boxmeerse college zich af of het daar wel van komt.

Standpuntbepaling van het college van burgemeester en wethouders van Boxmeer inzake voortgang Samenwerken Land van Cuijk en de operationalisering van de gemeenschappelijke regeling.

Het college van B&W van Boxmeer is van mening dat samenwerking binnen het Land van Cuijk doorgang moet vinden en bij voorkeur via de gekozen weg zoals in de notitie Visie en uitwerkingsnotitie SLvC is vastgelegd.

Het college hecht echter aan het politieke standpunt en oordeel van de gemeenteraad inzake de verdergaande samenwerking in de vorm van een gemeenschappelijke regeling (GR). Deze GR kent naast een DB en AB een bedrijfsvoerings-, een financiële- en een personele paragraaf. Alvorens deze GR verder te organiseren ziet het college de noodzaak van een integraal voorstel aan alle gemeenteraden voor te leggen en dit voorstel in samenhang te bezien. Alvorens de besluitvorming ten aanzien van de uitvoeringsorganisatie ISD voor te leggen aan de gemeenteraad, zullen deze paragrafen gereed moeten zijn.

Voor de totale gemeenschappelijke regeling dient een begroting te worden voorgelegd die aan alle bestuurders duidelijkheid geeft over de consequenties van SLvC.
De gemeenteraad van Boxmeer heeft toestemming gegeven maar wil, als daarin gemuteerd is, de definitieve regeling van de GR inhoudelijk bespreken. Ook andere gemeenten hebben kanttekeningen of voorwaarden gesteld.

De brief van de Regiegroep aan het Coördinatieoverleg van 3 juni die in het overleg van het CO van 8 juni is besproken, bevestigt ons college in de opvatting dat de vorming van één uitvoeringsorganisatie op dit moment niet als opportuun mag worden beschouwd. Ook ons college beschouwt de startdatum van 1 januari 2010, gegeven de hoeveelheid werkzaamheden en voorbereidingen die getroffen moeten worden, als onhaalbaar.

Dit alles overwegende en rekening houdende met de brieven die al dan niet ter kennisname zijn ontvangen, de politieke en bestuurlijke signalen van andere gemeenten, de reacties van medewerkers en de brief van onze lokale Ondernemingsraad heeft ons college ertoe gebracht een pas op de plaats te maken. Een pas op de plaats betekent in dezen dat eerst de basisvoorwaarden zoals een stappenplan en planning maar ook de begroting en bedrijfsvoeringsparagraaf gereed moeten zijn.

Nogmaals, ons college hecht zeer aan samenwerking. Niet voor niets is ook door Boxmeer veel tijd en energie in het traject gestoken. Een kritische succesfactor volgens ons college is het volledige inzicht in de financiële, bedrijfsvoerings- en personele consequenties van de gemeenschappelijke regeling zodat voor de gemeenteraden, de colleges, het BOR en BGO en de medewerkers weten waar ze mee instemmen of ingestemd hebben.

Zoals duidelijk is, is het proces van de intensivering van de samenwerking in de vorm van één ambtelijke organisatie een complex proces met veel actoren. Het college ziet naast efficiency en effectiviteit óók de kwaliteit van de dienstverlening als een belangrijk aspect en kiest daarom niet voor een geforceerde besluitvorming. Ons college is dan ook van mening dat deze weg het meest succesvol is als ook de gemeenteraden zich uitspreken in deze discussie .

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *