ARENADossier samenwerking Land van CuijkGrave LokaalLaatste NieuwsVoorpagina

ARENA: Leo de Vreede: Na een eigen ladderwagen nu een eigen vuilnisauto?

Door Leo de Vreede

De laatste vergadercyclus in dit gedenkwaardige jaar van de gemeenteraad van Grave is al begonnen. Er staan enkele boeiende voorstellen op het programma. Één daarvan is aanleiding voor de kop boven dit verhaal.

De auditcommissie is inmiddels achter de rug. Op 1 december vergadert de commissie ruimte, maar de vergadering van de commissie inwoners en bestuur die voor 8 december is geagendeerd gaat niet door wegens gebrek aan gesprekstof! En dat terwijl in de vorige cyclus een extra avond moest worden ingelast. Alweer een signaal dat de werkwijze van ons gemeentebestuur niet deugt. Ik had als titel dan ook nog “hollen of stilstaan” in gedachten.

Wat precies de taak van de commissies is vind ik nog steeds onduidelijk, maar het zou een prima forum zijn waar, zonder dwang om tot een bindende uitspraak te komen, van gedachten kan worden gewisseld over heikele zaken. Als daarbij ook direct betrokkenen worden ingeschakeld kan veel ellende en protest vlak voor, tijdens en na de raadsvergadering worden voorkomen.

Op de lijst ingekomen brieven aan de raad staan dit keer enkele voorbeelden hiervan. De standaard behandelingsprocedure voor ingekomen brieven, en zeker van burgers die als dwaallicht worden beschouwd, is: niet op reageren.

De auditcommissie

Als de rol van de commissies al onduidelijk is, dan is die van de auditcommissie dat in het bijzonder. Er is zelfs een afzonderlijke verordening voor. Daarin staat dat de commissie zich vooral bezighoudt met de planning- en control-cyclus. Daarmee wordt het stelsel van kadernota, begroting, jaarrekening en tegenwoordig 2 tussentijdse rapportages bedoeld. Al jaren is de raad er van overtuigd dat dit systeem niet lekker werkt. De informatie uit de rapportages is verouderd en voldoet niet. Van het maken van keuzes bij de kadernota komt niets terecht en dus komt alles aan op de begrotingsbehandeling. Geen wonder dat de begrotingsvergadering op 3 november in tijd en sfeer uit de hand liep.

Op de agenda van de auditcommissie stonden 2 inhoudelijk punten. Eerst kwam de tweede bestuursrapportage aan de orde. Daarna moesten de belastingvoorstellen worden besproken. De vergadering was digitaal en dat was eigenlijk wel leuk. In de raadzaal zit het publiek tegen de ruggen of een beetje scheef tegen de deelnemers aan te kijken. Nu kon je de deelnemers recht in het gezicht kijken en dat levert soms verrassende inzichten op.

Inhoudelijk had de vergadering beter schriftelijk kunnen worden afgedaan. De leden hadden hun vragen natuurlijk voorbereid en lazen ze keurig voor. De aanwezige collegeleden moesten ze noteren en vervolgens op basis van hun dossierkennis antwoorden. Daarbij hadden ze de steun van 2 aanwezige ambtenaren. Bij voorbaat werd al aangekondigd dat vragen betreffende de portefeuille van wethouder Henisch schriftelijk zouden worden behandeld. Er werden vragen afdoende beantwoord, maar er komen nog veel antwoorden schriftelijk achteraf. De enige opmerking die betekenis had kwam van de ambtenaar die er op wees dat het te verwachten positieve saldo is gebaseerd op incidentele meevallers. Anders gezegd: Grave is nog steeds flink op weg naar een bankroet; alleen zal dat doel iets later worden bereikt.

Bijsturen op basis van dit rapport is niet mogelijk. Het had dus ook als een ingekomen stuk kunnen worden behandeld: gewoon voor kennisgeving aannemen. Maar het werd toch een B-stuk

De belastingvoorstellen waren, en dat is hinderlijk maar niet ongebruikelijk, kort voor de vergadering beschikbaar. De wethouder verontschuldigde zich en beloofde de vragen zo snel mogelijk schriftelijk te beantwoorden, ook als die vragen na de vergadering zouden worden gesteld. De vergadering besloot echter het onderwerp als A-stuk te bestempelen en dus kan er over de vragen, de antwoorden en het voorstel zelf in de raadsvergadering niets meer worden gezegd. Tenzij men het begrip stemverklaring weer wat bijbuigt.

De commissie Ruimte
Op de agenda staan 2 zaken die zo opvallend zijn dat ze aandacht vooraf verdienen.

Principe-uitspraak Graafschedijk 56-69 te Escharen
Het gaat over het nogal in het oog springende handelsbedrijf in bouwmaterialen van het raadslid Ben Litjens. Er is overleg tussen de gemeente en het bedrijf om het te concentreren aan één kant van de weg. Een idee waar iedereen die de handel wel eens heeft gezien spontaan hoera tegen roept. Botweg “Nee” zeggen tegen het voorstel zal geen enkele fractie willen. Maar het voorstel roept nog teveel vragen op om zonder meer een volledig “ja” als antwoord te kunnen geven

De eerste vraag is al waarom de raad nu al om een uitspraak wordt gevraagd. Toevallig zijn er in de recente besluitenlijst van het college uitspraken te vinden in ontwikkelingen waar de raad ook uiteindelijk een bestemmingsplan zal moeten wijzigen. In die ontwikkelingen wordt de raad alleen betrokken als er formele besluiten moeten worden genomen. Bij de ingekomen stukken is ook nog een afwijzende zienswijze van de provincie over een ontwikkeling in Gassel. Terwijl de formele procedure al loopt is de raad er nog niet mee bezig.
Dat het om een bedrijf van een raadslid gaat kan geen reden voor deze extra besluitvorming zijn. De bestaande integriteitsregels moeten toch voldoende zijn.

Dat het bedrijf er niet fraai uitziet is duidelijk. Is het ook in strijd met regels? Zo ja, waarom is handhaving dan geen element? Zo nee, dan zou het logisch zijn dat de gemeente een actieve rol in de ontwikkeling speelt. Nu wordt in het stuk de indruk gewekt dat alle kosten door het bedrijf worden gedragen. Dat zou als gevolg kunnen hebben dat het plan niet doorgaat als het voor het bedrijf niet rendabel is. En dan is alle moeite voor niets. Dat roept de vraag op of een principe-uitspraak nu geen opstap is naar een financiële bijdrage straks.
De ontwikkeling kent een lange voorgeschiedenis. Als probleem dateert het van voor de negentiger jaren van de vorige eeuw. In die negentiger jaren waren er ook plannen om de situatie te verbeteren. Het zou mij niet verbazen als de huidige plannen een nieuwe versie van de oude blijken te zijn. De voorgeschiedenis kan dus op zijn minst leerzaam zijn. Al is het maar om na te gaan waarom die niet tot uitvoering zijn gekomen.
Ik heb grote moeite met het begrip principe-uitspraak. Het is teveel een sprong in het duister. Daarom worden ontwikkelingsprojecten, wat dit ook is, in fasen ingedeeld. Iedere fase wordt dan afgesloten met een besluit. Het hangt van de rolverdeling tussen college raad en commissie af wie zo’n tussenbesluit neemt. In Grave is die rolverdeling er niet.
Besluiten is dus nog niet aan de orde. W el kan in de commissievergadering het college de boodschap worden meegegeven verder te gaan met het overleg met het bedrijf; daarbij de voorgeschiedenis te bestuderen en in iedere commissievergadering een korte schriftelijke rapportage over de voortgang te geven. Zo’n regelmatige informatie is nog een plan van de vorige wethouder dat met grote instemming werd ontvangen.

In de agendacommissie gaf de voorzitter zelf ook al aan dat het advies van de commissie zou kunnen zijn het stuk van de agenda af te voeren. Als het college daarmee instemt en het terugtrekt zou dat een hoop rompslomp aan het begin van de raadsvergadering voorkomen.

Uittreding uit de GR afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel (GR=Gemeenschappelijke Regeling)
Dit is het merkwaardigste voorstel dat ik ooit heb gezien. Het begint al bij de eerste zin waarin het college zonder verwijzing naar een uitspraak van de gemeenteraad stellig beweert dat de gemeente Grave taken op het gebied van afvalinzameling en verwerking voortaan in samenwerking met een publieke partij wil gaan organiseren. Het is daarvoor nodig dat het college voor 1-1-2021 besluit uit de GR te treden. Daar heeft het college toestemming van de raad nodig en dat moet op 15 december gebeuren. Een oude wijsheid is dat je nooit oude schoenen moet weggooien voordat je nieuwe hebt. En de nieuwe zijn hier nog lang niet in zicht.

De achterliggende gedachte is een variant op het aloude eeuwige discussiepunt: zelf doen, mensen of/en materieel inhuren of totaal uitbesteden. Deze eeuw is het heel sterk gegaan in de richting van totaal uitbesteden. Marktwerking is daarbij het toverwoord dat tot beter en goedkoper resultaat zou moeten leiden. Op zich is het wel goed zich daarop nog eens te bezinnen. Dat daarbij de gemeenteraad, die toch vooraf het beleid moet bepalen, buitenspel wordt gezet kan niet de bedoeling zijn.

Het raadsvoorstel is volgens mij een omgebouwde interne ambtelijke inventarisatie van aspecten die spelen bij een uittreding van Grave uit de GR. Een afweging van voor- en nadelen en risico’s van deze operatie voor de gemeente Grave is dan ook niet te vinden.

Als er nu sprake was van een volkomen falende afvalinzameling in het Land van Cuijk en Boekel zou je nog kunnen denken dat alles minder slecht is dan in de GR blijven.

In het voorstel wordt alleen gemeld dat in ieder geval bij het college van Grave onvrede heerst over de kwaliteit van afvalinzameling en de werkwijze van de GR.

Daar staat tegenover dat bij de ingekomen stukken een raadsinformatiebrief is van de GR die nogal positief is. In de laatste BURAP is geen enkele aanwijzing voor de onvrede bij het college te vinden. Voor degenen die toch aan de kwaliteit van de afvalinzameling in Grave twijfelen verscheen op 27 november op de website van de gemeente een nieuwsbericht met de titel “Samen leveren we een topprestatie met onze afvalinzameling”. Deugt het nou of niet???

Erg overtuigend is het voorstel ook niet. De raad moet op 15 december besluiten, maar kennelijk is er op 14 december een vergadering van de GR die als resultaat kan hebben dat Grave toch in de GR wil blijven. Kennelijk is de raad niet meer dan een hindernis die door het college moet worden genomen om het eigen beleid uit te kunnen voeren. Ik voel met ze mee, maar zo werkt het bestuur in Nederland niet.

In het voorstel wordt even genoemd dat de herindeling in het Land van Cuijk de GR zal beïnvloeden. Inmiddels heeft Grave een centrumregeling en een dienstverleningsovereenkomst met de nieuwe gemeente afgesloten. Ik vrees dat een besluit van Grave de GR voor de afvalinzameling te verlaten om met anderen deze wettelijke taak uit te voeren op gespannen voet staat met centrumregeling en DVO.

Net zo min als Grave een eigen ladderwagen heeft zal het een eigen vuilniswagen krijgen.

Ingekomen brieven
De commissie Inwoners en Bestuur zou alle tijd hebben gehad een tweetal nogal gevoelige brieven te bespreken. Het gaat om de stichting Kunst in het kerkje die begin volgend jaar de tentoonstellingsruimte moet verlaten en de Werkgroep Ouderen Grave die dik € 20.000 moet terug betalen. In beide gevallen gaat het om escalerende communicatiestoringen. Dat verschijnsel is niet beperkt tot deze 2 organisaties.

Ik ben benieuwd of deze brieven de standaard behandeling krijgen: zonder er een woord vuil aan te maken voor kennisgeving aannemen. Dat zou ten onrechte zijn, maar dat is de standaardprocedure ook.

Leo de Vreede

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *