Laatste Nieuwspermanente campagneVoorpagina

Aspecten van de financiering van het Kranenhofproject.

GraverMaat: Boven deze ingezonden brief van Hans Satter en Wil Baaijens  staat een geciteerde kop uit het blad Binnenlands Bestuur van 1 mei 2020.

Het artikel gaat dieper in op de gemeentelijke jaarrekeningen 2019.

“De begroting voor 2020 zal moeten worden aangepast.”

Nadat ik de ingezonden brief van Wil Baaijens en Hans Satter had gelezen dacht ik dat de kop van het artikel uit Binnenlands Bestuur, blad voor bestuurlijk Nederland, de lading van dit artikel goed dekt. 

Beste raadsleden, commissieleden, burgemeester, wethouders en raadsgriffier.

Beste medelezers.
Wij zijn de afgelopen weken weer eens in het dossier ‘Kranenhof-project’ gedoken.

Aanleiding was de nogal raadselachtige wijze waarop de informatie en de besluitvorming over het Kranenhof-project tot stand kwam.

Wij hadden al eerder vragen bij de gepresenteerde cijfers, aannames en redeneringen gesteld, omdat het immers om een project gaat met een voor Grave veel geld en een hoog risicoprofiel dat jarenlang effect zal hebben op de nu al problematische financiële positie van de gemeente.

In dat verband wijzen we op de brief van de provincie van 20 december 2019, betreffende de begroting 2020.

Onze bevindingen hebben we beschreven in een artikel met als titel ‘Aspecten van de financiering van het Kranenhof-project’.

U vindt het in de bijlage 1, ‘EGS.docx.’

In het artikel verwijzen wij naar de bijlagen 2 t/m 11 als bronnenlijst voor het artikel.

Ons voornemen is om in een vervolgartikel nader in te gaan op de door de door de griffier en burgemeester voorgestelde ‘Begrotingswijziging 3, Sportpark Kranenhof’ van 3 februari 2020.

Met vriendelijke groet,

Wil Baaijens, Hans Satter; www.gravepolitiek.nl

Aspecten van de financiering van het Kranenhof-project.

1. Verhoging ‘Netto Schuld per inwoner’ en ‘Netto Schuldquote”.

Uit de cijfers uit de gemeentelijke jaarrekeningen en begrotingen (bijlage 3) is op te maken dat in de periode van 31 december 2012 tot 31 december 2020 de schuldenpositie van de gemeente stijgt van € 5.808.000 naar € 31.659.000. Een toename van € 25.851.000 in 8 jaar.
Een gemiddelde stijging van € 3.231.375 per jaar, waarbij de éénmalige subsidie van € 4.153.510 voor het Kranenhof-project nog niet in de primaire begroting van 2020-2023 is verwerkt.
Volgens de accountant……“zal dat geld geleend moeten worden en heeft dat als jaarlijkse last invloed op de jaarrekeningen wat betreft de afschrijvings- en rentekosten. Cumulatief ….. een bedrag van afgerond € 4,85 miljoen”. (Bijlage 7, verslag auditcommissie van 28 januari 2020, blz. 14).
Houden we alleen rekening met de door de raad toegezegde subsidie van € 4.153.510 (in plaats van het door de accountant genoemde bedrag van € 4,85 miljoen) dat we moeten lenen, dan loopt hierdoor de schuldenpositie van de gemeente op van € 31,659.000 naar € 35.813.000, waardoor:
a. De begrote “Netto Schuld per inwoner” in 2020 verder stijgt van € 2303 naar € 2636, aangegeven door de stippellijn 10-12 in de snel dalende kamikaze grafiek (bijlage 1),
b. De ‘Netto Schuldquote’ oploopt van 106 % (Blz.79, begroting 2020) naar 122,3 % in
2020. Een ‘Netto Schuldquote’ van 122,3 % wordt gekwalificeerd als ‘zeer matig’, op de rand van onvoldoende.

2. De 40-jarige gemeentelijke verplichting van € 3.200.00: fabel of werkelijkheid?

In de ’ARENA’ van 16 febr. 2019 liet de LPG, bij monde van raadslid Heemskerk (LPG), optekenen dat het Kranenhof-project: “een schoolvoorbeeld was van een goed onderbouwd en gedetailleerd plan dat op een presenteerblaadje werd aangeboden”.
De financiële situatie, met de eventuele opbrengsten van de gronden (van de Hockeyclub en GVV’57) zou solide genoeg zijn om een dergelijke investering te doen. Er zou namelijk sprake zijn van een verplichting van ruim € 80.000 per jaar aan de verenigingen (als kostendekking) waardoor er na verloop van 40 jaar nog maar een netto kostenpost van € 300.000 zou resteren (bijlage 8).

M.a.w. volgens de LPG zou de gemeentelijke investering voor het Kranenhof-project zijnde: € 4.153.510 (eenmalige bijdrage) + € 1.300.000 (egalisatiereserve) + ca. € 200.000 (infrastructurele kosten) door de gemeentelijke verplichting over een periode van 40 jaar slechts €300.000 bedragen.

Wij plaatsen vraagtekens bij de juistheid van die stelling.
Immers, op 1 maart 2006 werden tussen de voetbalverenigingen ESTRIA, GVV’57 en SCV’58 en de gemeente Grave voor het veldonderhoud afzonderlijke privatiseringsovereenkomsten
gesloten met daarbij notariële erfpachtregelingen voor een periode van 30 jaar (1 maart 2006─1 april 2036).

2.1 De erfpachtregeling.

Noch in de erfpachtregeling noch in de privatiseringsovereenkomst van GVV’57 zijn toezeggingen of bedingingen opgenomen die financiële of andere rechten mee zou geven bij een opheffing van de voetbalvereniging zoals nu aan de orde in het kader van de EGS-fusie en het vrijwillige vertrek van GVV’57 naar het Kranenhof-Sportpark in Escharen. De artikelen 1 en 2 van de erfpachtregeling zijn daar duidelijk over.

Artikel 1: De erfpachter zal het perceel overeenkomstig de daarop rustende bestemming gebruiken als voorziening ten behoeve van sportdoeleinden (voetbal).

Artikel 2: Het recht van erfpacht wordt gevestigd voor de duur van dertig jaar, vangt aan op één maart tweeduizend zes en eindigt derhalve op één april tweeduizend zesendertig.

Het bovenstaande betekent dat GVV’57 met het staken van haar voetbal activiteiten op de Bikkelkamp ook haar rechten verliest, zoals vastgelegd in de privatiseringsovereenkomst en de erfpachtregeling.

2.2 De privatiseringsovereenkomst.

In de privatiseringsovereenkomst/erfpachtregeling tussen de gemeente en GVV’57 werd vastgelegd dat er voor het overgenomen onderhoud van de velden de gemeente gedurende 30 jaar jaarlijks een structurele vergoeding van € 25.244 zou betalen die op basis van de prijspeilindexeringen van 2005 (CPI-index:) jaarlijks verhoogd zou worden. Over de periode 2005 t/m 2020 bedroeg de totale indexeringsverhoging ca. 22,5 % (gemiddeld 1,5%). Dat is gezien de laatste CPI -index het meest aannemelijke en toepasbare gegeven om mee te rekenen. Ook adviesbureau Kragten die de financiële onderbouwing van EGS’20 verzorgde, rekent met een CPI van 1,5% (Bijlage 5: Uitgangs-punten varianten).

In het raadsvoorstel ‘Herontwikkeling Sportpark Kranenhof’ van 13 augustus 2019, dat op 16 september 2019 door de raad is aangenomen, is onder ‘Financiële consequenties’ het
volgende te lezen:
‘De financiële kern van het plan is dat de gemeente in ruil voor het niet meer uitkeren van de privatiseringsbijdragen aan de drie verenigingen, éénmalig een bedrag van € 4.153.510
beschikbaar stelt. De kapitaallasten van deze investering worden gedurende 40 jaar gedekt vanuit de vervallen privatiseringsbijdragen. Exclusief enkele incidentele uitgaven (…..) kost dit plan de gemeente daardoor over een periode van 40 jaar circa € 300.000”.

2.3 De kapitaalslasten.

De kapitaallasten van de gemeente ter financiering van de eenmalige subsidie van € 4.153.510 zullen bestaan uit de afschrijvingen en rentelasten van een bancaire lening die in 40 jaar lineair zal moeten worden afgelost (als die al over zo’n lange periode zal worden
verstrekt). De totale kapitaallasten bij een rentepercentage van 2% bedragen dan € 5.856.000. Aflopend van € 186.908 in het eerste jaar (2020) naar € 105.914 in het laatste jaar
(2059). Een gemiddelde van € 146.411 aan kapitaallasten per jaar.

2.4 Dekkingstekort.

Als in maart 2021 de activiteiten van GVV’57 overgaan naar het Kranenhof-Sportpark dan  heeft GVV’57 de helft van de jaarlijkse structurele vergoedingen opgesoupeerd, hetgeen ook  geldt voor Estria en SCV’58.

Voor GVV’57 vervallen echter de structurele vergoedingen voor
de resterende jaren als gevolg van haar vrijwillig vertrek van de Bikkelkamp naar het  Sportpark Kranenhof.

Van de, volgens de LPG, nog toe te kennen gemeentelijke verplichtingen van 40 X € 80.000 = € 3.200.000 voor veldonderhoud blijven dan alleen nog 15 gemeentelijke vergoedingen over  voor de fusiepartijen Estria en SCV’58.
Om precies te zijn: 15 X (€ 28.513 + € 27.623) = € 842.040, exclusief de CPI-indexering van 1,5% per jaar. Inclusief de indexering wordt de verplichtende vergoeding € 880. 033.
Er is dan sprake van een momenteel dekkingstekort van € 3.200.000 ─ € 842.040 = €2.319.967 dat noch in de begroting van 2020 noch in de éénmalige bijdrage van € 4.153.510 lijkt te zijn verwerkt. Klopt dat?

Dit dekkingstekort is n.a.v. vragen van de CDA-fractie (15 januari 2020) herberekend en wordt vervolgens als een ‘Netto vlottende schuld’ van 2.255.000 in de begrotingen van 2020, 2021,
2022 en 2023 geboekt (bijlage 4).

Vlottende schulden oftewel kortlopende schulden zijn echter betalingsverplichtingen die doorde gemeente op korte termijn, dat wil zeggen binnen één jaar moeten worden voldaan. Er is
in wezen dus sprake van een langlopende lening/schuld van. € 2.255.000. Als we de eenmalige subsidiebijdrage van €4.153.510 aan het Kranenhof-project even buiten beschouwing laten, dan zal deze lening van €.2.255.000 ook van invloed zijn op de schuldpositie (Vreemd vermogen) in de begroting van 2020 (bijlage 4) en daarmee ook op de ‘Netto Schuld per inwoner’. Die stijgt ten opzichte van 31-12-2019 van ca.€ 2.005 naar € 2.525 per inwoner (gegevens uit de balans van de Programmabegroting 2020- 2023, blz.90).

Met de eerdergenoemde eenmalige subsidie van € 4.135.510 erbij, zal de schuldenlast van de gemeente in 2020 stijgen van € 31.659.000 + € 4.153.510 + € 2.255.000 naar € 38.067.510,
waarvan € 6.390.510 op conto van het Kranenhof-project.

Dat houdt in dat de ‘Netto Schuld per inwoner” in 2020 zal oplopen naar € 2.818 per inwoner. De grafiek in bijlage 2 zal daarom aangepast moeten worden.

Als onze bevindingen juist zijn zal de extra schuldtoename in 2020 ook consequenties hebben voor het kengetal ‘Netto Schuldquote’. Dat kengetal zal, onzes inziens, eerst oplopen  vanwege de lening van € 2.255.000 van 106% naar 114% (bijlage 4) en met een lening of uitputting van een investeringskrediet van € 4.135.510 zal dat verder oplopen naar ca. 128 %

(Balans begroting 2020-2023, blz. 90. Vermeldt geen van beide leningen). Een ‘Netto Schuldquote’ van 130 % wordt aangemerkt als onvoldoende.
Dat volgens raadslid Heemskerk de kosten van het plan over een periode van 40 jaar slechts € 300.000 zouden bedragen zal dan ook geloofwaardiger onderbouwd moeten worden. Wij  vrezen dat de gebroeders Schraalhans en Somberhans in komende jaren vaste
spreekstalmeesters zullen worden in onze gemeenteraad.

3. Vorming egalisatiereserve voor EGS’20 à € 1.300.000.

De toegekende egalisatiereserve-subsidie van € 1.300.000 is te zien als een financiële buffer waarmee hogere, geplande, kosten in de toekomst voor b.v. extra onderhoud aan de velden, terreinen of gebouwen kunnen worden opgevangen. Ook incidentele (grotere) schadekosten kunnen met een egalisatiereserve gedekt worden. In principe echter is het een fiscale regeling om vanuit de bedrijfsvoering, in één of meer boekjaren, financiën te reserveren om
geplande onderhoudslasten aan de hand van een ‘Meerjarige onderhoudsplanning’ te kunnen opvangen.

Voor EGS’20 worden de jaren van verhoogde onderhoudslasten aangegeven in het overzicht van de meerjarige onderhoudsplanning van 2020 tot 2050 (Bijlage5; ‘Financiële onderbouwing accommodatie EGS onder MJOP “1e opzet exploitatie Kranenhof).

Een private onderneming bouwt de egalisatiereserve op uit de positieve resultaten van zijn bedrijfsvoering (bijlage 11). Het is dan ook vreemd dat de gemeente de egalisatiereserve van
EGS’20 uit de gemeentelijke Algemene Middelen gaat faciliteren. De voetbalvereniging EGS’20 is een privaatrechtelijke rechtspersoon die met het uitbaten van de sportkantine(opbrengsten € 162.500, inkoop € 85.000), verhuur veld Hockeyvereniging (€ 20.000) en
accommodatieverhuur (€ 10.000) per jaar ca. € 100.000 extra inkomsten genereert (winst uit een private onderneming) die de meeste andere verenigingen binnen het sociaal cultureel
domein moeten ontberen.
De vraag is dan ook of je met de toegezegde egalisatiereserve geen bedenkelijke subsidieconstructie creëert ten nadele van andere verenigingen.

4. Intermezzo: Integriteitscode.

Ook zou de vraag gesteld mogen worden welke invloed de drie bestuursleden van GVV’57 en Estria, die ook in de gemeenteraad of raadscommissies zitten, hebben of hebben gehad in de
besluitvorming.

Is er sprake van strijdig handelen met de integriteitscode van politieke ambtsdragers? ( bijlage 6. Integriteit van politieke ambtsdragers, hoofdstuk 2;
Belangenverstrengeling, hoofdstuk 7; Financiële functie en hoofdstuk 8; Organisatie van het integriteitsbeleid.)

Opmerkelijk is dat op 20 september 2019, vier dagen na het raadsbesluit om met miljoenen het Sportpark-project te ondersteunen, de ‘Stichting Beheer Sportpark Grave’, met als adres
Hamstraat 6, 5361 HB Grave, bij de KvK werd ingeschreven. Wordt de toegekende miljoenensubsidie door deze stichting beheerd? Het is dan ook interessant te weten wie de bestuursleden zijn van die Stichting en op wiens naam de Stichting staat ingeschreven.

5. Optimalisering van de investeringsraming.

Begin 2018 werd door ‘EGS i.o.’ bij de gemeente het Sportpark-project gepresenteerd met een door het adviesbureau ‘Kragten’ becijferde investeringsraming van € 7.426.053 (ca. € 600 per inwoner), een bedrag dat zelfs voor deze gemeente, met een volgens de wethouder van financiën stevige financiële positie, op politieke problemen zou stuiten.
Het college gaf de stuurgroep van EGS i.o. dan ook te kennen dat “een eventuele kredietaanvraag van ruim 7 miljoen naar verwachting op weinig steun kon rekenen van de gemeenteraad”. Het college was niet tegen de te hoge kosten van die 7.426.053, maar hikte,
op politieke gronden, tegen het door de gemeente op te hoesten subsidiebedrag van € 5.920.992. Het kostenplaatje moest met een andere opzet aan de Goegemeente gepresenteerd worden (bijlage 10).
In ‘goed overleg’ met de gemeente werd gezocht naar planoptimalisaties. Er werd een “Optimalisatie investeringsraming’ bedacht (zie bijlage 5, blz. 2 en 3), waardoor de geraamde
kosten voor de gemeente op het eerste gezicht een stuk lager kwamen te liggen. Het nieuwe kostenplaatje voor de gemeente minderde van € 5.920.992 naar € 4.153.150 =
€ 1.767.842 (29,9%).

Voor de EGS i.o. werd de ‘Optimalisatie’ nog gunstiger. Haar
kostenplaatje minderde van € 1.505.061 naar € 390.811 = € 1.115.149 (73.85%). Het was voor EGS i.o. kennelijk goed zakendoen met de gemeente.

Wat buiten de ‘Geoptimaliseerde Investeringsraming’ werd gehouden was de op kosten van de Graafse Goegemeente toegezegde egalisatiereserve-subsidie van € 1.300.000, die te zien is als een renteloze subsidie voor de kosten van extra periodiek onderhoud (binnen de MJOP) ter aanvulling van de (verplichtende) privatiseringsbijdrage van, naar onze mening, gemiddeld € 22.001, zijnde de eerder onder 2.4 genoemde € € 880.033 gedeeld over een
periode van 40 jaar.

6. De verplichtende bijdrage.

Terug naar de uitspraak van raadslid Heemskerk in de Arena van 16 februari 2019 ( bijlage 8).
Heemskerk stelt: “Er is namelijk al sprake van een verplichting van ruim 80.000 euro per jaar aan de verenigingen. Resteert een netto kostenpost van 300.000 euro over een periode van 40 jaar”. Deze stelling beoordelen wij als onjuist. Maar het is wel de basis waarop het Onderzoeksrapport van de Stichting Waarborgfonds Sport (WSW) een voorzichtig positief advies gaf wat betreft de financiële consequenties voor de gemeente.

Bijlage 10, bevat een deel van dat onderzoeksrapport en daarin is te lezen: “In de financiële uitwerking (van het Kranenhof-project) is rekening gehouden met de jaarlijkse dotatie van 84.000 euro aan de onderhoudsvoorziening. De gemeente heeft als voorwaarde
gesteld dat de voorziening ook volledig liquide beschikbaar is. Op basis van de ontvangen cijfers lijkt dit voldoende haalbaar.”

Klopt dat?

Raadslid Heemskerk had het over ruim € 80.000 per jaar over een periode van 40 jaar als verplichtende bijdrage.

De accountant had het over het wegvallen van de exploitatiebijdrage van € 85.000 per jaar dat opgevangen zou worden door de gemeentelijke egalisatiereserve-subsidie van € 1.300.000 (Audioverslag Auditcommissie 28 januari 2020).

In het rapport ‘Financiële onderbouwing accommodatie EGS’ (bijlage5: uitgangspunten varianten) is berekend dat de “Gemiddelde privatiseringsbijdrage over een periode van 40 jaar, met een index van 1,5%, € 107.915 zou zijn,

Volgens onze bescheiden mening bedraagt de verplichtende bijdrage op grond van de Privatisering-/erfpachtregeling van maart 2006 slechts € 880.033 (inclusief de 1,5% index). Over een periode van 40 jaar is dat gemiddeld € 22.001 per jaar.

Conclusie.

De financiële onderbouwing van het Kranenhof-project is omgeven met onduidelijkheden, niet gestaafde aannames en, in onze ogen, ook foute redeneringen.

Dat is kwalijk, allereerst voor de gemeenteraad die haar wetgevende budgetterende en controlerende taken zo niet naar behoren kan vervullen. De vraag is hoe de besluitvorming in de raad zou zijn gelopen als het raadsvoorstel en de toelichting daarop transparanter en controleerbaarder zouden zijn geweest en de financiële consequenties en risico’s duidelijk waren gemaakt.

Het is ook kwalijk voor de burger die fors betaalt voor dit project en niet naar behoren werden/worden geïnformeerd.

Duidelijk is dat de gemeente met dit project een groot financieel risico loopt. Na de financiële debacles van het Wisseveld en dat van de scheepswerf zal dit project de Graafse burgers opnieuw diep in de portemonnee raken.
Ook de burgemeester uitte zijn zorgen over het project in het raadsvoorstel. “HerontwikkelingSportpark Kranenhof” van 13 augustus 2019. Daarin staat op pagina 8: “De burgemeester als
voorzitter van de raad heeft met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming zorgen over de eventuele financiële risico’s die de gemeente loopt als gevolg van het onvoldoende realiseren
van zelfredzaamheid en het in zijn ogen onvoldoende scheiden van verantwoordelijkheden en bevoegdheden”. Maar heeft daar verder niets mee gedaan.

Samenvattend is er sprake van:

Een lening van € 4.135.510 met een looptijd van liefst 40 jaar die aan kapitaalkosten ca.€ 5.856.000 gaat kosten (nog niet in de begroting 2020 verwerkt).

Een lening van € 2.255.000 (looptijd onbekend; nog niet in de begroting van 2020 verwerkt).

Een egalisatiereserve-subsidie ten laste van de (gemeentelijke) Algemene Middelen van € 1.300.000 (nog niet in de begroting van 2020 verwerkt).

Een bedrag aan verkeerskundige kosten van € 200.000 (volgens ons ook niet in de begroting van 2020 verwerkt).

Opgeteld zal een bedrag van € 9.611.000, volgens de regels van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), in de aanstaande Burap/kadernota nog verwerkt moeten worden.

Met vriendelijke groet,
Wil Baaijens en Hans Satter; www.gravepolitiek.nl

P.S. De bijlagen zijn terug te vinden op www.gravepolitiek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *