De GelderlanderKeerpunt 2010Laatste Nieuwspermanente campagneVoorpagina

De Gelderlander: “Hier geven en je mond houden”.

GraverMaat: De Gelderlander schrijft in een artikel over de vondsten uit een wagengraf die aangeboden werden aan onze amateur-archeoloog Jo de Wit.

Hieronder enkele stukjes uit het artikel. 

Hierboven ziet u een archieffoto van mij.  Hij is hier in de kelder van een pand in de Rogstraat.

Ruim een jaar geleden kreeg Jo de Wit uit Grave resten uit een wagengraf uit de ijzertijd geschonken. Gevonden in de Hatertse en Overasseltse Vennen. Een dag later moest hij de vondst afstaan. En zwijgen. Maar nu vertelt hij.

Het is donderdag 11 oktober 2018, wanneer Jo de Wit met open mond naar wat emmers, zakken en kistjes op de vloer van zijn Graafse woonkamertje staat te kijken. Zo’n archeologische schat heeft hij nog nooit in zijn bezit gehad en nu komen twee mannen het gratis langs brengen.

De Wit had al verhalen gehoord over de vondst die was gedaan in de Hatertse en Overasseltse Vennen: een wagengraf uit de ijzertijd.

En daar ligt dat alles opeens op zijn vloer uitgespreid. Eind juli gevonden door een Nijmegenaar die met een metaaldetector spulletjes uit de oorlog zocht. ,,Ze vonden het oud ijzer”, blikt De Wit terug. ,,Ze hadden het al aan het museum in Wijchen aangeboden en zeiden dat ze niets hadden met Museum Het Valkhof in Nijmegen. Of ik het wilde hebben voor mijn archeologische museumpje in het hart van Grave, want anders zouden ze alles weggooien.” Zo’n kans wilde De Wit niet laten schieten.

De Gravenaar meldt de vondst die dag netjes digitaal bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Een dag later krijgt hij bezoek. Sectorhoofd Kennis Erfgoed Jos Bazelmans van de rijksdienst staat voor de deur, samen met conservator Louis Swinkels van Museum Het Valkhof en vertegenwoordigers van Museum Kasteel Wijchen en de gemeente Heumen.

,,Ik voelde me compleet overvallen. Ze kwamen de vondst ophalen, zeiden ze. Ik zei dat dat niet de bedoeling was, dat ík de spullen had gekregen en alles volgens de regels had gemeld. Maar ze zeiden dat ik de kosten van de conservatie dan zou moeten betalen en dat geld heb ik niet. Ze dreigden met de officier van justitie. Ik mocht ook twee jaar lang niets over de vondst naar buiten brengen.”

Uiteindelijk staat De Wit de vondst af. Op een handgescheven velletje stelt de Gravenaar wel zeker dat hij niet wordt vergeten: ‘De heer De Wit vindt het belangrijk dat zijn rol bij het veiligstellen van de vondst erkend wordt’.

En dáár gaat het mis, vindt De Wit. Hij hoort niets meer. Afgelopen week berichtte De Gelderlander over de vondst. Er komt een mooie perspresentatie, zeggen de rijksdienst en de Vrije Universiteit in Amsterdam. Verder zeggen ze alleen dat de zaak onder de rechter is, omdat de vondst illegaal zou zijn gedaan. De Wit voelt zich daardoor in zijn goede naam aangetast. Zelf heeft hij de spullen eerlijk gekregen. En het ‘spreekverbod’, daar heeft hij het als liefhebber wel erg moeilijk mee gehad. Wil hij de vondsten terug? ,,Ik wil ze hebben, zodat ik ze op een mooie manier, kan overdragen en iedereen ze op een goede plek kan zien.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *