De GelderlanderGrave LokaalLaatste Nieuwspermanente campagneVoorpagina

Reservesluis bruikbaar maken?

GraverMaat: Na het lezen van dit artikel dacht ik meteen aan de oude sluis die jarenlang dienst deed voordat de grote sluis werd aangelegd. Misschien kan Grave lobbyen in Den Haag via de CDA Tweede Kamerleden uit Boxmeer en Oss om de “reservesluis” te vergroten en weer in gebruik te nemen voor bijvoorbeeld kleinere en / of lege schepen?

Bottleneck Grave is ‘killing’ voor

de binnenvaart

De sluis bij Grave is een waar obstakel voor schippers. Vooral bij laagwater liggen soms wel tientallen schepen urenlang te wachten tot ze hun vaart kunnen vervolgen. Schuttevaer, branchevereniging voor de binnenvaart, pleit nu voor een extra sluis.

Zo kwam het tijdens de afgelopen laagwaterperiode voor dat er wel 30 tot 35 schepen tegelijk lagen te wachten bij het complex in de Brabantse plaats. ,,Per keer kunnen er twee of drie door de sluis, wat een klein uur duurt”, zegt Nico Stam van Schuttevaer. ,,Soms lag je daar bijna een dag te wachten, het was gewoon een drama voor die schippers.”

De binnenvaart mag van geluk spreken, vindt Stam, dat de sluis in Grave tijdens de drukke periode geen storing heeft gehad. ,,Dan hadden we pas echt een groot probleem gehad. Sambeek, Heel, Belfeld, allemaal hebben ze drie sluizen. In Grave maar één, dat is echt een bottleneck.”

Door de extreme wachttijden konden veel schippers niet op een afgesproken tijd op hun plaats van bestemming zijn. Stam: ,,Het was heel moeilijk om een planning te maken. Als schippers gevraagd werd of ze de volgende dag konden lossen, dan hing dat af van hoe lang ze bij Grave zouden moeten wachten.”

De branchevereniging dringt er nu bij Rijkswaterstaat op aan om werk te maken van een tweede sluis. Een woordvoerder van de overheidsinstantie erkent dat ‘Grave’ een kwetsbaar stuk is, maar geeft aan dat er op korte termijn geen extra sluis zal worden aangelegd. ,,Maar het heeft wel onze aandacht.”

Wikipedia.

Het Stuw- en sluizencomplex Grave is een complex van een stuw en twee sluizennaast elkaar in de Maas bij Grave en Nederasselt. Over de sluizen en de stuw ligt een verkeersbrug, de John S. Thompsonbrug. Stuw en brug zijn als één geheel gebouwd. In 1929 werd het complex in bedrijf gesteld. Een nieuwe, tweede, sluis werd in 1974 geopend. De huidige beheerder is Rijkswaterstaat Zuid-Nederland.

Het complex is een Rijksmonument en heeft grote cultuurhistorische waarde.[1] Het is niet alleen van betekenis voor de geschiedenis van de bouwtechniek in ijzer en staal, maar ook van belang voor de typologische ontwikkeling van de grote verkeersbruggen.

Over de stuw en het bovenhoofd van de oude sluis en het benedenhoofd van de nieuwe sluis ligt de John S. Thompsonbrug, een verkeersbrug in de N324, de weg van Nijmegennaar ‘s-Hertogenbosch. De vaste brug heeft een doorvaarthoogte van NAP +15,55.[2][3

De stuw in de Maas is uniek in Nederland, omdat die onderdeel is van een gezamenlijk constructie met de erboven gelegen brug. De stuw bestaat uit twee openingen, waarvan voor de scheepvaart 60 meter breedte beschikbaar is. Deze doorstroomopeningen worden door middel van 20 jukken met daarin 60 schuiven afgesloten. In de jukken zijn drie in de jukken glijdende schuiven boven elkaar geplaatst, die al naargelang de afvoer van de rivier, verwijderd of geplaatst kunnen worden.

Door in een juk een schuif omhoog te halen of laten zakken wordt ongeveer 20 m3 water per seconde meer of minder doorgelaten. Bij een wisselende afvoer wordt door middel van het plaatsen of verwijderen van de schuiven de afvoer zo geregeld, dat het stuwpeil gehandhaafd blijft. De jukken kunnen met een kabel tegen de brug omhoog worden getrokken. Als de jukken opgehaald zijn, kan de scheepvaart ongehinderd de stuw passeren en hoeft er niet te worden geschut. De waterstand in het Maas-Waalkanaal is afhankelijk van het stuwpeil van Grave.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *