Jos Somers 40 jaar werkzaam bij Brabantzorg.
De glimlach van Catharinahof
“Ik ben geboren en getogen in Volkel. Mijn jeugd was vol muziek. Ik draaide plaatjes, speelde gitaar en basgitaar in een coverband. Ik leerde veel in ons gezin met twaalf kinderen. Mijn moeder was eerlijk. Recht door zee. Ze zei altijd dat als je iets doet, je dat goed moet doen. Met eenvoud en gastvrijheid. Mijn vader, melkboer, gaf me de muzikale genen. Hij speelde trompet en zong in een koor. Hij was oprichter van diverse clubs. Organisator. Trouwens, in een groot gezin leer je delen. Mijn zus en zwager zaten in de verpleging. Dus toen ik over een beroep ging nadenken viel dat draaien van plaatjes snel af en ging ik ook de verzorging in. Ik kwam op Samivos terecht, het latere Nieuwe Hoeven. Met allemaal meisjes. Tijdens mijn opleiding moest ik opeens een meisje van mijn leeftijd, een jaar of achttien, wassen. Het meisje had leukemie. Ik vond dat heel moeilijk. Net als het wassen van een oudere man. Daar keek ik wel tegenop. Maar ik werd goed begeleid door de zusters. Eén dag in de week ging ik voor theorielessen naar Eindhoven. Dat waren zeer gevarieerde lessen. Van Florence Nightingale tot rust, reinheid en regelmaat. En vooral het handen wassen. Want in die tijd werd alles elke dag verschoond. Er waren 132 cliënten, verdeeld over 6 afdelingen. Het was fysiek hard werken. Wassen, pillen geven, eten bezorgen, toiletronde, middageten, toiletronde, koffie of thee, bedden open leggen, overdracht, en dan naar huis. Natuurlijk had ik ook avond- en nachtdienst. En weekenddienst. Ik heb het allemaal meegemaakt. De meeste cliënten waren dement. Een gebroken wereld als een gesloten boek, dat je via gesprekken wat probeerde te openen. Het ging me vooral om de mens. En dat is altijd zo gebleven”.
1978 De Nieuwe Hoeven
Het vaste werk ben ik na de examens op de Nieuwe Hoeven begonnen. Als ziekenverzorgende. In 1981 ben ik teammanager geworden. Na alweer een opleiding. Ik heb er de teamverpleging mee opgezet en de MBO-opleiding IW gevolgd. Het was de tijd van de automatisering. Die heb ik helemaal meegemaakt. De cliëntendossiers werden opgezet. Maar er was op de Nieuwe Hoeve ook plaats voor samen lol maken. Tijdens de viering van mijn 40-jarig jubileum had de algemeen directeur Adrie van Os het er nog over. We kregen in een bepaald jaar geen Kerstpakket. Dus toen hebben we zelf maar iets leuks verzonnen. Een jaarafsluiting. Ik zong er als Urbanus over het Kindeke Jezus. Die jaarafsluiting werd steeds uitgebreider. Ik weet nog dat ik Monday, Monday, You needed me en Everything I do zong. Als onderdeel van een groot showprogramma. Op het laatst stonden er om 18 uur al 200 mensen voor de deur van de grote zaal te wachten. We hebben er nog een cd van uitgegeven”. Intussen was de naam alweer veranderd en ZVOM geworden. In 2005 werd dat uiteindelijk BrabantZorg.
2005 BrabantZorg
“Ik was bezig met de Managementopleiding toen ik gevraagd werd om naar Grave, naar Maaszicht te gaan. Maaszicht was toen net toe aan vernieuwing. Ik kwam er in een huis met een warme sfeer terecht. In 2008 kwam Janneke Pander erbij. Mijn grote inspiratiebron. Er was al decennia over nieuwbouw gesproken en ik had het voorrecht om bij de daadwerkelijke verhuizing naar Catharinahof te mogen zijn. Ik werd er gérant. Mijn devies was: Alles kan. Niets is onmogelijk. Niet bang zijn. Ik maakte de overstap van zorgmanager tot bedrijfsleider. En nog steeds voel ik me hier enorm thuis. Afgelopen zondag het Nieuwjaarsconcert van Harmonie Stad Grave. Met 300 enthousiaste mensen in de theaterzaal. ’s Middags 100 mensen blij bij het traditionele Driekoningenzingen. Ik keek om me heen en dacht: “Hier heb ik het voor gedaan”.