Grave PolitiekLaatste Nieuwspermanente campagneVoorpagina

Wil Baaijens stelde kritische vragen aan de raad over de herbenoeming van de burgemeester.

Beste raadsleden,Bijlage 1.)

Op 23 oktober 2018 stuurde ik u een email n.a.v. het formeren van een vertrouwenscommissie voor een eventuele herbenoeming van de huidige burgemeester Roolvink (bijlage 1).  In die email stelde ik wat kritische vragen waarop u niet wilt (of kunt of mag) reageren.

Ik neem dan ook aan dat, om met het oude spreekwoord “ Wie zwijgt stemt toe” te spreken, u eigenlijk instemt met de inhoud van hetgeen ik op 23 oktober jl. u geschreven heb.

Als ik de profielschets uit bijlage 1 er nog eens goed op nalees dan blijf ik me nog steeds afvragen op welke rationele/logische gronden Roolvink indertijd is gekozen tot burgemeester van Grave. Maar ook op welke rationele/logische gronden hij (hoogstwaarschijnlijk) herbenoemd gaat worden als burgemeester van Grave. In een gezonde democratie hoef je daar toch niet zo krampachtig/geheimzinnig over te doen!

 

Ik neem aan dat voor de herbenoeming dezelfde profielschets geldt  als in 2012 toen Grave als gemeente er nog  “Goed”  voorstond. Helaas staat Grave momenteel er een stuk minder voor en het ziet er naar uit dat dat in de komende jaren eerder slechter dan beter zal worden gezien o.a.:

  • de opmerkelijke stijging van de criminaliteitscijfers,
  • de stijgende ambtelijke personeelskosten met een te hoge overhead,
  • de dalende financiële positie met een sterk oplopende schuldenlast,
  • de politieke isolatie van Grave in de regio,
  • de verpaupering van het publiek domein.

om maar wat (reële) negatieve aspecten te noemen.

De profielschets is dan ook een prima ijkingstoets of Roolvink voldaan heeft aan de toenmalige eisen en of hij ook in de komende moeilijke periode de capaciteit heeft leiding te geven aan het Graafse politieke bestuur.

 

Wat de vertrouwenscommissie voor functie heeft bij herbenoemingen is mij een raadsel. De raad moet zich in de ambtsperiode van een burgemeester al een gefundeerd oordeel hebben opgebouwd over het functioneren van zijn voorzitter op basis van de (verplichte  ) periodieke functioneringsgesprekken (zie bijlage 5). De verslagen van deze gesprekken worden (verzegeld) gearchiveerd en zijn bepalend voor het besluit of een burgemeester wordt herbenoemd of  (eventueel) niet.  M.a.w. als er werkelijk in zijn ambtsperiode serieuze gesprekken zijn gevoerd  tussen raad en burgemeester dan moet er een uitvoerige conduitestaat zijn opgebouwd waar een herbenoeming  wel of niet op gebaseerd dient te zijn. Zo moeilijk is dat niet.

 

Bijlage 2.)

Hoewel columnist Van Rossem schrijft in termen van de grote politiek vind ik dat zijn waarnemingen één- op- één ook gelden voor onze  lokale democratie.  Voor mij, als politiek geïnteresseerde burger/kiezer, is de column geen echte eyeopener maar wel een prachtige samenvatting  van de staat van onze lokale democratie zoals ik die ervaar.

 

Bijlage 3.)

De presentatiegids van de vereniging van raadsleden kan m.i. gezien worden als raadgeving/ voorlichting  voor een beter functioneren van raadsleden.

Frappant is dat de raadsleden zelf concluderen dat o.a.:

  • het slecht gesteld is met het aanzien van de raad bij de inwoners (pagina 4),
  • dat de positie van de raad als hoogste gemeentelijk bestuursorgaan zeker niet onomstredenis (pagina 5).

 

Vooral de “niet onomstredenheid”  van de raad  verdient bestuurlijke aandacht. Dat de raadsleden, naar elkaar toe, niet loyaal zijn is een zorgwekkende constatering  omdat daarmee niet alleen de democratische legitimatie van dit bestuurlijke orgaan wordt aangetast maar ook de integriteit van het lokale openbare bestuur! Bent u dat met mij eens?

De presentatiegids geeft duidelijk aan (pagina 5) dat uit onderzoek is gebleken:

  • De loyaliteit van raadsleden ligt in de raadszaal duidelijk niet bij de gemeenteraad. Loyaliteit aan de eigen fractie (46%) en loyaliteit aan de eigen opvattingen (42%) scoren veruit het hoogst. Loyaliteit aan de gemeenteraad is voor slechts 9% van de raadsleden belangrijk in zijn of haar functioneren.

De vraag is dan ook: Hoe liggen die percentages binnen onze gemeenteraad? In hoeverre zijn de geconstateerde partij- en eigenbelangen verweven met de herbenoeming van de burgemeester?

 

Bijlage 4.)

In het kader van het benoemen of herbenoemen van burgemeesters is dit een zeer lezenswaardig artikel. Mijn vraag is: is de raad bekend met het  wetenschappelijke  onderzoek in opdracht van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB).

 

Bijlage 5.)

Dit rapport geeft duidelijk aan dat het opbouwen van een conduitestaat tijdens de ambtsperiode van een burgemeester de basis moet zijn van een herbenoeming. Herbenoeming past niet in de voor de burger schimmige beslotenheid van een vertrouwenscommissie waarvan het onzeker is of de leden ervan vallen binnen de categorie van raadsleden die loyaal zijn aan de gemeenteraad?

 

Bijlage 6.)

Bijlage 6; op weg naar meervoudige democratie is nauw verweven met het in bijlage 4 genoemde rapport. Vooral de moeilijke functie/ taak van een burgemeester binnen de lokale democratie wordt daarin duidelijk omschreven. Ik wil dan vooral verwijzen naar de pagina’s 22 t/m 35 waarin een burgemeestersbenoeming of herbenoeming geen kwestie mag zijn van politiek netwerken, maar van bestuurlijk competentie.

 

Veel leesplezier.

Met vriendelijke groeten,

Wil Baaijens

www.gravepolitiek.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *