Wethouder Willy Hendriks uit Boxmeer: ‘Zonder herindeling was ik gestopt’
door Henk Baltussen De Gelderlander
De Oeffeltse, ooit 12 jaar werkzaam bij de voormalige gemeente Wanroij, is van de vier Boxmeerse wethouders degene met de meeste ervaring. Vanaf 1990 was ze vier jaar raadslid in de oude gemeente Oeffelt, tussen 1998 en 2002 wethouder in de nieuwe gemeente Boxmeer, zat acht jaar in de raad, waarna ze nog eens acht jaar op het wethouderspluche zat. De pensioenleeftijd voor de 64-jarige politieke routinier nadert, voor Hendriks evenwel geen reden de handdoek in de ring te gooien. “Natuurlijk heb ik er serieus over nagedacht. Je moet niet in de fout vervallen te lang door te gaan. Was de herindeling in het Land van Cuijk niet aan de orde geweest, was ik gestopt. Maar ik denk dat het beter voor een gemeente is om met ervaren mensen naar een herindeling toe te groeien. De drive bij mij is er nog volop, het sociale domein is mijn portefeuille en dat wil ik per se goed afleveren. Ik ga er in elk geval van uit dat Boxmeer de laatste raadsverkiezingen heeft gehad als zelfstandige gemeente.”
Hendriks vindt het maar niks dat Mill en Grave zich op een zijspoor hebben gezet. Ze is ook niet blij dat in Boxmeer aarzelingen de kop opsteken. Wel omarmt ze de brief van de Brabants commissaris van de Koning Wim van de Donk. Daarin maakt hij duidelijk blij te zijn dat Boxmeer, Cuijk en SInt Anthonis gaan starten met de herindelingsplannen zonder Mill en Grave. “Nu geen uitstel meer en snel aan de slag”, stelt Hendriks.
Ze is niet iemand van treuzelingen en aarzelingen. Aanpakken is het devies. “Dat wordt niet altijd door iedereen in dank aangenomen. Het schept wel duidelijkheid.”
De vierde wethouder die het CDA per se wilde, zat haar niet lekker. “We hebben het met z’n drieën in de afgelopen vier jaar goed gedaan. Dat bewijst de verkiezingsuitslag. Waarom dan die vierde? Maar we zijn eruit kunnen komen.” Op de vraag of ze uren had in willen leveren, mocht dat nodig zijn geweest (een deel van de raad zag dat graag) om de coalitie met vier wethouders te kunnen vormen, is het antwoord kort maar krachtig: “Nee.”
Ze blikt nu vooruit. Voor haar zijn de vernieuwbouw van de school in Overloon en de transformatie in de jeugdzorg (die Land van Cuijk-breed is geregeld) speerpunten.
Haar hoogtepunten uit de vorige raadsperiode? “De bouw van de turnhal, de totstandkoming van Knillus in Vortum Mullem en de vernieuwbouw van het Elzendaal College. Het onderwijsplein in Boxmeer staat er.” En het leegstaande voormalige LTS-gebouw? “Er komen in elk geval geen planken voor de ramen. Meer kan ik nu nog niet zeggen.”