De Gelderlander: Bezuinigingen op de brandweer in Brabant-Noord hebben gevolgen voor de veiligheid en snelheid waarmee wordt uitgerukt. “Spullen liggen niet meer voor het grijpen.”

‘We hopen dat mensen het in een noodsituatie niet merken. Het is nog niet onveilig. Maar de veiligheid komt in het gedrang. Dat geldt ook voor medewerkers van de brandweer.” 

Dat zegt Rico van Dinther, bevelvoerder van de brandweer in Den Bosch. Hij doelt op de gevolgen van bezuinigingen bij de brandweer in de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Vooral het schrappen van een hoogwerker, die tot 1 maart beschikbaar was in de Bossche kazerne, is volgens hem een groot gemis.

Van Dinther benadrukt hoe belangrijk de hoogwerker vorig jaar was bij een felle brand die woedde aan de Westwal in Den Bosch. Ook bewees de hoogwerker toen zijn waarde bij de brand bij twee panden in Kerkdriel.

Volgens Van Dinther is de hoogwerker vanwege meer bluscapaciteit naast de ladderwagen ingezet. Ook kan een hoogwerker meer gewicht hebben. “De ladderwagen wordt altijd gebruikt in de binnenstad, omdat die efficiënter en compacter is dan een hoogwerker. De hoogwerker wordt vooral ingezet buiten de binnenstad en in buurgemeenten, bijvoorbeeld bij schoorsteenbranden of als ondersteuning van ambulances bij het op hoogte afhijsen van patiënten.”

De ladderwagen blijft in Den Bosch. Maar de vijftien jaar oude hoogwerker is afgeschreven en wordt niet vervangen. De dichtstbijzijnde hoogwerker komt voortaan vanuit Oss. “Je kunt deze direct laten komen. Maar het duurt altijd langer voordat hij in Den Bosch zal zijn”, zegt Van Dinther.

Hij kan niet precies overzien hoe groot het gemis van de Bossche hoogwerker zal zijn. Wel zegt hij al een poosje ander wegbezuinigd materiaal te missen. Het ligt niet meer voor het grijpen in Den Bosch, omdat speciale hulpverleningsvoertuigen daar niet langer zijn gestationeerd. “In die voertuigen zaten hefkussens om vrachtwagens op te tillen en bordessen om gestrande treinpassagiers veilig uit de trein te halen. Dankzij deze voertuigen hadden we altijd genoeg stabilisatiemateriaal. Bijvoorbeeld bij een ongeluk waarbij een auto op de kant is beland en een inzittende bekneld zit. Je wilt zo’n persoon er zo snel mogelijk uithalen. We lossen het altijd op. Maar we moeten weleens concessies doen aan onze veiligheid of de juiste manier van werken. Belangrijk is dat een voertuig waar nog iemand in zit stabiel is voor eraan wordt gewerkt. Wij hebben nu een stadsvoertuig dat kleiner is en ook minder materiaal heeft dan de andere voertuigen in de regio.”

Van Dinther is niet de enige met kanttekeningen bij de bezuinigingen. Op Facebook meldt ploeg A van de brandweerpost Den Bosch dat de hoogwerker is geschrapt zonder verder onderzoek. “Onzin”, zegt een woordvoerster van de brandweer Brabant-Noord namens regionaal commandant Paul Verlaan. Zij benadrukt dat werkgroepen gevormd door medewerkers van de brandweer in de Veiligheidsregio Brabant-Noord zich hebben gebogen over (eventuele) maatregelen. “Het is onnodig en financieel en praktisch gezien onmogelijk als bij elke brandweerpost een redvoertuig is gestationeerd. Gemeenten en de brandweerorganisatie hebben in 2013 de opdracht gekregen te bezuinigen en recht te doen aan een verantwoord niveau van brandweerzorg. Daar past djeze aanpak bij.”

Behalve de hoogwerker in Den Bosch zijn volgens de woordvoerster de afgelopen jaren regionaal een tiental motorspuitaanhangers, tankautospuiten, hulpverleningsvoertuigen, rampenbestrijdingsmateriaal en reddingsvoertuigen geschrapt. Er is een nieuw voertuigenspreidingsplan ontwikkeld en geïnvesteerd in hulpverleningsvoertuigen en nieuw materiaal, zoals waterwagens. Ook zijn vijf brandweervaartuigen langs de Maas gestationeerd. Elke post kan met een eigen tankautospuit beknellingen en reddingen uitvoeren. Als meer materiaal nodig is, dan moeten zes regionale hulpverleningsteams uitkomst bieden. Ook is een compactere variant ontwikkeld van een standaardtankautospuit, voor vier personen. “We zetten een mooi en verantwoord product neer”, aldus de woordvoerster.