Grave Lokaal

Verloedering pand Arnoud van Gelderweg 91. Achtergrondinformatie en STAVAZA

Recent gemaakte foto van voorzijde
Een briefje op de voordeur verwijst naar IME dentaal
Reactie van Grave Politiek

Politieke integriteit en het mijnenveld dat Wisseveld heet 

‘Een raadslid hoort wat dat betreft roomser te zijn dan de paus.’ We citeren de Gelderlander van 12 november 2016. Het is de slotsom van een weging in de krant van het stormpje dat opgestoken is na de klaagzang van CDA-raadslid Ben Peters in de raadsvergadering van de dinsdag ervoor. Zou dat waar zijn, een politicus die roomser moet zijn dan de paus, dan is het al jaren alles hel en verdoemenis wat de klok slaat in de Graafse raadzaal. Als je het dossier Wisseveld van de politiek-ethische kant bekijkt, zie je een aaneenschakeling van ellende en is het niet overdreven vast te stellen dat het gebrek aan integriteitsbesef een van de belangrijkste rode draden is. Het klusje van Ben Peters past naadloos in dat dossier waarvan onze politici inmiddels besloten hebben: ‘we hebben het er niet meer over’. Op die manier hebben ze voorzien in een generaal pardon over alle, vooral eigen, geknoei in dat dossier. 
Niet meer dan een discrete vraag
Onze inzet, die van Grave Politiek, is dat onze politiek en ons bestuur zich nu eindelijk eens wel iets gelegen zal laten liggen aan de ‘goede zeden’ die bij bestuur en politiek horen. Onze discrete vraag aan Peters heeft geleid tot een nietszeggende reactie, die hij zelf direct aan de grote klok heeft gehangen. Het waarom daarvan is zijn aangelegenheid waarover wij niet willen speculeren. Maar een citaat van raadslid Kamps helpt ons mogelijk op weg: ‘Trek het breed en er gebeurt geen reet!’ Het is wel een gegeven: Peters is zelf in belangrijke mate verantwoordelijk voor alle poeha die er rond hem en zijn integriteit is ontstaan en voor het gegeven dat die nog altijd niet geleid heeft tot een antwoord op onze vragen over mogelijke belangenverstrengeling. Zijn antwoord laat tot nu toe hooguit zien hoe hij er in zijn geweten mee geworsteld heeft maar voor een politicus zegt dat niet veel. Voor hem zijn vooral zijn geloofwaardigheid en zijn aantoonbare integriteit van belang en alleen daarop hebben we Peters aangesproken. ‘Politici leven in een glazen huis’, zegt de gedragscode, en dat is net weer een slag anders dan dat ze roomser moeten zijn dan de paus.
Een te haastige conclusie?
De conclusie die de krant (de Gelderlander) trekt, dat hij het beste een einde kan maken aan de mogelijke belangenverstrengeling van hemzelf, de gemeente en de GBB door het gebruik van het pand te beëindigen, is mogelijk te haastig getrokken. Wat ons betreft moet hij aantonen dat hij inderdaad integer heeft gehandeld. Mocht hij dat doen, is er wat ons betreft de kous af. Mocht blijken dat dat niet het geval is, ligt de mogelijkheid nog altijd open om de combinatie van politieke,  zakelijke en persoonlijke relaties alsnog goed te regelen.
Er bestaat een integriteitscode voor raadsleden. De Graafse gemeenteraad heeft die ook keurig omhelsd in 2015 (de nieuwe versie) maar heeft tot nu toe niets waarneembaars ondernomen om zich de inhoud ervan eigen te maken en deze toe te passen.
Oeh toch!
Wat zegt het van een gemeenteraad dat zij er als het ware de schouders over ophaalt, als zich zo’n geval aandient? Het zegt eigenlijk hetzelfde als wat de conclusie moet zijn na vijftien jaar Wisseveld en tien tot vijftien miljoen naar de verdoemenis (per Gravenaar voorlopig een slordige duizend euro). In beide gevallen was de reactie van de raad eigenlijk alleen: ‘oeh toch!’ Het lijkt alsof geen enkel raadslid of -fractie bereid is om welke consequentie dan ook te trekken uit de ellende die ze samen hebben laten ontstaan en die zich onder hun ogen, gesloten of open, ontwikkeld heeft. Terwijl het toch nadrukkelijk hun taak is en was om onze zaken goed te regelen. Van die kant bekeken is het klusje van Peters een stukje onverwerkt Wisseveld-verleden waar ze ook nu nog altijd geen raad mee lijken te weten.
Een grauwsluier over de politieke beraadslaging
Toch is de oplossing zo simpel als ‘goede morgen!’ Hetzelfde advies als aan Ben Peters: ‘Lees die integriteitscode nou eens echt en doe er je voordeel mee bij het uitoefenen van je vertegenwoordigende functie, als individueel raadslid en als bestuurslichaam. Volhard je erin om dat flauwe kul te vinden, dan laat je daarmee zien niet berekend te willen zijn op je taak samen toe te zien op de integriteit van onze volksvertegenwoordiging en ieder raadslid voor zich. Elkaar aanspreken op mogelijke wrijvingen met de code en, als dat aan de orde is, op gedrag dat er strijdig mee is of kan zijn… In Grave lijkt het vooralsnog ondenkbaar dat het gebeurt en zolang dat zo is, is het in feite onzin om het zelfs maar over ‘bestuurskracht’ te hebben. Men houdt elkaar in de tang met zaken die niet uitgesproken worden maar die wel een grauwsluier leggen op elke politieke beraadslaging. Het leidt tot een vleugellam bestuursorgaan en aangeschoten wild dat het bevolkt.
Een stilzwijgende raad
Het is ‘Grave Politiek’ te doen om de kwaliteit van de politiek. Het gebrek aan kwaliteit heeft geleid tot excessen als het Wisseveld en het snippergroen, die uiteindelijk, hoe je het ook wendt of keert, in hoge mate te wijten zijn aan het gebrek aan kwaliteits-, integriteitsbewustzijn van onze politiek en onze politici. Gek, dat Peters een larmoyant verhaal op kan hangen over onze bejegening en dat geen van de raadsleden mans genoeg is om op z’n minst als commentaar te geven: ‘Alles goed en wel, meneer Peters, maar we moeten het wel eens echt over de inhoud zelf hebben. Hoe goed je alles geregeld hebt…’
Wat ons betreft zie je aan het incident dat het nog lang zal duren eer het Wisseveld vergeven en vergeten is. Het blijft doorzieken, zolang de politiek het vertikt om er haar verantwoordelijkheid voor te nemen. Het blijft verlammend werken op de politieke daadkracht en de mogelijkheden om bestuur en politiek in gunstige zin bij te sturen. Men kan het simpelweg nergens over hebben, omdat het veel te gevoelig ligt en men allen tezamen verantwoordelijkheid draagt die tot nu toe niemand echt genomen heeft. Het zal blijven leiden tot politieke veenbranden, vaak intern politiek, maar er hoeft maar een lontje in het kruitvat gestoken te worden en de poppen zijn aan het dansen. Het klusje van Peters is gewoon het zoveelste bedrijf van ons Wissevelddrama. Er zullen er nog talloze volgen zolang onze politiek niet haar verantwoordelijkheid wil nemen.
Ben Bongaards, Wil Baaijens; 

De schijn wekken is al fout


Bron: de Gelderlander


Integriteit en bestuurders, het blijft een lastige combinatie. Wat kan een gemeenteraadslid wel en wat kan hij niet, zonder de schijn van belangenverstrengeling tegen zich te krijgen?

Waar ligt de grens?
Mag het CDA-raadslid Ben Peters uit Grave zijn caravan stallen in een hal van projectontwikkelaar GBB, zonder dat hij daar voor betaalt, maar in ruil voor de stalling het gras rond de loods maait? Betalen in natura noemt hij het. Particulier stallen van een caravan bij een boer die zo nog wat aan zijn lege kippenschuur wil verdienen, kost misschien 250 euro per jaar. Zou dat het beoordelingsvermogen van het raadslid over activiteiten van datzelfde GBB in Grave beïnvloeden? Waarschijnlijk niet. Dus waar hebben we het eigenlijk over? Maar we hébben het er over, dus is er minimaal de schijn van belangenverstrengeling. Het is in dit geval eenvoudig te denken dat hier sprake is van een zakelijke relatie. Ook al staat Peters bekend als een zeer integer raadslid, ook al heeft hij bij zijn toetreding tot de raad de situatie gemeld en heeft hij een eed afgelegd en kent hij de integriteitscode.

Ieder raadslid, of het nu leuk is of niet, ligt als het over integriteit gaat nu eenmaal onder een vergrootglas. Een raadslid hoort wat dat betreft roomser te zijn dan de paus, geloviger dan de dominee. Dat is niet makkelijk. Want ook al meent een raadslid dat hij het goed doet, er zijn altijd criticasters die op slakken zout blijven leggen. Dus Peters kan eigenlijk niet anders dan eieren voor zijn geld kiezen: de caravan naar de kippenschuur brengen en volledige openheid van zaken geven. Dat is dan geen kwestie van zijn belagers, die de vermeende belangenverstrengeling aanhangig hebben gemaakt, gelijk geven, maar het zal in ieder geval de schijn die er kennelijk is wegnemen.

Een raadslid hoort wat dat betreft roomser te zijn dan de paus

Ben Peters schrijft op de internetpagina van de


 Gelderlander en mijn weblog.






De schijn tegen!

De schijn tegen, hoe ontstaat die schijn. Ligt die er dik boven op? Zijn de eigen of zakelijke belangen zo groot dat het algemeen belang in het gedrang komt? Ontstaat die schijn omdat bij een raadslid voor de deur nou net wel of juist niet die lantaarnpaal is geplaatst of die parkeerplaats is aangelegd? Of ontstaat die schijn omdat iemand die insinueert?
Het lastige van schijn is dat die met een enkele uitspraak kan worden opgeroepen maar niet is te weerleggen, omdat het processen zijn die in iemands gedachten gevormd worden. De enige oplossing lijkt dan ook het onderwerp van de schijn te mijden door het belang dat aanleiding heeft gegeven van de hand te doen of buiten de discussie en besluitvorming te blijven. Dat is een afweging die het raadslid zelf zal moeten maken.
Is het raadslid dan integer? Zou de denkwijze van het betreffende raadslid hierdoor echt veranderen? Is integriteit uiteindelijk niet een zaak van normen en waarden, van geweten en rechtvaardigheidsgevoel?

Onze democratie is gebaseerd op vertrouwen, het vertrouwen dat een gekozen volksvertegenwoordiger ook handelt in het algemeen belang van het volk. We hebben dat in het systeem verankerd met een eed of gelofte en een integriteitscode. Dit om die mogelijke schijn te voorkomen en volksvertegenwoordigers daarop aanspreekbaar te maken. Daarmee ook het handelen in het algemene belang voor mensen uit het volk mogelijk te maken.

De andere schijn!
Ons democratische systeem is op dit vlak een zeer kwetsbaar systeem. Kan men schijn gebruiken om volksvertegenwoordigers buiten spel te zetten? Kan men door de schijn op te wekken, stemverhoudingen beïnvloeden? Kan men met schijn een meerderheidsbesluit voorkomen?

De vraag stellen is de schijn bevestigen!
Moeten wij ons door schijn laten manipuleren? 
Of mogen we uitgaan van de in het systeem opgenomen criteria, en het volk een keer in de 4 jaar laten beoordelen of de volksvertegenwoordiger het in hem of haar gestelde vertrouwen heeft waargemaakt. ….Of moeten we ons democratische systeem verlaten?

Ben Peters

13 november 2016 10:31  

E-mail aan de raad en anderen

Geachte raadsleden,

Graag hadden wij sneller willen reageren op uw delibereren over de begroting in de raadsvergadering van 8 november 2016.
Echter n.a.v. de ontroerende verantwoording over het gehuurde onroerend goed van Ben Peters zijn wij nu genoodzaakt eerst het een en ander rond die zaak in zijn werkelijke perspectief te plaatsen om zo passend mogelijk te kunnen reageren op zijn litanie van treurnis. We nemen aan dat u inmiddels kunt bevroeden dat we daar enkele significante vraagtekens bij plaatsen. Zeker in het kader van het gegeven dat de Graafse bevolking zo’n 10 a 14 miljoen Euro aan financiële manipulaties inzake het Wisseveldproject is kwijtgeraakt, zonder dat daar ooit ook maar enige  politieke dan wel bestuurlijke verantwoording voor is afgelegd. Ook Ben Peters niet. Ter opfrissing van uw geheugen: Grave telde op 1 april 2016, volgens Wikipedia, 12.672 inwoners. Per inwoner, van jong tot oud, betekent dat een bedrag van tussen de 790- en 1.105 euro. Voor een gezinnetje met twee kinderen is dat bedrag 3.160 tot 4.420 euro.  
Wel willen wij u verzekeren dat als Ben Peters kan aantonen dat wij een van zijn gezinsleden het leven zuur dan wel hem of haar op een intimiderende manier hebben benaderd, buiten onze kritiek op zijn functioneren als volksvertegenwoordiger natuurlijk, wij publiekelijk onze excuses zullen aanbieden aan dat gezinslid.  
Wij hebben momenteel zo’n beetje alle commentaren van de plaatselijke media binnen en wachten nog op de column van onze burgemeester in de Graafse Courant van a.s. dinsdag, om alles op een rij  te zetten en onze visie op het hele gebeuren te geven.
M.v.g.  Ben Bongaards, Wil Baaijens. (www.gravepolitiek.nl)

Geschiedenis:


Onderwerp: handhavingsverzoek

Van: Wil Baaijens

Gruttohorst 24

5361 SL GRAVE


Grave 10 oktober 2016

Aan: Burgemeester Roolvink.

CC/: raadsleden, wethouders.

Arnoud van Gelderweg 91

5361 CV GRAVE


Betreft: uw brief Z/G/16/33410-UIT/G/16/5/51404
Geachte heer Roolvink,
Wij hebben uw antwoord op ons handhavingsverzoek van 1 juli ontvangen en gelezen maar kunnen niet instemmen met de inhoud ervan, en wel om de volgende redenen.
1e.
U schrijft: “U diende op 1 juli 2016 een aanvraag in om handhavend optreden tegen de overlast die u zegt te ondervinden ten gevolge van het (naar uw mening) verloederde pand aan de Arnoud van Gelderweg 91 in Grave.”

Mogen wij uit deze zin concluderen dat er naar úw mening geen sprake is van verpaupering, zoals die als exces beschreven wordt in welstandsnota’s?

Vreemd!  Algemeen wordt aangenomen dat er sprake is van verpaupering indien aan een 
bouwwerk zichtbaar is dat er gedurende langere periode geen (basis-)onderhoud is gepleegd en er als gevolg daarvan duidelijk aantoonbaar sprake is van achterstanden in het onderhoud. Ook het grotendeels dicht timmeren van enkele ramen (het z.g. fysiek afsluiten van een gebouw) kan vanuit het straatniveau beschouwd worden als een negatieve invloed op de openbare ruimte (*1).   

Wij blijven dan ook van mening dat het pand Arnoud van Gelderweg 91 (AvG91) valt onder de categorie ‘verpauperde panden’


2e.
U schrijft: ”Volgens het systeem van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan uitsluitend een belanghebbende een aanvraag indienen”. U geeft dan een korte uiteenzetting over het begrip belanghebbende en sluit de alinea af met de zin: ”U heeft uw brief ondertekend mede 


namens de heren B. Bongaards en H. Satter. We hebben daarom ook onderzocht of zij als belanghebbenden zijn aan te merken”.
Uit dat zogenaamde onderzoek blijkt dat de afstand tussen onze woonadressen en het perceel Arnoud van Gelderweg 91 hemelsbreed voor dhr. W. Baaijens ongeveer 750 meter, voor dhr. B. Bongaards 650 meter en voor dhr. H. Satter ongeveer 340 meter bedraagt. Tevens levert het onderzoek het feit op dat er vanuit onze woonadressen geen rechtstreeks zicht is op het perceel aan de Arnoud van Gelderweg. Genoemde feitelijkheden zouden aan tonen dat wij buiten een bepaalde cirkel wonen met het pand AvG91 als middelpunt en dat we op grond daarvan geen beroep kunnen doen op het juridisch begrip belanghebbenden. U argumenteert dat ons handhavingsverzoek op deze gronden als niet-ontvankelijk verklaard moet worden.

3e. 
Verpaupering is een zeer ongewenste ontwikkeling die ten koste gaat van de kwaliteit van ons publiek domein of fysieke leefomgeving. Het fenomeen verpaupering wordt ook omschreven als “het nalaten van handelingen door het niet plegen van onderhoud”. In de oude regeling werd het nalaten van onderhoud inderdaad niet specifiek benoemd en daardoor bood de welstandsnota weinig tot geen ruimte om handhavend op te treden, als er sprake was van een passieve houding bij onvoldoende onderhoud. Om een effectief toetsingskader te krijgen en daarmee de mogelijkheid te creëren handhavend op te treden tegen het nalaten van onderhoud, was het voor de raad wenselijk en noodzakelijk om de excessenregeling op dit punt effectiever te maken. Immers, zonder een welstandsnota met toetsbare criteria zou het moeilijk zijn, zij het wel mogelijk, juridisch op te treden tegen verpaupering. De criteria op grond waarvan er sprake was van strijdigheid met de redelijke eisen van welstand moesten echter scherper benoemd worden.
Om dus via de excessenregeling in de welstandsnota op te kunnen treden tegen verpaupering, werden er aanvullende criteria (in het kader voor beleidsregels als bedoeld in artikel 12a van de woningwet) aan de excessenregeling van de welstandsnota toegevoegd. Dat gebeurde door middel van een op 13 april 2012 unaniem aangenomen motie van de gemeenteraad. 

Op grond van deze motie is er sprake van ernstige strijd met redelijke eisen van welstand bij bestaande bouwwerken wanneer:


·         er sprake is van gedeeltelijke afbraak, instorting of verwaarlozing van een gebouw of bouwwerk;
·          een bouwwerk aan de buitenzijde geheel of gedeeltelijk in ernstige mate is beschadigd;

·          een gebouw of bouwwerk zichtbaar is verwaarloosd, wat blijkt uit signalen als bijvoorbeeld kapotte ruiten, dichtgetimmerde ramen, verrotte houtconstructies, afbladderende verf, aangetaste gootconstructies en voegwerk, loszittende stenen, etc..

Bovenstaande opsomming is niet limitatief; ook andere concrete gevallen kunnen als exces worden aangemerkt. Wel worden de genoemde criteria in de excessenregeling algemeen geldend verklaard. Ze zijn daardoor ook van toepassing wanneer er sprake is van zichtbare verwaarlozing zoals we die kunnen constateren aan het pand AvG91. Op grond hiervan vallen overtredingen van de regels zoals die gesteld zijn in de excessenregeling nu onder de Wet Economische delicten en is er juridisch sprake van een overtreding (bionwetendheid) of van een misdrijf (bij opzet). Langs deze weg heeft de raad de mogelijkheid en de wenselijkheid geschapen om actief (initiatief gemeente) dan wel passief (als om handhaving wordt verzocht) handhavend op te treden.

Burgers zijn de primaire gebruikers van het publiek domein dan wel de fysieke leefomgeving. Om ergens te komen of te zijn, verplaatsen zij zich via de infrastructuur en hebben zodoende, of ze er nu aan het werk zijn, er recreëren of er enkel passeren, een ‘eigen’ belang bij een goede omgevingskwaliteit. In het geval van het verpauperde pand AvG91 wordt die omgevingskwaliteit echter ernstig aangetast.
Wij willen u herinneren aan uw woorden uitgesproken tijdens de openbare raadsvergadering van 6 september 2016. In een discussie met raadslid Kamps zegt u: (…)”Het college voert altijd moties die aangenomen zijn uit. Want wij hebben oog voor de samenleving en u als raad bent de vertegenwoordiger van die samenleving. Zou het niet een heel slecht signaal 


zijn als het college die motie naast zich neerlegt” (…)???

Tenslotte.

U schrijft: “Volledigheidshalve wijzen wij u erop dat op het bedrijventerrein ‘Wisseveld’ een ‘ímpuls’ moet plaatsvinden. Samen met de ontwikkelaar zijn wij dan ook drukdoende om de omgeving op orde te brengen en daarmee uw zorgen weg te nemen”.
  • Volledigheidshalve willen wij u erop wijzen dat de kavels, A1228 en A1383, zijnde het pand en erf aan de Arnoud van Gelderweg 91, al in 2001 door de GBB c.s. zijn aangekocht om zich grondpositie te verwerven binnen het Wisseveldproject. De prijs bedroeg € 226.890.-. Dat dat komt neer op een grondprijs van € 212,- per m². Een impuls- of een strategische aankoop?
  • Ook willen wij u erop wijzen dat de gemeentelijke regie over het Wisseveldproject door u uit handen is gegeven door uit de gezamenlijke grondexploitatie te stappen. Zie: Beëindigings- en ontwikkelovereenkomst inzake Wisseveld, d.d. 17 maart 2015. Art. 1.3.
  • In genoemd artikel (art. 1.3) wordt gesteld dat de gemeente zich beperkt tot haar wettelijke publieke taak. Deze taak bestaat vooral uit inspraakprocedures, het vaststellen van het bestemmingsplan en, zo nodig, van het exploitatieplan. De door de GBB ingediende gebiedsvisie waarop het komende bestemmingsplan geënt zal zijn, baart ons dan ook zorgen.
  • Zorgen baart ons ook, dat Art. 1.3 de gemeente als het ware verplicht tot een faciliterende rol die nadelig kan zijn voor andere concurrerende projecten binnen onze gemeente. We denken hierbij aan het hete hangijzer van het bouwen van een horeca-, recreatie- en hotelgelegenheid op de kop van de buitendijkse Emab-locatie dan wel op het terrein van de voormalige scheepswerf. In dat kader is het interessant blz. 16 van de beleidsnota economie 2012-2015 te lezen, met de titel ‘Van stilstand naar
  •  vooruitgang: Grave bekent kleur!’. 
M.v.g. Hans Satter, Ben Bongaards, Wil Baaijens

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *