De Gelderlander schrijft:

Was de Scheepswerf in Grave geholpen met een gedoogconstructie? Was de gemeente Grave te laat met toezeggingen? Trok eigenaar Robert van Kessel de stekker te vroeg uit de werf? Handelde de gemeente Grave goed door de bouw van boten met een lengte van 135 meter aanvankelijk te weigeren? Oftewel: wie was er in 2012 schuld aan het faillissement van de scheepswerf?

Op die vragen zal rechter Van Daalen de komende weken een antwoord moeten geven. Het wordt een belangrijke uitspraak die na de rechtszaak van gisteren in Den Bosch gedaan moet worden. Het juridische steekspel kent een inzet van miljoenen. Scheepswerfcurator Remco Magielsen zint op een forse claim als aangetoond wordt dat de gemeente fout zat: er moeten nog schuldeisers betaald worden.

“Meneer Van Kessel vraagt in 2011 zelf om een gedoogconstructie, maar als die er kan komen, is het ineens niet meer voldoende”, beweert advocaat Baneke, die de gemeente vertegenwoordigt.

“Aan gedogen voor 2,5 jaar om twee schepen te kunnen bouwen heeft een bedrijf niets. Er moeten weer orders worden gezocht om de toekomst te kunnen waarborgen”, betoogt advocate Van Tilburg, die namens de curator het woord voert. “Het zou maar een paar maanden gedogen zijn. Daarna zou er besluit genomen worden zodat de schepen zeker afgebouwd zouden kunnen worden”, aldus Baneke.

“Het klopte niet met de ruimtelijke ordening”, vindt Baneke. “Het ging om een milieuvergunning”, zegt Van Tilburg. “Lengtebeperking was daar niet nodig.”

“Met het toestaan van het bouwen van schepen van 135 meter in plaats van 110 meter, is er sprake van een uitbreiding en die is niet gewenst”, legt Baneke uit. “Het gaat niet om een uitbreiding, want er is ruimte genoeg om dergelijke schepen te bouwen”, pareert Van Tilburg.