Zienswijze maatschap van Dommelen op bestemmingsplanBuitengebied.
Maatschap A. & I. van Dommelen
Hoogeweg 11
5364 NK Escharen
tel:0031486-471405
fax: 0031486-471405
bankrekeningnr: NL33RABO 012.23.07.828
B.T.W. nr.: 8055.07.310.B01
Aan de leden van de Commissie Ruimte
Gemeenteraad Grave
Escharen, 13 juni 2015
Geachte leden,
Naar aanleiding van de vaststelling bestemmingsplan “Buitengebied 1e herziening” hebben wij voor zover van toepassing op ons perceel Hoogeweg 11 te Escharen (en niet te Gassel, zoals abusievelijk vermeld in regel 3) o.a. betreffende de afweging van de gemeente Grave op onze ingediende zienswijze, het volgende op te merken:
Er vanuit gaande dat U niet volledig op de hoogte bent van het enkele ordners dikke dossier doen wij U toekomen:
-Onze zienswijze dd 11 januari 2013 op het bestemmingsplan buitengebied 2013 (bijlage 1a en 1b) en
-de afweging van de gemeente Grave dd 11 juni 2013 op onze zienswijze (bijlage 2a en 2b)
Deze bijlagen geven een redelijk, maar weliswaar onvolledig beeld van de gang van zaken tot de uitspraak van de Raad van State van 12 november 2014.
De Raad van State stelt in haar uitspraak op pagina 12 onder punt 5.8:
In de verordening was, ten tijde van belang, voor de uitbreiding van een bestemmingsvlak van een grondgebonden agrarisch bedrijf geen maximale omvang opgenomen.
En, even verder:
Hieruit volgt echter niet dat de raad niet had kunnen kiezen voor een planregeling waarbij slechts wordt voorzien in uitbreidingsmogelijkheden voor de grondgebonden agrarisch bedrijfstak (bijlage 3).
Er was dus ten tijde van de bestemmingsplanwijziging geen maximale omvang voor uitbreiding van het bestemmingsvlak van een grondgebonden agrarisch bedrijf zoals een paardenfokkerij.
Als de gemeente de mening is toegedaan dat uitbreiding van de grondgebonden agrarische bedrijvigheid in 2013 alleen mogelijk was als de intensieve veehouderij zou komen te vervallen, dan zou de Raad van State dit zeker vermeld hebben. In een mondelinge toelichting heeft de Raad van State dit nogmaals aan ons meegedeeld.
Gezien de grote, ook door de gemeente Grave erkende, fouten en hun verontschuldigingen, hadden wij verwacht dat de gemeente alles in het werk gesteld zou hebben om bij de provincie gedaan te krijgen dat onze aanvraag bouwblokvergroting voor de grondgebonden agrarische bedrijfstak beoordeeld zou worden naar de situatie in begin 2013.
De gemeente Grave had dan de door haar gemaakte fout kunnen herstellen waardoor ons grote financiële schade bespaard was gebleven, die wij helaas op de gemeente Grave zullen moeten verhalen.
Hoogachtend,
Mts A. en I. van Dommelen