Grave Lokaal

Informatie op VNG website over koopkrachtregeling.

Wat zijn de inkomensgrenzen voor het recht op een koopkrachttegemoetkoming?
Personen komen in aanmerking voor een koopkrachttegemoetkoming indien hun inkomen over de maand september 2014 niet hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. De hier bedoelde bijstandsnorm is de norm, bedoeld in Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 van de WWB, verhoogd met de maximale toeslag, bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de WWB. Voor het recht op een koopkrachttegemoetkoming gelden de volgende netto inkomensgrenzen.
Inkomensnormen koopkrachttegemoetkoming 2014, netto bedragen, exclusief vakantiegeld (peildatum: 1 september 2014)
Leefsituatie en leeftijd
Inkomensgrens voor de koopkrachttegemoetkoming:
maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm
Personen van 18, 19 of 20 jaar, zonder kind(eren)
alleenstaande
€ 245,45
gehuwden, beide 18, 19 of 20 jaar
€ 490,90
gehuwden, één 21 jaar of ouder
€ 955,79
Personen van 18, 19 of 20 jaar, met kind(eren)
alleenstaande ouder
€ 529,59
gehuwden, beide 18, 19 of 20 jaar
€ 775,03
gehuwden, één 21 jaar of ouder
€ 1.239,92
Personen van 21 jaar tot pensioengerechtigde leeftijd
alleenstaande
€ 994,46
alleenstaande ouder
€ 1.278,60
gehuwden, beide hebben pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt
€ 1.420,67
Personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt
alleenstaande
€ 1.090,99
alleenstaande ouder
€ 1.372,94
gehuwden, een of beide hebben pensioengerechtigde leeftijd bereikt
€ 1.501,69
Personen in een inrichting (21 jaar of ouder)
alleenstaande
€ 355,57
alleenstaande ouder
€ 355,57
gehuwden
€ 577,45

Wat is de hoogte van de koopkrachttegemoetkoming?
De hoogte van koopkrachttegemoetkoming bedraagt 100 euro voor gehuwden, 90 euro voor een alleenstaande ouder en 70 euro voor een alleenstaande. Deze bedragen zijn wettelijk vastgesteld; er bestaat geen beleidsruimte voor gemeenten om lagere of hogere bedragen te verstrekken.
De koopkrachttegemoetkoming wordt belastingvrij verstrekt.


Ambtshalve verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming en verstrekking op aanvraag

Waartoe zijn gemeenten verplicht in het kader van de aanvraag over de koopkrachttegemoetkoming?
De enige wettelijke verplichting is dat het college van B&W regels bekend maakt over de wijze van aanvraag van een koopkrachttegemoetkoming (o.g.v. artikel 2, vijfde lid, van het Besluit koopkrachttegemoetkoming lage inkomens). Er bestaat gemeentelijke beleidsvrijheid ten aanzien van de wijze waarop de aanvraagprocedure wordt ingericht.
Op verzoek van het Uitvoeringspanel gemeenten wordt gemeenten uitdrukkelijk geadviseerd een uiterste datum vast te stellen tot wanneer een aanvraag van een koopkrachttegemoetkoming mogelijk is. Hiermee wordt voorkomen dat gemeenten in het jaar 2015 of later nog aanvragen voor de koopkrachttegemoetkoming 2014 in behandeling dient te nemen.
Welke regels dient het college vast te stellen?
De gemeente heeft beleidsvrijheid ten aanzien van de inhoud van de vast te stellen nadere regels. Het verdient aanbeveling het volgende op te nemen:
  • de grondslag: artikel 2, vijfde lid, van het Besluit koopkrachttegemoetkoming lage inkomens;
  • aan welke groep de eenmalige koopkrachttegemoetkoming ambtshalve wordt verstrekt, bijvoorbeeld aan:
        o    personen met een WWB-, IOAW of IOAZ-uitkering;
        o    de overige belanghebbenden waarvan bij de gemeente bekend is dat zij naar verwachting een inkomen hebben van ten hoogste 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
  • welke groep (namelijk de overige belanghebbenden met een inkomen van ten hoogste 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm) de koopkrachttegemoetkoming kan aanvragen via een door het college van B&W vast te stellen aanvraagformulier;
  • dat de aanvragen kunnen worden ingediend tot een door het college van B&W vastgestelde datum;
  • datum van inwerkingtreding, eventueel met terugwerkende kracht.
Verstrekking op schriftelijke aanvraag of ambtshalve?
 Het college kan het recht op koopkrachttegemoetkoming vaststellen op schriftelijke aanvraag of – indien de relevante getoetste inkomensgegevens van de rechthebbende bij de gemeente bekend zijn- ambtshalve. Het ligt voor de hand dat de gemeente zoveel mogelijk tot ambtshalve verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming overgaat. Dit is niet alleen klantvriendelijk, maar leidt ook tot de minste uitvoeringskosten voor de gemeente. In aanmerking voor ambtshalve verstrekking komen:
  • personen met een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering;
  • personen waarvan de getoetste inkomensgegevens bij de gemeente bekend zijn, bijvoorbeeld in het kader van de bijzondere bijstand, het gemeentelijk minimabeleid of de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
De verstrekking van de koopkrachttegemoetkoming vindt plaats door middel van een afzonderlijk uitkeringsproces met afzonderlijke beschikkingen, mogelijkheid van bezwaar en beroep en verplichte terugvordering bij fraude.
Op welke datum dient de gemeente de koopkrachttegemoetkoming uit te betalen?
De gemeente heeft beleidsvrijheid ten aanzien van de betaaldatum. Hierover is in de wet en in het besluit niets geregeld. Wel is in de Wet koopkrachttegemoetkoming lage inkomens opgenomen dat de betaling nog in het kalenderjaar 2014 dient plaats te vinden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *