Grave Lokaal

Bijdrage spreekrecht Hans Satter, Ben Bongaards en Wil Baaijens over verlenen van de bouwvergunning buitenschil van het Stadskantoor van de vereniging van eigenaars “Zuidooster.

Geachte commissie.

Naar aanleiding van ons WOB verzoek van 5 november 2014 met betrekking tot de constructie van de buitenschil van het gebouw van de vereniging van eigenaars “Zuidooster” hebben we dit dossier ontvangen. (het tweedelig dossier laten zien). Het betreft de vergunningaanvraag en het besluit tot vergunningverlening tot de bouw van het zuidoosterproject of te wel het stadskantoor waarvan dit stadhuis deel uit maakt.
Wij kunnen uit de gegevens die dit dossier ons biedt constateren dat een bouwvergunning nooit had mogen worden verleend. De constructie voldoet niet aan de wettelijk voorgeschreven 50 jaar referentieperiode door de beperkte garantieperiode van de lijm als constructief element zonder tweede draagweg. 
Door in de bouwvergunning niet te eisen dat naast de lijmverbinding ook een  mechanische bevestiging als tweede draagweg noodzakelijk is voldoet de constructie van de buitengevel zoals die in dit dossier beschreven is niet aan de regelgeving van het bouwbesluit.
    Tijdens de bouw van het zuidoosterproject is vervolgens ook nog eens afgeweken van deze bouwvergunning . Het toenmalige college besloot tijdens de bouw tot een aanpassing van de gevelconstructie  omdat deze niet aan de eisen van duurzaamheid voldeed. Het koos zogenaamd voor een constructie van een, ik citeer: “zelfdragend hoogwaardig staalframebouw binnenblad gecombineerd met een KOMO-gecertificeerd structureel verlijmd natuursteen buitenspouwblad.”
       Dat was doelbewuste misleidende voorstelling van zaken. Het college wist immers dat de gevelconstructie van dit gebouw zou gaan bestaan uit een houtskelet binnenblad met houten   regels waarop aluminium damwandplaten zouden worden gemonteerd. Een montage waarbij de tegels  zonder tweede draagweg zouden worden verlijmd. Deze constructie is kwalitatief en qua duurzaamheid even inferieur  als diewelke in de oorspronkelijke vergunning beschreven staat.
       Het bovenstaand leidt tot de constatering dat de  constructie van de buitengevel van dit gebouw, niet beantwoordt aan de normen van het bouwbesluit en bouwregelgeving en dus ook niet aan de wettelijke veiligheidseisen. 

        Een bouwvergunning beoogt namelijk op wettelijke basis een minimale garantie te waarborgen inzake een veilig gebruik van een gebouw voor het publiek in en rondom een gebouw, terwijl de vergunde constructie dit in het geheel niet kan garanderen
Het is daarom van eminent belang dat er gezocht wordt naar oplossingen die recht doen aan het uitgangspunt van de 50 jarige referentieperiode, in casu van het constructie element de lijm,  zoals dat in het bouwbesluit geëist wordt. 
Eerstens op basis van een deskundig onderzoek van de constructie door een onafhankelijk en geaccrediteerd bureau. Tweedes door gevolg te geven aan art. 5.3.1. van NEN-6700 waarin vermeld wordt dat “het waarborgen van de nagestreefde betrouwbaarheid gedurende de hele referentieperiode kan worden bereikt door bijvoorbeeld een effectief controle- en onderhoudssysteem.
Immers, volgens het bouwbesluit geldt, “ een bouwwerk waarvoor een vergunning is verleend dient ook na voltooiing aan het bouwbesluit te voldoen.” Hiervan is momenteel geen sprake.
In het vertrouwen dat u serieus werk gaat maken van deze kwestie waardoor een oplossing komt die aan  gestelde wettelijke eisen voldoet stellen wij een handhavingsverzoek nog uit.
Dank voor uw aandacht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *