Gemeenten zijn volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning verplicht om zorgvuldig onderzoek te doen naar de persoonlijke omstandigheden van mensen die een beroep doen op de huishoudelijke hulp. Dit geldt ook wanneer gemeenten een vermindering van uren willen doorvoeren. Veel gemeenten doen dat niet; zij stoppen volledig met de eenvoudige huishoudelijke hulp. Of ze maken een collectieve voorziening waarbij iedereen bijvoorbeeld nog maar 1,5 uur per week schoonmaakhulp krijgt. CDA-Kamerlid Mona Keijzer heeft de staatssecretaris daarom deze week via een motie opgeroepen om zijn wettelijke verantwoordelijkheid te nemen en te zorgen dat gemeenten alsnog het voorgeschreven, zorgvuldige onderzoek uitvoeren. 

Keijzer: “Het gaat hier meestal om mensen met een erg kleine portemonnee. Zij kregen hiervoor soms 4 tot 8 uur hulp per week, en dat valt dan als gevolg van de bezuinigingen grotendeels weg. Deze mensen hebben niet de draagkracht om die hulp dan maar zelf in te kopen.” 

Er zijn ook zelfstandig wonende gehandicapten met huishoudelijke verzorging.  Keijzer: “In anderhalf uur een huis goed schoon krijgen is in veel van deze situaties ondoenlijk. Een gemeente moet een zorgvuldig onderzoek doen en onderbouwen waarom iemand in een rolstoel die eerst 6 uur kreeg nu opeens toe zou kunnen met 1,5 uur per week.” Ouderenbonden en patiëntenorganisaties adviseren hun leden inmiddels om bezwaar te maken. Dit kan leiden tot vele bezwaarschriften en daarmee hoge kosten voor de gemeente in kwestie.