De Arena schrijft: Burgemeester Lex Roolvink op bezoek bij Jeugdbrandweer Grave.
‘We zoeken ook in Landerd, Mill en Cuijk
GRAVE – Oprichter en jeugdcoördinator Geert den Brok is trots op zijn mannen. De opleiding van de junioren en aspiranten van de Jeugdbrandweer Grave is in volle gang. Over een paar maanden moeten ze klaar zijn voor de landelijke toets. Vanavond ligt de nadruk op de praktijk. Volgende maandag is er weer theorie.
In 2007 start Geert den Brok met een afdeling jeugdbrandweer in Grave. Uniek in de wijde omgeving. Er wordt begonnen met een afdeling junioren in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar en een groep aspiranten in de groep 15 tot en met 18 jaar. Oefencoördinator Fred van Heesch: “De oefenstof is in grote lijnen hetzelfde, maar voor de aspiranten wordt die flink uitgediept.” De eerste lichting is als aspirant geslaagd. Drie van hen zijn nu jeugdleider geworden. Lars Odijn, Tim van Asperen en Haico Croijmans zijn de gelukkigen. Lars: “We hebben veel dingen uit de praktijk geleerd, en dat kunnen we nu op deze jongens overbrengen. We zijn ook lid van de echte brandweer.” Dat laatste wordt met nadrukkelijke trots vermeld.
Geert den Brok: “In Brabant-Oost zijn nu drie jeugdkorpsen. In Vught, Oss en Grave. We leiden op tot vrijwilliger van het brandweerkorps. In Grave bestaat het korps uit 31 vrijwilligers. We kunnen niet meer groeien. Dus kijken we waar de jeugd nog wel kan doorstromen. We zoeken ook in Landerd, Mill en Cuijk naar jeugdleden. Ook en vooral naar meisjes, want die zitten er nu niet bij. Een demonstratiefilm is al door Landerd TV uitgezonden. Ik ben al bij de collega’s in de andere plaatsen langs geweest om over onze nieuwe startronde in november te vertellen.”
Burgemeester Roolvink, deze avond te gast bij de Jeugdbrandweer, luistert niet alleen aandachtig, maar wil het naadje van de kous weten.
Cursus
“Om toegelaten te worden tot de cursus moet je solliciteren. Er zijn wel enkele proefavonden. Bij de sollicitatie moet je enkele vaardigheidstestjes doen. Er wordt dan naar de motoriek gekeken, want als brandweerman moet je wel handig en wendbaar zijn. Iedere maandagavond van zeven tot half tien wordt er intensief geoefend. Daarna is er een drankje (geen alcohol en er wordt niet gerookt, red.) en kunnen de jongens nog een half uurtje chillen. Je hebt een theoriegedeelte dat uit een heus leerboek wordt behandeld, en een praktijkgedeelte. Daarin krijgen de cursisten te maken met alle mogelijke zaken die met het bestrijden van een brand te maken hebben. We gaan ook een paar keer heel echt oefenen. We knippen bijvoorbeeld een auto los, we rijden met de bluswagen, de hulpverleningswagen en de ladderwagen. Als klap op de vuurpijl gaan we één keer per seizoen naar de Maasvlakte bij Rotterdam. Daar krijgen ze met echt vuur te maken en voelen ze de hitte van nabij”, vertelt Fred van Heesch.
In de kleedkamer hangt voor alle deelnemers hun uitrukkleding, bestaande uit een broek, jas, laarzen, handschoenen en natuurlijk een helm. Iedereen heeft er zijn eigen kastje, waarin mobiel en andere persoonlijke spulletjes kunnen worden opgeborgen. Het uniform bestaat uit een blauwe spijkerbroek met dito blouse.
Aan de slag
Tijd om langs de verschillende groepen te gaan. De Graafse burgervader heeft er zin in en heeft al snel contact met de jongens. Ook hen vraagt hij het hemd van het lijf. De antwoorden komen moeiteloos. Eerst bij het spuiten, buiten voor de mooie kazerne. De mannen hebben alle slangen uitgerold en de leidingen klaargemaakt voor gebruik. Het aanschroeven van de slangen vraagt om handigheid. De handen van Lex Roolvink jeuken om mee te spuiten, maar het vele rondvliegende water brengt hem toch op andere gedachten. Boven in het gebouw komen we langs twee jongens met ademlucht. Puffend dragen ze een ‘slachtoffer’ weg. In de kamer ernaast is men met een reanimatie bezig. De heren laten zich niet afleiden. De ‘vrouw’ op de grond ligt daar immers met een hartstilstand. Volgens de regels wordt alle informatie doorgegeven, 112 gebeld en na uitgebreide hartmassage, afgewisseld met mond-op-mondbeademing, wordt getracht de vrouw te redden. Na afloop krijgen de hulpverleners allerlei vragen. Van de burgemeester natuurlijk. De jongens geven, als echte vakmensen, duidelijke uitleg. Geert den Brok: “Na elke reanimatie gaan we direct terug naar de post. Daar kunnen de mensen even napraten met de collega’s, want het is en blijft een emotioneel gebeuren.”
Dan komen de denkers aan de beurt. Onder leiding van oefenleider Johnny Tielemans wordt een plan gemaakt om een brand in een groot gebouw te bestrijden. Het gebouw staat een paar tafels verder opgesteld (foto). Onvoorstelbaar wat er allemaal bij komt kijken. De communicatie wordt hardop geoefend. Eén foutje kan levens kosten. De burgemeester wil alles weten. Over de samenwerking met de politie. De opdrachten van de bevelvoerder. Het onvoorwaardelijk luisteren naar wat hij zegt. De voorzichtigheid. Het is allemaal net echt. Opvallend om te zien is hoe serieus de jongens hiermee bezig zijn.
Waarom zou je?
Er is in deze tijd zoveel voor de jeugd te doen, dat je je kunt afvragen waarom iemand ervoor zou kiezen om bij de brandweer te gaan. Geert en Fred weten het wel: “Je leert samenwerken. Je proeft wat teamgeest is. Op deze manier komt vriendschap wel in een heel serieus daglicht te staan. Je moet er zijn voor elkaar. Je leert om met twee te werken en elkaar blindelings te vertrouwen. In een stresssituatie goed blijven nadenken. Ook dat leren we je. En gevaar onderkennen, signaleren. Aan het eind heb je ook een certificaat voor AED en reanimeren. We herhalen dat jaarlijks.”
Aan het plezier, maar ook aan het geconcentreerd met een opdracht bezig zijn, kun je zien wat een voldoening het de jongeren geeft. Ze leren er spelenderwijs normen en waarden. In theorie, maar vooral in de praktijk. Het gaat immers om mensenlevens. Burgemeester Lex Roolvink gaat met een tevreden gevoel naar huis. Want wie zo’n jeugd heeft, is van de toekomst verzekerd. En hij heeft een hoop geleerd.
Lid worden
Wie belangstelling heeft om ook lid te worden van de Jeugdbrandweer of meer informatie wil, kan een mailtje sturen naar Geert den Brok, g.denbrok@brwbn.nl.
Freddy Klooté