Mijn zomergasten: Ben Bongaards, Frank Stoffer, Hester Kruizinga en Leo de Vreede.
Hartje Brussel |
Gastcolumn Ben Bongaards 87:
Vergunningen en precedenten; gelijke monniken….
Je krijgt er een sik van om steeds opnieuw vragen te stellen waarop niemand een antwoord wil geven. Dat godvergetenmarmer. Iedereen, ook ik, kan op z’n klompen nagaan dat het ondenkbaar is, dat de bouw van ons stadhuis gelegitimeerd is door een passende bouwvergunning. Wat is er immerssimpeler en effectiever om critici alle wind uit de zeilen te nemen dan het tonen van zo’n document? Een document datde ingrijpende wijzigingen op de oorspronkelijke vergunning rechtvaardigt? Dat is echter niet vertoond. Kritische vragen in die richting brengen ons gemeentebestuur tot het uitspreken van bezweringsformules, dat er niets aan de hand is. Vergunningen komen niet te voorschijn… Al sinds de sleutels voor het ‘turn key’-project met ‘fixed price’ op de mat vielen, is daar vanuit politiek en burgerij om gevraagd en is die vraag als onbeantwoord boven de college- en raadstafels blijven hangen. Raadslid Koevoets zaliger (LPG) bracht in 2007 zelfs een ‘motie van wantrouwen’ in stelling om een antwoord af te kunnen dwingen maar heeft daarmee wethouder Van Geest enkel zover gekregen dat hij met wijde bogen om de hete brei heen bleef draaien, dat hij in alle toonaarden suggereerde dat er niets aan de hand was en dat het in ieder geval niet aan hem gelegen heeft dat alles gelopen is, zoals het is gelopen.
Een citaat van Van Geest uit december 2007: ‘Nu het projectZuid-Ooster. Het betreft hier, en dat kan niet voldoende benadrukt worden, een project van Maasland. De gemeente Grave en het BHIC zijn afnemers van gedeelten van het gebouw. Zowel gemeente als BHIC hebben, en gelukkig, gekozen voor een fixed price. Dat betekent Turn Key met verrekening van meer- en minderwerk. De bestuurlijk verantwoordelijke voor de afname van de ruimte op de afgesproken wijze ben ik.’
Het springende punt, vergunning of geen vergunning, blijft buiten beschouwing en daarmee de onvervreemdbare rol van de gemeente als vergunningverlenende overheid. Er wordt met geen woord over gerept, terwijl dit uiteindelijk de meest wezenlijke taak van de gemeente was in dit verband. Dat er daarnaast nog van alles fout gegaan is en aan wie of wat dat geweten kan worden, doet feitelijk niet eens zo ter zake. Wel dat de overheid de plicht heeft erop toe te zien dat een gebouw beantwoordt aan de regelgeving. Alleen op die manier kan Grave laten zien dat het stadhuis aan de eisen voldoet, dat het goed zit met constructies, veiligheid en esthetica. Van Geest somt terecht op dat onze gemeente een potje gemaakt heeft van haar rol als (mede-)opdrachtgever. Voor het gebouw op zich en zijn veiligheid is dat van secundair belang. Alsbevoegde en verantwoordelijke overheid moet onze gemeente kunnen aantonen dat het bouwwerk beantwoordt aan de eisen die eraan gesteld moeten worden. Daar moet een bouwvergunning aan hangen. Het gegeven dat noch Van Geest, noch Delissen, noch Haasjes, inclusief hun entourage,daarmee triomfantelijk hebben staan zwaaien, is het bewijs vanuit het ongerijmde dat er geen bouwvergunning is.
Kennelijk vreten onze bestuurders liever hun hoed op dan dat toe te geven. Omdat dat echter wel degelijk van belang is, wordt het wellicht tijd om een paardenmiddel in te zetten. Van een besluit van een overheid gaat precedentwerking uit. Als een overheid besluit er langsop te kijken dat er gebouwd wordt zonder vergunning, in dit geval door de formele opdrachtgeverMaasland, en laat gebeuren dat die ontheven wordt van de verplichting een bouwvergunning aan te vragen of te hebben, heeft dat precedentwerking naar alle mensen in een vergelijkbare situatie, mensen dus die een bouwvergunning moeten aanvragen voor een plan. Als dat klopt, heeft de gemeente geen poot om op te staan, als een bouwer het vertikt zo’n vergunning aan te vragen en heeft zij evenmin voldoende rechtsgronden om wie dan ook een bouwvergunning te weigeren. Ik vermoed dat het een heel lastige kluif zou gaanworden, wanneer de mensen die een bouwvergunning geweigerd gezien hebben, gezamenlijk de gemeente een proces zouden aandoen. Bijvoorbeeld om alle weigeringenongedaan te maken die in deze lijn sinds 2006 zonder voldoende rechtsgrond gepasseerd zijn en alle leges terug teeisen die ten onrechte gevorderd en geïnd zijn.
Ik ben bang dat ons gemeentebestuur, dat nu zoveel zekerheid en zelfvertrouwen tracht uit te stralen door de suggestie dat er niets aan de hand is, van een koude kermis thuis zou komen en dat het proces weer een stormvloed aan gratis publiciteit zou genereren. Het zou onze raadsleden en fracties dwingen om zich eindelijk eens echt iets gelegen te laten liggen aan wat burgers denken en voelen en wat voor hen echt van belang is.Bijvoorbeeld dat zij dezelfde rechten hebben als anderen, in dit geval een partner van de overheid, Maasland.
Ik denk dat het simpel zal zijn om voldoende mensen te mobiliseren die hier van harte aan willen meewerken en dat er zich bovendien geschoolde juristen in hun gezelschap bevinden die maar wat graag de haalbaarheid van zo’n eis willen bestuderen. Kunnen we zien hoe ver onze gemeente dan komt met haar eeuwig sikkeneurige ambtenaar die hetongestraft voor elkaar krijgt dat zoveel vergunningaanvragers nul op het rekest krijgen.
Het is een paardenmiddel, zeker, maar als onze gemeente het er op aan laat komen dat dit het ultimum remedium moet worden, dan moet dat ook maar haar keuze worden. Voor ons voelt het als een koekje van eigen deeg en het zal legio burgers zoet smaken de gemeente erop te trakteren.
De inzet is hoog. Het is voorwaar geen wissewasje. Een constructie die niet deugt en eigenlijk ook niet deugdelijk te maken is. De formele kant is van belang, geen vergunning, maar de potentiële gevaarzetting is zeker zo voornaam. Je zal maar een plaat marmer op je hoofd krijgen. Je zult vervolgensmaar te maken krijgen met een gemeente die bewust geknoeid heeft met de bouwvergunning en er sindsdien alles aan gedaan heeft om ons daarover in onwetendheid te houden…
Het wordt hoog tijd dat ons gemeentebestuur onderhand eens open kaart speelt over deze kwestie en spoorslags gaat werken aan een deugdelijke manier om uit de impasse te geraken. Wij burgers zijn er echt klaar mee om op zo’n schandalige manier voor de gek gehouden te worden en bejegend te worden als een stel onwetende zeurkousen. Het gaat wel degelijk om iets heel belangrijks, ons gelijkberechtigd zijn en ons recht op veiligheid. De allerbelangrijkste inzet zijn echter onze lokale democratie en onze rechten als Graafse burgers. We zijn hetspuugzat om voor de gek gehouden te worden door een neerbuigende overheid die fout op fout stapelt en vervolgens de middelvinger naar ons opsteekt!
Een formidabele uitdaging voor burgemeester Roolvink om een eind te maken aan dit bestuurlijke exces!
Toerisme
Bijdrage van Frank Stoffer
Groenonderhoud in centrum
Grave presenteert zich graag als toeristische gemeente en heeft daar inhoud aan gegeven door recreatie en toerisme aan te merken als speerpunt van haar economisch beleid. Alle basiselementen zijn er en vormen samen een gezond fundament onder deze gemeentelijks doelstelling: leuke winkeltjes, gezellige terrassen, oude monumenten, een gezellige jachthaven en natuurlijk de Maas met al haar mogelijkheden.
Helaas gaapt er echter een diepe kloof tussen dit praten over toerisme en recreatie aan de ene kant en het actief bevorderen ervan als economisch speerpunt aan de andere zijde. Alleen met mooie woorden komt er namelijk niets van de grond. De kost gaat voor de baat uit en met die wijsheid belanden we pardoes midden in het probleem dat kleeft aan de toeristische aspiraties van onze vestingstad.
In de vakantie bezocht ik enkele toeristische gemeentes, met name Borger-Odoorn in Drenthe en Venlo (Limburg). Op het eerste oog zag ik dat die zich van Grave onderscheiden door de wijze waarop ze hun groen onderhouden. De toerist die het centrum van Venlo binnen loopt, wordt onthaald met bloemen. Ze hangen aan lantaarnpalen en staan in er sierlijke bakken. De eerste indrukken van Borger-Odoorn als toeristische gemeente zijn die van de afwezigheid van zwerfafval en een groenvoorziening die gelikt oogt.
Ons stadje telt ook een paar bloembakken. Die zijn in het voorjaar met pijn en moeite gevuld maar met de beste wil van de wereld kun je niet spreken van een weldaad aan bloemen en planten. Zwerfafval zie je wel overal. Kijk maar eens rond met een kritische blik. Uw oog blijft hangen bij het papier, de peuken en het plastic. Om nog maar te zwijgen van de desolate toestand van een stuk of vijf panden in de Hamstraat die verder pico bello onderhouden is. Als we de toerist iets te bieden willen hebben, dient onze stad een verzorgde uitstraling te hebben; niet die van een ongeregelde bende.
Al jaren vindt de meerderheid van de gemeenteraad dat er bezuinigd moet worden op de buitendienst. Het groenonderhoud moet naar het niveau van een zesje, althans volgens de coalitie. De gevolgen van dat beleid springen in het oog. Grave is een leuk en aardig stadje dat langzaam maar zeker verpaupert en de oorzaken daarvan moeten gezocht worden in het gebrek aan cosmetisch onderhoud en goede groenvoorziening.
Frank Stoffer
Communicatie anno nu
Hester Kruizinga over de briefwisseling met CDA fractievoorzitter Matt Cruijssen:
Man en paard noemen
Drs. H. Kruizinga
Brugstraat 10A
5361GT Grave
Aan: het raadslid de heer M. Cruijsen
Cc.: De gemeenteraad
Cc: Het college van Burgemeester en wethouders
Tel.: 0486-436652/0615104825
email: hesterkruis@hotmail.com
Datum: 6 augustus 2013
Betreft:’Man en paard’
Geachte heer Cruijsen,
Op 4 augustus 2013 ontving ik uw verzoek om uw mailadres en dat van de overige fractieleden van het CDA Grave uit mijn persoonlijke adressenbestand te verwijderen. Hetzelfde verzoekt u ten aanzien van het adressenbestand van de Wijkraad Binnenstad. Inmiddels heb ik aan uw verzoek voldaan en u ontvangt deze brief dan ook zoals u wenst via de griffier.
U noemt mijn opmerkingen ongefundeerd en u verzoekt mij vervolgens ; : “man en paard te noemen’. Nu breekt werkelijk mijn klomp want precies op dit punt blijft juist de gemeentebij voortduring in gebreke. Ondanks dat, voldoe ik gaarne aan uw verzoek gefundeerd man en paard te noemen waarbij ik graag eerst de door mij gebruikte uitdrukking inzake ‘leugens’nader omschrijf.
Iedereen die een universitaire studie volgde en dus verplicht zwoegde op de tentamens voor het vak statistiek, kent de uitdrukking nog wel van zijn prof; “Je hebt leugens, je hebt grove leugens en je hebt statistieken”. Daarmee wordt bedoeld dat men met de vorm waarin/de wijze waarop men statistische gegevens presenteert toehoorders/lezers grof kan misleiden, op het verkeerde been kan zetten terwijl niet perse aantoonbaar gelogen wordt of juist halve waarheden benadrukt worden. En exact zo heb ik dat in mijn mail bedoeld. Het gebeurt namelijk regelmatig dat burgers van Grave (én raads- en commissieleden) op het verkeerde been worden gezet omdat gegevens worden verzwegen, onnodig lang onder geheimhouding blijven en bestuurders niet-integere constructies bedenken voor hun handelen of slechts halve waarheden bekend maken. Dit, terwijl raads- en collegeleden door het VNG en de wet wordt geraden zelfs ook maar de zweem van niet-integer handelen te vermijden. Ik wijs u ook op recente publicaties van de ROB inzake de vereisten van openbaarheid van bestuur.
Over verschillende ‘mannen en paarden’ uit Grave bestaan lijvige dossiers die u als raadslid behoort te kennen inclusief de bijbehorende verzoeken van burgers (en raadsleden) om openbaarheid. De burger tast in veel gevallen nog steeds geheel of gedeeltelijk in het duister ondanks formele verzoeken tot openbaarheid aan het college en de gemeenteraad. In die zin is mijn opmerking in mijn mail wel degelijk gefundeerd.
Een paar weliswaar oude maar nog dravende paarden van stal halend (inc. Wob verzoeken)noem ik u; Project Wisseveld, De Loswal, Litjens, de ark Margriet, de Scheepswerf Grave, engeef ik u één recenter/nieuw voorbeeld; ‘Bekleding buitengevel van het stadskantoor’.
Met name de heer W. Baaijens heeft al talloze verzoeken om openheid van zaken te geven ingediend: Op 16, 20 en 29 januari 2013 zijn door hem brieven naar de raad en het college gestuurd. Op 17, 22 en 29 januari 2013 ontving hij weliswaar ontvangstbevestigingen met de toezeggingen dat vóór 19 februari 2013 de eerste brief beantwoord zou worden. Op 28 juni 2013 stuurden de heren Baaijens en Bongaards een brief aan burgemeester Roolvink. Tot op heden –augustus 2013- ontving deze burger geen antwoord. Men voedt hiermee de gedachtedat een antwoord uitblijft omdat ‘een schurftig paard de roskam vreest’. En de vraag is zo eenvoudig: Wat zit er toch op de gevel van ons stadhuis?
Is dat hoogwaardig staal-framebouw zoals de gemeente ons wil doen geloven? Of is er gesjoemeld en is het houtskeletbouw waarop latten zijn bevestigd die een aluminiumconstructie dragen waarop de gevelplaten zijn gelijmd? Waar zijn de aanvullende- of wijzigingsvergunningen? Waar is de verrekening voor het meer- of minderwerk? Hoe is het gesteld met de duurzaamheid en veiligheid? Waarom wordt ook aan het raadslid Th. Reijnen -die daar vragen over stelde- een misleidend antwoord gegeven? Dat laatste is wel een regelrechte gotspe. Waarom komt er geen antwoord op de brieven van Baaijens? (Voor gedetailleerde informatie inzake dit vraagstuk verwijs ik u naar het dossier inzake de bouw van het stadhuis en de brieven van Baaijens, u normaliter goed bekend.)
Geacht raadslid Cruijsen, bij deze verzoek ik juist U als fractievoorzitter van het CDA met een belangrijke scharnierpuntfunctie tussen de coalitiepartijen in navolging van de heer Baaijens, ons te antwoorden (met inzage van documenten) op bovenstaande eenvoudige vragen.
Tot slot; De interpretatie van de Wet openbaar bestuur door de raad en het college van Grave vind ik zeer bedenkelijk. Alleen als het niet anders meer kan komt er af en toe na veel commotie mondjesmaat wat informatie en dan nog in versluierde taal. De gemeente heeft echter een actieve informatieplicht. Uw actuele poging om de vrijheid van meningsuiting van burgers van Grave te verstieren zal geen vruchten afwerpen maar eerder tegendraads werken.Al tijden vraagt ook de Raad voor Openbaar Bestuur herhaaldelijk extra aandacht voor de plicht en de gewoonte van informeren: Gij zult openbaren!
Het is belangwekkend om te volgen wat bestuurders allemaal bedenken om de aardse macht waar ze mee bezig zijn te behouden; vooral wanneer er geen transparantie is. Ik voeg hier een citaat uit het beroemdste boek ooit aan toe “ . . .want er is niets bedekt dat niet ontdekt, en verborgen dat niet bekend zal worden” (Matt.10:26).
In afwachting van uw bericht,
Hoogachtend,
Gelezen op weblog Meneer de Voorzitter:
Hart van Grave, tegenstrijdigheden?
bericht 1
Graafsche Courant en Raadsledennieuwsbrief 19 van gemeente;
De gemeente heeft de openbare ruimte in de opdracht aan vd Horst gestopt en kan dus nu geen initiatief nemen. De curator moet worden afgewacht.
Bericht 2
Gelderlander 6 augustus 2013:
De VvE heeft de parkeerkelder laten leegpompen om verdere schade te voorkomen.
Naar mijn idee zijn de opvattingen van de gemeente en de VvE over het nemen van initiatief in deze zaak met elkaar in strijd.
Bron: weblog meneer de voorzitter