Wil Baaijens schrijft een reactie op “Kritiek” van de Gelderlander.
Beste Jacques,
In het stuk “Kritiek” in de Gelderlander wordt
gesuggereerd dat de dagelijkse leiding van de ambtelijke organisatie gevoerd
zou worden door B&W. Volgens mij is dat niet correct. De dagelijkse
politieke leiding valt inderdaad onder het college. De dagelijkse leiding van de
ambtelijke organisatie valt mijns inziens onder de gemeentesecretaris als
directeur van die organisatie? Als dat zo is, dan kan een falen van de
ambtelijke organisatie niet per definitie toegeschreven worden aan B&W,
maar is de gemeentesecretaris daar toch verantwoordelijk voor?
gesuggereerd dat de dagelijkse leiding van de ambtelijke organisatie gevoerd
zou worden door B&W. Volgens mij is dat niet correct. De dagelijkse
politieke leiding valt inderdaad onder het college. De dagelijkse leiding van de
ambtelijke organisatie valt mijns inziens onder de gemeentesecretaris als
directeur van die organisatie? Als dat zo is, dan kan een falen van de
ambtelijke organisatie niet per definitie toegeschreven worden aan B&W,
maar is de gemeentesecretaris daar toch verantwoordelijk voor?
Ik meen dat artikel 7 van onze Grondwet het
recht van de vrije meningsuiting regelt. De Graafse ambtelijke ondernemingsraad
kwalificeert dit recht als ‘folklore’, als een soort traditioneel volksvermaak.
Zegt dat iets over ons of over de competentie van de ondernemingsraad en
daarmee over de ambtelijke organisatie? Zou de burgemeester in eerste plaats
daar niet haar gemeentesecretaris over aan moeten spreken?
recht van de vrije meningsuiting regelt. De Graafse ambtelijke ondernemingsraad
kwalificeert dit recht als ‘folklore’, als een soort traditioneel volksvermaak.
Zegt dat iets over ons of over de competentie van de ondernemingsraad en
daarmee over de ambtelijke organisatie? Zou de burgemeester in eerste plaats
daar niet haar gemeentesecretaris over aan moeten spreken?
Met vriendelijke groet,
Wil Baaijens