Cees Menheere schrijft: Grave Supérieur en geen Grave Inferieur
In ons stadje aan de Maas
zijn duistere machten nu de baas.
Schreef ik eens een loflied op deze stad,
nu wens ik dat ik het nooit geschreven had.
In het niemandsland tussen recht en wet
worden mensen zomaar klem gezet.
Nu onze stad geen plaats meer biedt
aan de bewoners van de Prinses Margriet.
En niemand nog zo onderhand
begrijpt de wet in Nederland.
Een wet die fouten tolereert
en geen stommiteiten corrigeert.
Een B & W die fraaie woorden spreekt
en vervolgens zijn beloften breekt.
Eerst werd de werf om zeep gebracht,
Ach leden van de Raad, slaap zacht!
Nu delft de Ark het onderspit,
Wanneer stopt deze dodenrit?
Van Steen springt sierlijk uit de trein,
Wij blijven achter met de pijn.
Nog wordt die trein niet stilgezet,
Het spel wordt lustig voortgezet.
Dat kan hier zomaar allemaal?
Het is en blijft een grof schandaal!
Ach mensen, kom toch uit je sleur!
en maak van Grave geen Grave Inférieur.
Cees Menheere, een ernstig verontruste burger.