Grave Lokaal

Open Brief van Wil Baaijens aan de raad en het college. Bestuurlijke integriteit.

Wil Baaijens
Gruttohorst 24
5361 SL GRAVE
Grave, 29 januari 2013
Open Brief aan:
de gemeenteraad van Grave
burgemeester en wethouders van Grave
Postbus 7
5360 AA GRAVE
Betreft: Bestuurlijke integriteit (2)             
             
Geachte Raad, geacht College van burgemeester
en wethouders,
Mijns inziens is politieke en bestuurlijke integriteit
van politieke ambtsdragers, burgemeester, wethouders en raadsleden, het
fundament waarop het vertrouwen van de burger in zijn overheid gestoeld is. In
tegenstelling tot fraude en corruptie, vaak een negatief gevolg van gebrek aan
integriteit, is het begrip integriteit niet integraal te kaderen binnen
juridische regels.
Politieke en bestuurlijke integriteit is
primair de verantwoordelijkheid van elke politieke ambtsdrager afzonderlijk
maar dient wel in een open relatie tussen burger en overheid bespreekbaar te
zijn. Bij ontbreken van of bij niet adequaat omschreven algemene gedragscodes/regels
moeten politieke ambtsdragers handelen op moreel verantwoorde wijze, op basis
van algemeen aanvaarde sociale en ethische normen.
In haar brief van 29 oktober 2012, betreffende
“Uitvoering motie Heijnen-Schouw over integriteit in het openbaar bestuur”,
heeft de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(mevrouw Spies), mijns inziens, bestuurlijk integriteit goed aangekaart.
Binnen een gemeentelijke organisatie vervullen
politieke ambtsdragers en ambtenaren verschillende rollen en accenten met
daarbij ook verschillende codes maar wel met dezelfde geldende kernwaarden. Ik
heb geen reden te twijfelen aan de integriteit van het Graafse college. Daarentegen
heb ik wel mijn twijfels over de interpretatie van de raad over het begrip
‘Integriteit’ en de daarbij horende koppeling naar bestuurskwaliteit en goed raadslidmaatschap. 
Voorbeeld.
In de raadsvergadering van 15 november 2011werd
door het college een raadsvoorstel tot aanpassing van de APV ingediend dat
beperking van vuurwerkverkooppunten in de gemeente beoogde. In het debat dat
betrekking had op het voorstel was het, vooral door de inbreng en drijvende kracht
van raadslid/fractievoorzitter VVD duidelijk dat de coalitie het voorstel ondersteunde.
Politiek gezien vreemd: de VVD die zonder gegronde redenen het vrije ondernemerschap
beperkt. Door afwezigheid van enkele raadsleden kon de coalitie geen
meerderheid afdwingen en was de uitslag van de stemming onbeslist.
Voor de aanvang van het debat werd door de VVD-fractievoorzitter
de volgende verklaring afgegeven: achter
in het besluit staat er een deel over het vuurwerk, dat is het deel dat mij
noopt tot terughoudendheid in deze.
Van enige terughoudendheid in het besluitvormend
debat was weinig te merken. De VVD fractievoorzitter onthield zich, conform
artikel 28 a van de Gemeentewet, wel van stemming.
In de Gelderlander van 16 november werd kond
gedaan van het feit dat de VVD-fractievoorzitter om economische redenen het
volgende jaar (2012) vuurwerk ging verkopen, en daarvoor al de gemeentelijke
vergunning op zak had. Door dat krantenbericht, de ochtend na het onbesliste
raadsdebat, kwam dat debat over de beperking van verkooppunten voor
consumentenvuurwerk  nu in een ander
perspectief te staan, namelijk het perspectief van (schijnbare) belangenverstrengeling.
 Immers de VVD-fractievoorzitter als
medepleiter voor een restrictief vuurwerk vergunningenbeleid had (door
concurrentiebeperking) mijns inziens, een aanmerkelijk financieel belang bij
aanname van het voorstel.
Het is, volgens de algemene gedragscode, aan
het raadslid zelf om zich af te vragen of het
Raadslidmaatschap en zijn zakelijke activiteiten
geen belangenverstrengeling opleveren.
Het raadslid wordt hierbij geholpen door wat
in de gedragscode is bepaald. De gedragscode is echter in de juridische zin van
het woord niet bindend, in morele zin wel. De gemeentewet kent geen bepalingen
over beraadslagingen of besluitvorming voorafgaand aan een stemming. Is er
echter sprake van een direct persoonlijk/financieel belang, zoals in het geval
van de VVD-fractievoorzitter, dan valt dit onder artikel 2:4-2 van de Algemene
Wet Bestuursrecht: Het bestuursorgaan (de
gemeenteraad ) waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor
werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de
besluitvorming beïnvloeden.
Handelend in de geest en naar de letter van
deze wettelijke regeling had de raad uit zorgvuldigheidsoverwegingen en als
verantwoordelijk bestuursorgaan de deelname van de VVD-fractievoorzitter aan
het debat uit moeten sluiten.
Frank Stoffer, raadslid voor VPGrave, was het enige
raadslid die een en ander begreep en protest aantekende. Gelukkig liet de
burgemeester het niet tot een tweede ronde komen en trok het raadsvoorstel in.
Samenvattend.
Naar aanleiding van het bovenstaande meen ik
reden te hebben dat de gemeenteraad niet serieus genoeg omgaat met het begrip “
integriteit”. Dit kan er toe leiden dat zij, min of meer (on)bewust of
(on)bedoeld, de integriteit van haar handelen uit het oog verliest of er niet
het belang aan hecht dat het hoort te hebben. Het onderwerp integriteit zou
niet misstaan op de lijst van politieke prioriteiten.
De gemeente ontbeert een gedragscode die is
toegesneden op het specifieke functioneren van raadsleden zoals vereist in
artikel 15 lid 3 van de gemeentewet. De integriteitcode van de gemeente Grave
is vastgesteld op 04-11-2003 en nadien niet meer geactualiseerd, terwijl de
ontwikkelingen op het gebied van integriteit voor raadsleden in de tussentijd
niet heeft stilgestaan. De belangstelling voor integriteitvraagstukken is
publiekelijk de laatste jaren sterk toegenomen en hangt nauw samen met de
discussie over normen en waarden in de samenleving en de rol die de overheid
daarin speelt. Teveel worden de burgers geconfronteerd met politieke
ambtsdragers die de betekenis en de waarde van het begrip integriteit sterk
onderschatten.
Laatst las ik in een artikel: Men praat over integriteit als of het een
geloofsbelijdenis is. Maar de daadwerkelijke beleving is daar vaak niet mee in
overeenstemming.
Daar kan ik alleen maar amen op zeggen.
M.v.g. Wil Baaijens

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *