Leo de Vreede maakt bezwaar tegen weigering college….

Hierbij maak ik bezwaar tegen uw besluit van 13 maart 2012 om te weigeren de vertrouwelijkheid van stukken betreffende ontwikkelingsplannen van het Wisseveld en het Visioterrein op te heffen. Dit als reactie op mijn verzoek van 19 januari 2012. Dit besluit werd mij overigens eerst bij uw brief van 8 juni 2012 bekend gemaakt nadat ik u bij brief van 31 mei 2012 in gebreke had gesteld.

In de besluitenlijst van uw vergadering van 13 maart 2012, die bij uw brief van 8 juni was gevoegd worden geen argumenten genoemd op grond waarvan u de beslissing heeft genomen.

Wel staat in de brief van 8 juni 2012:

“De raad heeft bij zijn besluit overwogen dat het college nog geen overeenstemming heeft bereikt over de te sluiten beëindigingsovereenkomst met GBB. De raad heeft verder overwogen dat openbaarmaking van de stukken de economische en financiële belangen van de gemeente kan schaden. De onderhandelingen met GBB worden bemoeilijkt indien de financiële gegevens openbaar worden gemaakt. Het openbaarheidsbelang weegt niet op tegen de economische en financiële belangen van de gemeente.”

Allereerst merk ik op dat uit de geluidsopname van de raadvergadering blijkt dat de genoemde overwegingen uiterst summier zijn geweest.

Vervolgens hebben de genoemde argumenten alleen betrekking op de stukken betreffende het Wisseveld. In mijn verzoek van 19 januari 2012 had ik ook gevraagd om de vertrouwelijkheid op te heffen van een brief aan het bestuur van Visio over de ontwikkeling van het terrein van dat instituut. Die brief maakte deel uit van een in een openbare (niet besloten) vergadering van de raad genomen besluit. Bij de behandeling van dat voorstel kwam trouwens duidelijk naar voren dat ook vanuit Visio geen bezwaren waren tegen openbaarmaking.

Het in uw brief van 8 juni 2012 genoemd argument dat de onderhandelingen met GBB nog niet zijn afgerond is zacht gezegd merkwaardig. Het eerste stuk waarom ik heb gevraagd is het lopende contract met GBB uit 2005. Het tweede stuk is het zogenaamde onderhandelingsresultaat op grond waarvan het college in een raadsvoorstel van 1 december 2011 aan u heeft voorgesteld in te stemmen met beëindiging van het bovengenoemde contract uit 2005. Het college deed dit voorstel omdat de onderhandelingen met GBB waren afgerond!! In de eveneens openbare vergadering van 20 december 2011 heeft u ingestemd met het voorstel van het college. De besluitenlijst van de vergadering van 20 december geeft geen informatie over argumenten de gevraagde stukken geheim te houden, hetgeen vreemd is omdat zij een rol speelden bij de openbare behandeling. Naar mijn mening had de raad in die vergadering ook expliciet over de geheimhouding moeten beslissen.

Het argument dat openbaar maken van de gevraagde stukken de financiële en economische belangen van de gemeente zou kunnen schaden is ook onjuist. De genoemde brief aan Visio bevatte, zoals inmiddels wel naar buiten is gekomen, de voorwaarden waarop de gemeente aan de ontwikkeling wil meewerken. Openbaar maken is dan juist in het belang van de gemeente.

Het contract met GBB uit 2005 legt de rechten en verplichtingen van de contractpartners vast. Het openbaar maken van dat contract kan dus nooit een risico op zich zijn. Wel kan de gemeente natuurlijk een contract hebben afgesloten dat voor de gemeente grote risico’s inhield. Dan is openbaar maken natuurlijk niet leuk, maar dat is iets anders dan dat “het openbaarheidsbelang niet opweegt tegen de economische en financiële belangen van de gemeente.” Het algemeen belang in de gemeente is juist gebaat bij een grote openheid in deze kwestie.

Het “onderhandelingsresultaat” was, zoals uit de behandeling in de gemeenteraad van 20 december blijkt ook een vaststaand gegeven. Het begrip onderhandelingsresultaat zegt dit ook zelf al. Volgens de toelichting vanuit het college hoefde dit onderhandelingsresultaat, ondertekend door de onderhandelaars, alleen nog te worden omgewerkt tot een beëindigingsovereenkomst. Dat zou alleen een zaak van punten en komma’s zijn. Op een vraag vanuit de raad om de beëindigingsovereenkomst aan de raad voor te leggen alvorens het college die zou ondertekenen werd vanuit het college geantwoord dat dit niet nodig was. Inhoudelijk zou de beëindigingsovereenkomst hetzelfde zijn als het onderhandelingsresultaat. Ook in dit geval kan het openbaar maken van het onderhandelingsresultaat op zich geen risico inhouden. Ook waren de consequenties van het onderhandelingsresultaat in (wel openbare) stukken als grondexploitatie en jaarrekening verwerkt.

Dat inmiddels is gebleken dat het onderhandelingsresultaat niet tot een beëindigingsovereenkomst heeft geleid is een nieuwe situatie die geen reden kan zijn de door mij gevraagde stukken alsnog geheim te houden. Ik zou eerder verwachten dat uw raad om volledige openheid zou vragen omdat de basis van uw besluit van 20 december kennelijk niet zo stevig was als het college deed voorkomen. De geloofwaardigheid van het gemeentebestuur is hierbij in het geding.

Naar mijn mening is het bovenstaande voldoende om alsnog te besluiten de vertrouwelijkheid van de gevraagde stukken op te heffen. Eventueel ben ik natuurlijk graag bereid daarover met u van gedachten te wisselen.

De reden waarom ik op grote openheid aandring is tweeledig.

Allereerst vind ik dat de burgers van Grave gewoon recht hebben op duidelijkheid over het Wisseveld, maar ook over alle andere vergelijkbare ontwikkelingen. De behandeling van het rekenkamerrapport had daarin kunnen voorzien, maar doet dit niet. Ook dreigt de behandeling niet verder te gaan dan “voor kennisgeving aan te nemen”

De tweede reden is dat ik zelf als wethouder betrokken ben geweest bij het project en juist in het begin. Voor veel projecten is het begin bepalend voor succes of falen. Ik vind daarom dat ik, net als alle andere direct betrokkenen, recht heb op volledige openheid.

Het gaat nu nog slechts om de stukken waarom ik in mijn brief van 19 januari 2012 heb gevraagd. Afhankelijk van uw beslissing over het rapport van de rekenkamer zal ik om verder inzage in het dossier vragen.

Met vriendelijke groeten,

Ir. L.J.T. de Vreede