Ambtelijke samenwerking tussen Grave, Cuijk en Mill en Sint Hubert.
AMBTELIJKE SAMENWERKING (23)
door Geurt Franzen
2. Moeten Boxmeer en Sint Anthonis niet ook meedoen?
Niks moet. Maar eigenlijk vindt iedereen van wel. Probleem is dat na het mislukken van de vorming van een ambtenarenclub in 2009 Cuijk, Mill en Grave een voorsprong hebben gekregen. Hun ambtenaren sociale dienst zitten al voor een deel bij elkaar. Personeelszaken, ict, en de belastingen (deels) doen ze ook al samen. Sint Anthonis en Boxmeer doen ook het een en ander (sneeuwruimen bijvoorbeeld) maar dat is toch minder vergaand. De vijf werken op verschillende gebieden al langer samen. Er is een regionale brandweer en een regionale milieudienst.
Hoe kleiner de gemeente, des te groter de noodzaak om samen te werken. Dus vooral voor Sint Anthonis is het zaak niet al te lang te wachten. Boxmeer en Sint Anthonis zouden hun samenwerking kunnen intensiveren. Dan krijg je twee clusters: noord en zuid. Dat levert natuurlijk wat op, maar minder dan met zijn vijven.
Over een paar jaar komt dan toch de “grote samenwerking” weer op de agenda. Dan lijkt het verstandiger om nu meteen aan te sluiten. Dat vereist misschien van Boxmeer “even slikken”: de achterstand accepteren en wellicht op onderdelen een financieel nadeel. Maar overal in het land blijkt een belangrijke voorwaarde voor succes: het belang van het collectief boven dat van de individuele gemeente.
3. Is het een Brabants onderonsje of kan N-Limburg ook meedoen?
De herindeling is afgeketst maar voor Gennep, Bergen en Mook en Middelaar geldt natuurlijk ook wat onder vraag 1 staat. Dat Gennep bijvoorbeeld ook naar het Land van Cuijk zou kunnen kijken, daar lijkt niets op tegen. Anders dan bij herindeling hoeven provinciale grenzen bij ambtelijke samenwerking geen beletsel te zijn. Het hangt echter ook af van de keuzes van Mook (noordwaarts?) en Bergen (zuidwaarts?) en Bergen (zuidwaarts?)
4. Wat voor samenwerkingsvormen zijn er mogelijk?
Er wordt in Nederland driftig geëxperimenteerd. Van samen eens een klusje doen tot alle ambtenaren bij elkaar zetten, zoals in gastgemeente Emmen gebeurt. De Kempengemeenten, qua groote vergelijkbaar met deze regio, kozen eerst een vrijblijvende samenwerking maar ontdekten snel dat vrijblijvendheid een zachte heelmeester is en hebben vorig jaar gekozen voor een verdergaande samenvoeging van ambtenaren.
5. Wanneer slaagt ambtelijke samenwerking niet?
Als de ambtenaren niet willen; onwil binnen de organisatie of het management maakt het een moeizame operatie. Als de gemeenteraden er niet van overtuigd zijn dat ze over belangrijke zaken zeggenschap houden. Als er niet snel resultaat zichtbaar wordt, hoe klein die ook zijn (quick wins). Als een gemeente het individuele belang niet ondergeschikt wil maken aan het collectieve. Als herindeling voorkomen het enige doel is en alleen voor de vorm een ambtelijke organisatie wordt gevormd. Daar wordt de burger niet beter van.
Bron: de Gelderlander/Maasland/donderdag 5 mei 2011.