’Zelfingenomen’ CDA zal zweep weer voelen
Het CDA gaat de komende maanden een pijnlijke maar vertrouwde interne discussie tegemoet over gemaakte fouten. De jongeren van het CDJA gaven gisteren de aftrap met hun snoeiharde eigen analyse van de historisch zware verkiezingsnederlaag op 9 juni.
De partijcultuur van de afgelopen jaren moet het ontgelden, vanwege de ‘verstikkende’ neiging tot consensus die er zou heersen. Technocratische CDA-beroepspolitici zijn te veel op zichzelf gericht. De verkiezingscampagnes zijn meer gebaseerd op peilingen en strategieën dan op de inhoud van het christen-democratische gedachtengoed. „Zodat het cynisme ervan afdruipt”, aldus de CDJA’ers.
Over een week of drie verschijnt een soortgelijk rapport met een hogere status. De commissaris van de koningin in Limburg, CDA’er Léon Frissen, legt de laatste hand aan deze grote evaluatie van begane missers. Hij kreeg de opdracht na de afgelopen verkiezingsnederlaag en voerde inmiddels meer dan tachtig gesprekken met groepen partijgenoten. Frissen wilde gisteren begrijpelijk nog niets zeggen over zijn conclusies. Maar de voorspelling is dat hij net zo hard als de jongeren de zweep over het ’zelfingenomen’ CDA zal halen.
Net als het CDJA zijn onderzoeker Frissen en zijn kompanen getroffen door de geslotenheid, en de eigen werkelijkheid die de afgelopen jaren ontstond, binnen het kleine topclubje rond partijleider en premier Jan Peter Balkenende. De slecht bemande fractie in de Tweede Kamer kon vrijwel geen dualistisch tegenspel bieden aan die sterke kleine hofhouding op het Torentje. Gevolg: te weinig zelfkritiek in het CDA.
Dat leidt volgende maand tot dezelfde soort conclusies als in het rapport van Til Gardeniers, die in 1994 de eerste grote verkiezingsnederlaag van het CDA onder de loep moest nemen. Elco Brinkman had toen op een desastreuse manier de leiding overgenomen van succespremier Ruud Lubbers. Gardeniers beschreef hoe de toenmalige top van de partij verdwaald was geraakt in de macht en was losgezongen van de achterban. Ook toen ontbrak het aan openlijke interne discussie. Ook toen was koekoek één zang in de partij de norm.
Er zijn dit keer ook nieuwe omstandigheden, die het CDA van buitenaf bedreigen. Frissen heeft onderzoek gedaan naar vergelijkbare gevestigde partijen in het buitenland die worden bedreigd door opkomende populistische bewegingen, zoals de PVV-tegenwind het CDA in de kou zet. Het levert straks allemaal een vertrouwd intern partijdebat op, à la 1994. De roep om een steviger eigen christen-democratische boodschap voor de kiezers zal weer klinken.
Gunstig voor de partij is de les van het afgelopen massale CDA-congres over regeren met de PVV, onder het oog van een miljoen tv-kijkers. Daaruit bleek dat ook bij een knallend partijdebat de meeste leden loyaal blijven, dat het CDA niet slechter hoeft te worden van een openlijke discussie en dat de wollen deken van de consensus beter kan worden weggetrokken.
Bron: Trouw 2010