Grave Lokaal

In memoriam: Pater Wevers.


Pater Wevers is hier de voorganger van de eucharistieviering ter gelegenheid van het KBO jubileum.


In memoriam door voorganger Jacques Jansen
Welkom u allen 

die gekomen bent om de laatste eer te brengen aan 

Pater Michel Wevers.

Welkom in het bijzonder 

naaste familieleden, 

bewoners,  leidinggevenden en verzorgenden van Maaszicht, 

vrienden en bekenden, u allen.

Plotseling is pater Wevers gestorven:
Voor ons allen is de verwarring groot:
Hij hoorde bij Maaszicht, hij hoorde bij  Grave:
in één keer moeten wij zeggen:
De toegewijde, vertrouwen oproepende  man – rector – is niet meer.
Daarover heen komt een zekere teleurstelling:
want wij kunnen niet meer  in deze kapel –
waar hij dagelijks voorging  – afscheid van hem nemen.
Dat hadden wij graag gedaan:
maar de paters en broeders van de heilige familie – waarvan  hij  lid was –
zijn  meer dan vijftien jaar geleden in hun geheel vertrokken uit Grave
naar Teteringen; die gemeenschap wilde ook afscheid nemen van hem en niet alleen morgenmiddag in een eucharistie.
Dat verlangen om hem zo lang mogelijk bij zich te hebben,
kunnen wij alleen maar eerbiedigen.
Samen met u sta ik een ogenblik stil bij zijn leven en werken.
Michel Wevers werd geboren op 25 juli 1928 in Rotterdam
als tweede kind en tweede zoon in een gezin dat zou uitgroeien tot 8 kinderen,
6 jongens en twee meisjes.
Zijn vader was machinist: dus moest het gezin soms verhuizen.
Na Rotterdam kwam Enschede en na Enschede Eindhoven.
Michel wilde graag priester – missionaris worden.
Hij volgde zijn opleiding  bij de paters van de heilige Familie.
In 1954 werd hij tot priester gewijd: hij wou graag naar de missie toe
maar  hij was een goede student met staatsexamen; en dus kreeg hij de opdracht
van zijn overste Grieks en Latijn te gaan studeren.  In de beginperiode studeerde hij in Nijmegen en woonde in  bij de paters Dominicanen. Later ging hij bij zijn medebroeders wonen in het klooster in de Ruyterstraat in Grave. In het weekend en door de week ging hij naar verschillende parochies in de buurt mis lezen.
Rond 1960 kwam hij op de Steffenberg, de eigen middelbare opleiding van de paters, in Vught. Maar de klein seminaries verloren  hun  aantrekkingskracht
en in 1971 werd de Steffenberg gesloten. Hij ging wonen in de Uithof,
een gebouw van de zusters JMJ. Van hier uit ging hij met de  brommer naar
het Maurick College. Hij zei wel eens: van al de studenten die ik heb opgeleid
is er slechts één medebroeder geworden. Hij zocht toen al naar zinvolle manieren van pastoraat: hij ging voor in de eucharistie bij de zusters en  in verschillende parochies. Tijdens de vakantie ging hij op bezoek  bij de ouders van de leerlingen. In de zomermaanden ging hij met de leerlingen op reis naar Rome: hij kende Rome op zijn duimpje. Op een gegeven ogenblik werd hem gevraagd of hij  pastoor wilde worden van een parochie in Vught: zijn vader was kort daarvoor gestorven en hij droomde al van een samenzijn met zijn moeder op de pastorie.  Maar  zijn moeder stierf vrij plotseling en bovendien hadden de paters en broeders van Grave een overste nodig.
Hij wist toen wat hem te doen stond: hij kwam naar Grave en werd overste;
In 1987 begon hij voor te gaan in vieringen in Maaszicht; en in  1988 kreeg hij
van   mgr. Ter Schure de benoeming  tot rector van Maaszicht. Deze functie heeft hij vervuld tot aan zijn dood. Eindelijk had hij zijn bestemming gevonden als pastor. Hier zou hij blijven ook toen de gemeenschap van broeders en paters begin 1995 verhuisde naar Teteringen.
Pater Wevers leefde van het aanwezig zijn bij de bewoners van Maaszicht:
Samen met hen vierde hij de eucharistie, dagelijks;
Hij dronk met hen na afloop een kop koffie;
Hij  deelde  lief en leed met de afzonderlijke bewoners;
Hij was een punctueel man: en hield op een briefje in een heel vast handschrift  bij wie hij had bezocht en wie hij nog moest bezoeken.
Hij was hun nabij bij ziekte en sterven,
Hij ging voor bij  een viering ten afscheid.
Er kon niet iets  bijzonders  gebeuren in Maaszicht of hij was van de partij.
Hij was ook een vertrouwensman: bij hem was een  geheim absoluut veilig;
Hij zou nooit laten merken wat hij gehoord had van iemand.
Hij was de vertrouwensman van veel zusters in huize Cunera in Heeswijk – Dinther, in Alverna, noem maar  op.
Hij hield van lezen: door te lezen leven wij mee met mensen van een andere tijd, een andere cultuur. dat streed wel eens met zijn verlangen en zijn taakopvatting  om zoveel mogelijk bij mensen te zijn.
Hij was een familieman:
Hij sprak altijd met genegenheid over zijn ouders en hij heeft geleden onder  dood van zijn vader en moeder. Waar mogelijk is hij voorgegaan bij het huwelijk van zijn broers en zussen, bij de doop van neefjes en  nichtjes en veel later bij hun huwelijk. Hij maakte van nabij mee het doorgeven van geloven van de ene generatie naar de andere.
Hier in Grave heeft hij een kleine familie  gevormd met de zusters Franciscanessen en met zr. Francini als huisgenote in het bijzonder.
Hij was lid van de heilige Familie: de stichter pater Berthier had een bijzondere band met Onze Lieve Vrouw van La Salette, Frankrijk; dus organiseerde pater Wevers bedevaarten naar la Salette en heeft hij rond 2000 mede gezorgd voor het overbrengen van de gebeente van pater Stichter vanuit het kapelletje in Grave naar La Salette.
Hij was geestelijk adviseur van de Bond van Ouderen van Grave. En hij zou dan ook alle vergaderingen bijwonen.
Om zijn verdiensten voor Maaszicht, voor Grave, de KBO en voor  veel mensen heeft op 04-04-2007 de Koninklijke onderscheiding gekregen van lid in de Orde van Oranje Nassau. Hij was er blij mee en het  deed hem goed.
Eenstemmig was hij gekozen als lid van Probus: hij beleefde het als een erkenning voor zijn inzet in Grave en hij voelde zich thuis bij de leden. Een van hen vertrouwde hem toe: ‘Jij bent mijn vriend.’ Die uitspraak deed hem zeldzaam goed.
Afgelopen maandag was er een bijeenkomst van Probus in Palazzo. Natuurlijk was Pater Michel van de partij. Tijdens de koffietafel werd hij op een gegeven ogenblik onwel. Hij werd naar huis gereden, zijn  huisarts werd gewaarschuwd.
Die besloot tot ziekenhuisopname.
In de ambulance werd pater Michel naar het CWZ vervoerd; zr. Francini vergezelde hem. Al die tijd was hij nog helder van geest: het liep tegen half vier en hij vroeg: wat zou Nederland gedaan hebben (in de wedstrijd tegen Slowakije)?  Het antwoord was: 2 – 1 en hij glunderde. Hij werd onderzocht:
Hij bleek verlamd aan zijn rechterarm en – been). De volgende morgen zou er een scan gemaakt worden.  Om negen uur zou zr. Francini gebeld worden: maar het werd half twee in de vroege morgen. Pater Michel was in coma geraakt.


Verzuchten stopte voor het klagen werd.

Met anderen sprak hij over hun naderende einde. Zelf overleed hij gisteren. Plotseling, na een hartstilstand. Pater Wevers uit Grave werd 81 jaar.

Natuurlijk. Hij had best wat vaker naar ’t museum gewild. Want pater Wevers uit Grave was breed geïnteresseerd. Hij was voetballiefhebber, hield van heemkunde, las graag een boek en wilde nog wel eens een kaartje leggen. Maar de kapel? Die liet hij niet in de steek. Sneeuw of verzengende hitte, volle zaal of handjevol: pater Wevers stapte op de fiets. Op naar verzorgingshuis Maaszicht.

Trouwens, pater Wevers was eigenlijk rector. Maar zo wilde hij niet genoemd worden, bekende hij recent in het kerkblad Emmaüs bij U thuis. “Rector”. Dat schept afstand. Thuis verzuchtte hij het wel eens. Dat dat actieve leven wel eens ten koste ging van persoonlijke interesses. Maar het verzuchten stopte voor het klagen werd.

Wevers was in zijn werkzame leven docent. Engels. Hij pastoor worden, maar werd pater in het klooster aan de Ruyterstraat in Grave. Hij zette zich in voor de KBO en Stichting Graeft Voort. Als rector begeleidde pater Wevers ook uitvaarten. In 2007 werd hij voor al die activiteiten nog benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau.

In Maaszicht maakte Wevers vaste rondjes langs bewoners. Dan sprak hij over oueder worden. Over naderend sterven. Daar was hij zelf trouwens niet bang voor. Hij berustte er ook niet in, nee, je tijd kwam gewoon. Een keer.

Soms sprak hij met een bezorgde opa of oma. Wiens of wier kleinkinderen niet meer gedoopt worden. Dan wierp hij de tegenvraag op: zijn ze goed voor anderen? Daar ging het tenslotte om, in het leven. “Het is toch goei volk?”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *