Archeoloog onbestraft, onbeloond.
Jo de Wit (rechts) bij de ondergrondse gang.
Foto: Eveline van Elk
Tekst: de GelderlanderAmateur-archeoloog Jo de Wit krijgt geen beloning voor zijn ontdekking: een gang onder de Hoofdwagt in Grave. Gestraft wordt hij ook niet, voor het niet officieel melden van zijn vondst. Volgens de gemeente Grave had hij dat moeten doen. “Er staan geen sancties op”, zegt een woordvoerder. “Maar een systeem van belonen kennen we ook niet.”De Wit ontdekte vorige maand een gang onder de Hoofdwagt, een voormalige vleeshal en commandopost naast de Sint Elisabethkerk. Raadslid Jacques Leurs (Keerpunt 2010) stelde voor om De Wit te belonen. Burgemeester en wethouders zien daar nu dus vanaf. “Maar een beloning hoef ik ook helemaal niet”, zegt De Wit. “Ik vind het al leuk dat ik graven mag.”De Hoofdwagt staat op het punt verkocht te worden. Behalve een woning komt er een winkel in. De Wit mag er daarom nu niet graven. “Voor het verkocht wordt, hoop ik dat nog te kunnen doen.” Stichting Bezoekersmanagement Grave onderzoekt of en hoe het Graves onderaardse gangen kan gebruiken als toeristische attractie.P.S. Jo de Wit heeft een maand geleden, zoals hij gebruikelijk deed, zijn vondst schriftelijk gemeld bij de provinciale archeologische dienst. Tot op de dag van vandaag heeft hij geen reactie ontvangen.Bij de begrotingsbehandelingen ga ik burgemeester Delissen, portefeuillehouder archeologie en monumentenzorg, vragen welke stappen ze gaat ondernemen om te onderzoeken of we hier te maken hebben met een onderaardse gang of niet. Deskundigen spreken van een “slokop”. Nu weten we ook waar de afgelopen tijd ons goede geld in verdwenen is.Jo de Wit zou het liefste samen met Martien Koolen en anderen nader onderzoek willen doen. Uitbesteden aan een duur bedrijf kunnen we daardoor misschien voorkomen.
Beste Mensen
Er word geschreven onbestraft, onbeloond.
Elke amateur archeoloog mag zich beloond voelen als hij toegang krijgt, om in een Historisch pand te mogen doen uitleven en op de valreep nog een gang vindt, en niet te vergeten de overige vondsten in de hoofdwacht die ik daar ontdekt heb tijdens stripwerkzaamheden, die de eigenaar van het pand graag achter de rug wou hebben.
Nee, gesloopt heb ik niet, er zijn geen machines aan te pas gekomen, in de volksmond noemt men dit strippen en dan hebben we het over:
plavon van hardboard,riet,schroten verweideren.
Wanden van hardboard,schroten,spaanplaat verweideren.
Op vloerdelen hardboard,spaanplaat als vloerbedekking verweideren.
Tijdens deze activiteiten heb ik nog een belangrijke ontdekking gedaan in het pand, zoals we inmiddels weten is de Hoofdwacht een militaire commandopost geweest, mooi zou je zeggen, bewijs mij het maar, niet alleen aan het legergroene geschilderde plavon, en ook niet dat het in archieven vermeld staat.
Zo zie je, er wordt zo veel de laatste maanden over mij geschreven ( is het allemaal waar wat er letterlijk gedrukt staat ?).
Ik heb tijdens het strippen van t'plavon op een balk zien staan, en heb rijkelijk staan lezen:
FAHNER 1826 KLUNEN
VOOR 14 DAAGEN KORPORAAL.14
En ook heb ik de volgende tekst, letters, cijfers op foto's vastgelegt.
HIB en AVDK
1824
Deze voorgenoemde tekst is met een beitel in de balk gekerft, vastgelegt voor het nageslacht,
waarvan ik als eerste na 184 jaar later kennis van mocht nemen, dat waarchijnlijk een korporaal zijn eigen naam destijds heeft vastgelegt in het militaire commandopost de "Hoofdwacht" waar hij werkzaam was.
En ik vergeet nog steeds niet de vluchtgang, deze onderdeel van de militaire commandopost.
Ook deze mensen die hier werkzaam waren moesten kunnen vluchten bij onraad.
Maar dit opject deed destijds denken aan een houten zitdoos ( toilet ) dat direct bij onraad te verweideren was.
Verder heb ik veel verzameld dat niet direct in verband gebracht kan worden met de militaire commandopost.
Toch vermeldingswaardig te noemen, twee muntvondsten waaronder een buideltje,en een kokertje, behangresten, bouwmateriaal van het pand,en nog vele andere voorwerpen.
Misschien in samenwerking kunnen deze vondsten nadat ze uitgewerkt zijn, ergens anders of bij mij eens tentoongesteld worden.
De gemeenschap alvast in kennis gesteld dat de Hoofdwacht enkele geheimen prijs heeft gegeven.
Zouden ze me willen bestraffen bij deze ondekking ?, dat kan, dan zou de straf kunnen zijn, een jaar lang zitting te moeten nemen bij college B&W.
Belonen ?, dan zeg ik, laat me met rust, noem me niet te veel, als ik iets kwijt wil zeg ik het toch wel, elke dag word ik beloond door te mogen functioneren in een wereldje van onrust, ik bedoel hiermee eigelijk, help elkaar, heb het druk, elkaar lief, doe elkaars wens uitkomen, daarvoor zijn we maar even op deze aarde die we steeds doorgeven.
Wordt vervolgt.
Met veel belangstelling heb ik via internet het verhaal over gangen onder Grave gelezen. Speciaal het deel "Getuige inscriptie's, ……… op een van de draagbalken van het plafond,………. Hier staat FAHNER 1826 KLUNEN VOOR 14 DAGEN KORPORAAL.14. Hier mag spraken zijn van een persoon die op deze militaire commandopost in 1826 14 dagen als korporaal gediend heeft." heeft mijn belangstelling, omdat mijn familienaam in die balk staat.
Ik heb wel vragen.
1 Hoort 1826 bij Fahner of bij Klunen? (Klunen komt mi niet voor als voornaam of familienaam. Het Meertens Instituut geeft voor 1947 en 2007 wel de familienamen: Kluun, Klün, Klüen/Kluen.
Als Fahner en 1826 als jaartal bij elkaar horen, meen ik te weten wie de betrokkene is.
2 Is er een foto gemaakt van de inscriptie en zo ja, kan ik een exemplaar via de mail ontvangen?
Bij voorbaat.
T. Fahner
Leeuwarden
ta.fahner@planet.nl